"en in nieuw leven der nutuur.
Kipfietjes in den bongerd, bij Viel, muur het klertig mus nan prachtige bloesems.
teristieke landelijkheid. Men is daar nóg meer buiten en men
Ifjft er minder drukte. Over drukte gesproken, ja, zoo'n simpel
tochtje per fiets of auto naar en door de Betuwe brengt soms
die drukte mee, welke bepaald onaangenaam wordt bij de veren
en de ponten. Hier moet men geduld oefenen, dikwijls tot in den
treurc, hier komt men eerst goed tot de overtuiging, dat op een
vlotte wegenverbinding noch te roemen, noch te pochen valt.
Het water en nog eens het water vindt men op zijn weg en waar
flinke bruggen konden zijn, behelpen de menschen zich met
gebrekkige, langzame veerbooten en ponten. Als men niet weet
op welke wijze de vele werkloozen aan arbeid te helpen, dan
luidt ons advies: laat een honderdtal bruggen bouwen in het
Vaderland, liever dan *t geld te besteden voor sommige andere
aken en dingen, waaronder er zijn, die wij in dezen tijd eigenlijk
tiet meer moesten aantreffen. Men klaagt, dat er geen werk is
In de wereld. Duizenden handen zouden er te kort komen, indien
alle noodzakelijke en nuttige werken werden uitgevoerd in het
algemeen belangEn geld behoeft immers geen rol te spelen.
Bij bekwaam overleg zou deze factor wel in orde komen
Maar kecren we weer tot de bloesemweelden, tot die lachende
prachten, welke wij helaas slechts onvolledig door middel der
lotos aan onze lezers kunnen laten zien. Toch zullen zij, die
tiet met eigen oogen zagen, zich aan de hand der fraaie kieken
een goed denkbeeld kunnen vormen van de schoone landelijkheid,
van de poëzie der bloeiende boomen die straks de blozende
vruchten zullen dragen. D. H.
Nog meer jonge bloei
op >ud-lieijerlund
Onder de bloeiende bloesem -
boomen op Ourt-Hcijerland.
Lungs den lieeien meg nan
Dorilt naar Tiel mas de be
langstelling der dorpsbewoners
groot noor de lietuwe-bexoe-
kers. kijklustigen bij Kumpt.