GEWELD
EN LIST
212 VRIJDAG 29 MEI 1931
door
HANS DE LA RIVE BOX
Ik kan er dus verzekerd van zijn, dat u zich
stipt aan de opdracht zult houden?" vroeg de
attaché voor de derde maal, terwijl hij lang
zaam zijn beige handschoenen aantrok. Op zijn
mager aristocratisch gelaat lag een uitdrukking
van groote bezorgdheid. Zijn doordringende oogen
staarden den detective ernstig aan.
„U kunt gerust zijn, monsieur," antwoordde
deze kalm „Morgenochtend zal ik het dossier
aan uw koerier afgeven. U hebt gezien, dat ik het
veilig en wel heb opgeborgen in mijn kluis. Dit
kunstwerk heeft de reputatie zelfs niet door elec-
trische energie te kunnen worden geforceerd.
Bovendien ben ik overtuigd van de waarde der
papieren voor uw land en van het gewicht van de
opdracht."
De Franschman scheen gerust. Haastig nam hij
afscheid. Zijn donkerbruine limousine verdween
in de drukte van Pall-Mall.
Het was half acht en na een sigaar te hebben
aangestoken, begaf Bruce zich naar zijn werkka
mer, het prachtige gemeubileerde vertrek, dat zij
zoojuist hadden verlaten. De op het eerste gezicht
zoo eenvoudige brandkast stond links in den hoek
der kamer, niet eens geheel verborgen achter een
Moorsch rooktafeltje. De groene kluis was trou
wens niet zeer hoog, wel solide in den vloer beves
tigd.
Tegen acht uur diende zijn butler Edward Stone
aan, zijn besten vriend en een der machtigste
industrieelen. De beide mannen begroetten elkaar
hartelijk en daar de detective dien avond niets
bijzonders te doen had, gaf hij zijn bediende een
wenk. Deze zette het schaaktafeltje gereed en
de stukken, haalde sigaren en sigaretten en ver
liet spoedig het vertrek.
„Nog crimineele nieuwtjes?" vroeg Stone la
chend.
„Niets bijzonders en onze geachte vriendin laat
de laatste weken ook niets van zich hooren
voegde Bruce er lachend bij.
„Ik denk, dat zij haar operatieterrein voor eeni-
gen tijd verplaatst heeft," meende zijn vriend.
„Na haar nederlaag tegen Scotland Yard met die
kwestie Waterloostation
is de grond haar ver
moedelijk te warm ge
worden."
„Ik heb nog steeds
een appeltje met haar te
schillen," zei de detec
tive na een korte pauze,
welke hij benutte, om
zorgvuldig de asch van
zijn sigaar te tikken.
„Weet je nog die clubbe
scheiden van Lord Lori-
rner Men heeft vastge
steld, dat er 99% kans
bestaat, dat de actentasch
met inhoud gelijk met
den auto van zijn Lord
schap is verbrand, maar
ik ben absoluut overtuigd,
dat zij de hand in het
spel heeft gehad en zich
de papieren heeft toege
ëigend. Voor een uitge
slapen vrouw als Violet
is, zal het niet moeilijk
vallen over eenigen tijd
geld uit die papieren te
slaan en je weet, dat zij
een volleerd chanteuze is.
Maar laten we vanavond
al onze aandacht aan ons
geliefd spel geven, Ed
ward. Jij begint."
Maar voordat Edward Stone den eersten zet had
kunnen doen, klonk 't waarschuwend geluid van de
telefoon. Bruce glimlachte vermoeid. Hij kreeg
een onaangenaam voorgevoel.
„Hallo?" klonk zijn stem zakelijk.
Hij herkende de stem van den Fransehen atta
ché. „Ik ben juist in Waterloostation aangekomen,
sir. Over een half uur gaat mijn trein. Tot mijn
schrik kwam ik in den auto tot de ontdekking,
dat ik u slechts een gedeelte van de papieren heb
gegeven. Wilt u nu even komen en de rest in
ontvangst nemen. Ik hoop, dat u even weg
kunt
„Ik zal een taxi nemen, monsieur, en onmiddel
lijk vertrekken."
„Door mijn zenuwachtigheid bezorg ik u meer
moeite, dan ik van plan was, sir. Ik begrijp niet,
hoe ik het andere dossier heb kunnen vergeten."
