Ötm nieuwe feuilletons
5e 'éïfaxaam, die zich uhuil hield
No. 11
VRIJDAG 29 MEI 1931
207
een bezoek komt brengen," zei hij opgewekt.
Toen ging de deur weer dicht en in de kamer
stond een lang, slank meisje, bij wier aanblik Fraser
een bijna onverstaanbaren kreet van vreugde uitte.
Leslie," zei hij, „Leslie, ben je teruggekomen
en met moeite opstaand, kwam hij onvast op haar
af met uitgestrekte handen.
laat mij u alstublieft helpen," zei zij, „gaat
ii alstublieft weer zitten laat me u helpen."
Ze stak een hand door zijn arm en leidde hem
terug naar zijn stoel, maar ofschoon er in haar
oogen een diep medegevoel was, er was geen zweem
van herkennen.
.Leslie," hij greep haar hand in de zijne, „Les
lie, liefste, ken je me niet
Zij schudde het hoofd.
Ik kan me niet herinneren u ooit gezien te
hebben," zei zij, „o, 't spijt me zoo, zoo heel erg,
maar er schijnt iets zwarts en dichts over mijn ge
heugen te liggen en alles is weg."
„En heb je onze reis vergeten Je kwam jiaar
Engeland van Australië."
„Ja Heb ik daar vrienden
„Alleen vrienden, geen familie. En je wilde
Engeland zien en wezijn stem beefde, „we
hielden zooveel van elkaar. Je beloofde mijn vrouw
te worden. Ik heb je een ring gegeven."
„Een ring met een smaragd?" vroeg ze.
„Ja, met een smaragd. Ik stak hem aan je vin
ger." Hij raakte teeder den ringvinger van haar
linkerhand aan.
„Ik heb dien ring nog veilig en wel," zei ze,
„maar ik kan het me niet herinneren ik kan me
niets herinneren."
„Ik was verloofd met je, Leslie," ging hij voort,
„en ik liet je in Engeland, in Dropsley, achter. Je
wilde iets weten van het leven op 't platteland en
in een dorp in Engeland. Daarna zou je naar Lon
den gaan. Je zei, dat je gelukkig zou wezen, buiten
en dat je zou rondrijden op je fiets, en later zou je
naar Londen gaan."
„Ik heb 'n ongeluk gekregen met m'n fiets,"
zei zij.
„Dat weet ik, dat weet ik en toen hielden je brie
ven op en ik was halfgek van ongerustheid, en
nu," hij keek met hongerig verlangen naar haar
mooi en ongerust gezicht, „nu kijk je naar me, als
of je me nog nooit gezien had."
De oogen van het meisje vulden zich met tranen.
Het tragische van den geheelen toestand was bijna
meer dan ze verdragen kon. „Ik voel niet, dat ik
u ooit gezien heb vroeger, dat is het vreeselijke,"
zei zij, „en wat moeten we doen Wat kunnen we
doen? Het schijnt zoo verschrikkelijk, zoo grie
zelig, en ik weet niet, wat we doen kunnen."
„We waren verloofd," hij sprak gretig „we
zijn verloofd, Leslie, zou je.zou je met me wil
len trouwen Wil je het er op wagen en met me
trouwen
„Maar hoe kan ik dat?" Ze trok zien terug. „Hoe
zou ik dat kunnen doen, als ik een vreemde in
u zie Stel u eens voor, dat ik nooit wakker word
Of, als ik dat wel doe, ik geengeen vriendelijk
gevoel voor u heb Het is te veel gewaagd."
Hij had haar in een stoel dicht naast zich ge
trokken en de droevige onrust in haar gezicht gaf
hem een wanhopig medelijden met haar.
„Maar ik kan de gedachte niet verdragen, dat je
voor je brood werkt, en dat is in ieder geval heele-
maal onnoodig. Je bent geen arm meisje. Ik kan
je in verbinding stellen met je bankiers, ik herinner
me wie ze waren, maar blijf niet langerop Hatherme-
re Court om te werken. Ik kan dat niet verdragen."
„Ik moet er voorloopig blijven. Ik kan Lady
Marshland niet in den steek laten en misschien,"
haar stem haperde, „misschien.... zal er iets
„Je hebt niets aqn je leven, wanneer je geheugen
niet terugkomt," zei hij met een zekere wanhoop
in zijn stem, „daar heb je volkomen gelijk in. Ik
mag je niet vragen met mij te trouwen, terwijl je
me als een vreemde beschouwt. Maar God geve,
dat er een uitweg voor ons komt. Leslie-mijn
Leslie hoe kan ik het verdragen als ik je weer
moet verliezen
Ze raakte met oneindig medelijden zijn gebogen
hoofd aan en verliet toen zachtjes de kamer met
een diep-smartelijk gevoel in haar hart.
