mm - No. 10 VRIJDAG 22 MEI 1931 A* I* - In den bongerd. Maar dit jaar zijn 't niet alleen de vruchtboomen, die onze aandacht trekken. Er zijn ook de bloembollenvelden. Ja, ze zijn er reeds in die mate, dat men binnen enkele jaren ook een Zeeuwschen bollenzondag zal kunnen instellen iets waarvoor we overigens gespaard hopen te blijven, omdat menschendrukte en benzinegeuren aan de schoonheid van het grootsche natuurtafereel helaas slechts afbreuk doen. De bloembollenvelden zijn er in westelijk Schouwen en in westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen en ze schijnen er goed voor te staan. Ja, zelfs zagen we enkele kleine vakken tulpen bij Kapelle en Wemeldinge, waar de vroolijke kleuren het bijzonder goed deden. Ook de bollen zelf, blijkbaar, wat wel eenigszins verwondert, gezien den betrekkelijk zwaren grond. Overal groei en bloeioveral jong en ontwakend leven. Maar hoeveel Zeeuwen genieten ervan? We zagen op onzen tocht slechts weinig belangstellenden en daaruit blijkt weer, dat er voor het eigen land dikwijls zoo weinig aandacht bestaat. Wederom ten onrechte Nog is het misschien tijd, de verzuimde gelegenheid goed te maken 1 Men haaste zich de natuur in eji ga genieten van het prachtige natuurschoon, dat Zeeland, óok aan de Zeeuwen biedt. Spijt zal niemand daarvan hebben I B. h de bloesem. boom, di.e onder invloed van den wind de meest fantastische vormen aanneemt. Maar zelfs al denkt men hierover anders, men zal toch moeten toegeven, dat de Zeeuwsche boom gaard een bezoek overwaard is. Vooral geldt dit voor Zuid-Beveland, en met name voor de streek KapelleWemeldinge. Als één reusachtig boeket stoken daar de talrijke vruchtboomen hun bloesem- bevrachte takken in de lucht. Het wit en rose steekt prachtig af tegen het jonge groen, dat dit jaar wel erg laat is. Het is toch een jaar van onge lijkmatigheid. We zagen vruchtboomen, die in vollen bloei stonden, terwijl bij andere zelfs het groen nog in knop stond. Bloeiende boom langs den Zuidbeoeland- schen weg, waarlangs de schapen grazen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 3