Bruce hing de microfoon op het toestel. Hij ver
zocht zijn vriend, te willen wachten. Binnen het
halve uur zou hij terugzijn. Reeds kwam de butler
met hoed en demi en enkele minuten later voerde
een taxi hem naar het groote station.
Tijdens den rit besteedde de jongeman al zijn
aandacht aan den tariefmeter. Zoo kwam het, dat
hij plotseling tot de ontdekking kwam, dat de
auto een verkeerde straat in reed. Juist toen hij
tegen de voorruit wilde kloppen, zwenkte het
voertuig met veel te groote snelheid onder een
poort door en stopte in een donkere ruimte, waar
nog twee auto's stonden. Onmiddellijk sloten zich
de breede garagedeuren. Een portier werd geopend,
twee mannen sprongen naar binnen. Bruce kreeg
een slag in het gelaat, die hem verdoofde. Toen hij
bij kwam, zat hij stevig gebonden op een stoel in
een klein kantoortje. De gordijnen waren gesloten
en een smoezelige lamp verspreidde een vaal geel
licht. Enkele passen voor hem stond een jonge
vrouw in een prachtig blauwzijden toilet. Het
raafzwarte haar contrasteerde fel met de matte
teint van haar blanke schouders en armen. De
kleine rechterhand omklemde een donkerglanzend
vuurwapen.
Bruce bleef doodstil zitten en staarde de
No. 11
charmante verschijning met een nuchter gezicht
aan.
„Ik moet zeggen, miss Violet, dat u mij dit
maal aardig hebt overrompeld 1"
„Niet waar?" glimlachte zij en zij toonde hem
haar prachtig witte tanden. „U zult wijs doen,met
doordrongen te zijn van het besef, dat u geheel in
mijn macht bent, Sir Bruce."
„Daar ben ik van overtuigd," antwoordde hij
en met een vermoeid lachje liet hij er op volgen
„U schijnt nogal respect voor mij te hebben, jonge
dame, dat u mij, ondanks al dat touw, nog met een
revolver dreigt."
„Mijn eerbied voor u is inderdaad groot, maar
mijn nieuwsgierigheid naar het dossier van den
Franschen gezant is nog grooter," sprak zij hoffe
lijk. „Ik zal uw leven sparen in ruil voor dat sim
pele pakje regeeringsgeheimen, sir."
„Wat bent 11 van plan?"
Zij lachte met een koket kirrend geluid. „U geeft
mij uw kaartje, waar u achterop schrijft, dat uw
butler mij in uw werkkamer laat. Natuurlijk heb
ik de sleutels van uw safe dan in mijn bezit. Als
ik terug ben, geef ik onmiddellijk bevel, u vrij te
laten. Boven is een grappige zolder, waar u het
misschien wel een uurtje kunt uithouden."
„En als ik weiger
„Dat zou dom zijn, waarde heer!" Fin zij streek
liefkoozend over haar wapen, dat steeds op zijn
borst gericht bleef.
Bruce dacht even na. „Ik ga met uw condities
accoord," zei hij bedaard. „Natuurlijk vertrouw
ik u. U zult de andere papieren onaangeroerd laten
en mij onmiddellijk na uw terugkomst in vrijheid
stellen
„U hebt mijn woord."
De detective glimlachte, alsof hij aan dat woord
twijfelde.
„In mijn linkerbinnenzak bevindt zich mijn
portefeuille. Ik zal een kaartje schrijven voor mijn
bediende."
De jonge vrouw drukte op een belletje. Een reus
van een kerel verscheen. Hij maakte Bruce's
rechterhand vrij. Deze schreef de enkele woorden,
die haar tot zijn heiligdom toegang zouden geven.
Daarna gaf hij haar de sleutels en de combinatie
van de drie lettersloten. De kerel nam hem als
een kind op den rug en droeg hem drie smalle
trapjes op. In den hoek van de vliering was een
diepe kast.
„Ik zal de deur maar afsluiten, sir, er is lucht
genoeg binnen zei hij hatelijk en na de deur
stevig gesloten te hebben, hoorde Bruce hem de
Een interieur van een Engci-
sche vliegtuigenfabriek, waar de
legermachines worden vervaar
digd. Deafdeeling motorenbouw.