XVIII. „MET DEZEN RING...."
JGTaar waarom ben ik hier Ik ging vanmorgen op
weg naar Londen. Wat beteekent dat allemaal
En wie bent u
„Wat een .massa vragen!" De verpleegster
kwam naar het bed toe in een groote logeerkamer
op Hathermere Court. „U zat in Sir Gregory's
auto, op den terugweg van Rinderly. En de chauf
feur week uit om een hond niet te overrijden en
reed tegen den kant van den weg op en u werd
er uitgeworpen. Ik werd uit het ziekenhuis geroe
pen om voor u te zorgen tot u beter bent."
„Rinderly? Ik geloof, dat ik mé dien naam her
inner. Maar ik logeer in Dropsley ik ging uit
op mijn fiets en wilde den trein naar Londen ha
len. Ik zond mijn groote bagage vooruit naar me
vrouw Sadler kan iemand haar iets laten weten?
En, o, wat voor dag is het Ik mag mijn brief
naar Afrika niet vergeten of wilt u een kaart voor
mij zenden
De zuster had al haar ervaring noodig om de
stijgende opgewondenheid van de patiënte te
kalmeeren, maar na een korten tijd lag ze heel stil
te kijken naar de witte muren van de kamer en
de boomen, die men door het raam kon zien.
„Ik vraag me heusch af, waarom ik hier ben,"
herhaalde ze even later, na een poos van stilzwij
gen. „Het is precies een nachtmerrie, ik kan het
heelemaal niet begrijpen."
„Ik zal Lady Marshland halen, misschien is
zij in staat alles te verklaren," zei de verpleegster
vriendelijk en ze liet haar patiënte een oogenblik
alleen, maar kwam spoedig terug met de meesteres
van Hathermere Court.
Het meisje in het bed keek naar de elegante,
blonde dame en lachte verward.
„Ik schijn u wel van uiterlijk te kennen," zei
zij langzaam, „en toch is het alles zoo verbijste
rend. Waarom ben ik hier toch in vredesnaam
Ik was op weg naar de stad. Ik zond mijn bagage
vooruit van Dropsley, waar ik gelogeerd heb, en
ik ging er op mijn fiets op uit. Ben ik flauw ge
vallen of zoo Het is werkelijk erg vriendelijk van
u om mij op te nemen."
Hilda liet haar even uitspreken en toen legde
ze haar hand op de rusteloos bewegende hand van
de andere en zei vriendelijk
„Wij vinden hét zoo prettig u bij ons te hebben,
maar de waarheid is, dat u een tijdlang bij ons in
huis geweest is. U heeft een ongeluk met uw fiets
gehad en bent in het ziekenhuis geweest, en nadat
u daaruit ontslagen was, kwam u hier. Ik ben
Hilda Marshland, de vrouw van Sir Gregory
Marshland. U en ik zijn erg goede vriendinnen
van elkaar."
„Zoo Wat vreemd Ik kan er heelemaal niets
van begrijpen. Maar ik ben blij, dat het zoo is."
Juffrouw Smith's oogen rustten vol bewondering
op Hilda's mooie gezicht.
„U bent een uitstekende vriendin voor mij
geweest," was het nadrukkelijke antwoord, „en
nu wil ik alles voor u doen, wat ik kan. Mijn man
- Gregory wil ook graag al het mogelijke doen. U
bent zoo goed geweest voorjoan zijn dochtertje."
„Joan Het zieke meisje trok haar wenkbrau
wen weer samen. „Ik heb een gevoel alsof ik tast
naar den weg om uit u een groote duisternis te
geraken ik geloof, dat er ergens licht is, maar ik
kan het niet zien."
„O, er is zéker ergens licht," zei Hilda vroolijk.
„Wij weten nu wie u bent, en we konden daar
eerst niet achter komen, en.
„Ik kan nog niet begrijpen, waarom ik hier
ben," onderbrak de andere haar en haar blik
dwaalde door de kamer. „Waarom hebt u toch
een vreemde opgenomen Waarom bent u allen
zoo vriendelijk voor me
„U ging naar het ziekenhuis in Rinderly om
daar een patiënt op te zoeken, een zekeren mijn-
In het volgende nummer hopen wij een begin
te maken met de publicatie van een nieuwe
vervolgroman van de hand van den geliefden
Engelschen schrijver Charles Garvice, getiteld
Een verhaal van adembenemende spanning, het
welk gedeeltelijk speelt in Australië, op het
Engelsche platteland en in Londen. Onze lezers
zullen van week tot week het dramatisch verloop
der gebeurtenissen met de grootste belangstelling
volgen. Daar houden wij ons van overtuigd.
heer Fraser, Geoffrey Fraser, en op den terugweg,
juist toen de auto hier de poort van het park
binnenreed, gebeurde het ongeluk. U werd tegen
den kant van den weg opgeslingerd, waardoor u
het bewustzijn verloorgelukkig was het niet
erg ver van het huis, dus werd u direct hier ge
bracht in deze kamer. We legden u niet in de kinder
kamer we dachten, dat het hier rustiger zou zijn."
„De kinderkamer? Rustiger?"
„Ja. Ziet u, zooals ik al eerder zei, u hebt hier
al een tijd bij ons gewoond en voor Gregory's doch
tertje gezorgd, maar we wilden u niet daar in de
kinderkamer brengen, omdat Joan u kon storen."
„Maar dat is zeker een vergissing. U zegt, dat
ik hier woon. Maar hoe kan ik hier wonen Waar
om zou ik hier wonen Het is erg vriendelijk van u
om mij op te nemen na een auto-ongeluk, en zoo
veel voor mij te doen. Maar er is zeker een vergis
sing in 't spel over dat wonen van mij hier Mijn
naam is Leslie Reynolds, Margaret Leslie Reynolds.
Iedereen noemt mij Margaret, behalve één persoon,
en hij zegt altijd Leslie en mijn ring wacht,"
ze brak haar zin af en een zeker licht straalde
plotseling uit haar gezicht, „wacht, laat me even
denken," ze sprak met beklemden adem en haar
woorden schenen over elkaar te struikelen „het
licht is gekomen, het is als een vloed van licht
alles is duidelijk. Ik kan het me allemaal herinne
ren. Ik herinner me Dropsley, en hoe ik daar van
daan reed, en het ongeluk met de fiets, en toen
het ziekenhuis," ze sprak langzamer. „De zuster
hield niet van me. Waarom hield ze toch niet van
me Maar dat komt er niet op aan, ik herinner me
nu alles 1 En o 1 Ik heb tegen Geoffrey gezegd, dat
ik hem nooit van mijn leven gezien had. Ik her
kende hem niet. Ik vond hem een vreemde. O,
zend hem direct een boodschap, dat mijn geheu
gen is teruggekomen 1"
De geestelijke van de gemeente kreeg, wat zijn
oneerbiedige dochter noemde, „een reuzen schok,"
toen hij een paar dagen later geroepen werd om het
huwelijk in te zegenen, welke plechtigheid met
een speciale vergunning plaats had in een der
logeerkamers van Hathermere Court.
De holoogige en bruingebrande bruidegom werd
naar zijn plaats gebracht, ondersteund door
Maurice Sterne, en dicht bij de bruid, die op vele
kussens lag, stond Lady Marshland, een zachtere
en lievere Hilda dan die van eenige maanden ge
leden een Hilda, die veel van die zachtheid en lief
heid verschuldigd was aan het meisje op de kussens.
„Ja," zei Sir Gregory tegen den geestelijke, eer
hij hem de kamer binnenbracht, „men heeft het
raadzaam geoordeeld voor de beide patiënten, dat
het huwelijk zonder uitstel zou plaats hebben.
Mijnheer Fraser is een eenzame man en nog niet
sterk. Juffrouw Reynolds heeft geen bloedverwan
ten en zal nog wel eenige weken invalide zijn. Ze
hebben beiden een ontzettend moeilijken tijd ach
ter den rug en de dokters raden ten sterkste aan,
dat ze onmiddellijk trouwen. Mijn vrouw en ik
staan er op, dat ze hier nog een tijdje blijven. Ze
wilden weggaan en waren bang, dat ze ons tot
last zouden zijn, maar we laten ze eenvoudig
niet gaan. Het huis is groot, ze kunnen hier mak
kelijk logeeren en ze kunnen zoo vrij zijn als ze
willen. Juffrouw Reynolds heeft ons onschatbare
diensten bewezen ze is een uitnemende hulp
geweest bij mijn kleine dochtertje, en mijn vrouw
is zeer aan haar gehecht. We zijn heel blij, dat we
op onze beurt iets voor haar kunnen doen."
„En de ring zei de geestelijke, toen alle voorbe
reidingen afgeloopen waren, en hij keek rond onder
zijn klein gehoor „hebt u den ring, Fraser
Een eigenaardige glimlach kwam op het gezicht
van den bruidegom en de bruid lachte zachtjes.
„Het is geen trouwring, zooals het feitelijk
hoort," zei zij, „maar we hebben dezen het liefst
hij beteekent zooveel voor ons, en ik zou liever
daarmee getrouwd worden dan met den aller-
correctsten trouwring ter wereld."
En tot verbazing van den geestelijke zag deze
op het oogenblik, dat hij het kerkboek aan den
bruidegom voorhield voor den ring, dat op het
boek niet het eenvoudige gladde gouden bandje
werd neergelegd, dat hij gewoon was te hanteeren,
maar een ring, waarin een enkele prachtige sma
ragd schitterde, een ring, dien Geoffrey teeder
aan Leslie's vinger stak, toen hij zacht en eer
biedig den zin begon te herhalen, die haar tot
zijn vrouw maakte „Met dezen ring neem ik u
tot vrouw...." EINDE.