No. 17
VRIJDAG 10 JULI 1931
337
Oud- en jong-Beyerland.
en verwaarloosd voelen. En nu zou ik dat zoo
graag 'n beetje goed willen maken."
„Ja, ja," mompelde hij. „De advocaat, mr.Floss."
„Die wil er niet van hooren," zei ze, „en ik,"
ze lachte, „ik ben vreeselijk bang voor dien ouden
man."
Mr. Layton glimlachte.
„Hij is wel iemand om bang voor te wezen," gaf
hij toe.
Esther lachte weer.
„Hij heeft 'n manier om z'n wenkbrauwen te
fronsen en „Tut, tutte zeggen, die me doods
benauwd maakt. En toen ik hem zei, wat ik doen
wilde, heeft hij z'n wenkbrauwen vreeselijk ge
fronst en hij heeft minstens vier keer „Tut, tut"
gezegd. Hij zei, dat ik te jong was, dat ik 't recht
niet had om den vrouwelijken Don Quichotte uit
te hangen kortom, hij wist me onder de knie te
krijgen. Maar ik heb een groot inkomen, niet
„Zeer groot. Men zou het zelfs enorm kunnen
noemen," zei mr. Selby Layton, met een zachten
glimlach, ieder spoor van jaloezie onderdrukkend.
„Nou, goed dan. Waarom zou ik de helft ervan
niet aan de anderen kunnen geven, die niets
gekregen hebben
Mr. Selby Layton vond het plan afschuwelijk en
gewoonweg idioot.
„Als u zich die weelde kon veroorloven," zei hij
nadenkend.
„Als ik me dat kon veroorloven En u zegt
zelf, dat ik een enorm groot inkomen heb," zei
Esther.
„Ja zeker, maar het goed is ook enorm groot en
het zal heel wat kosten, om dat te onderhouden."
Esther zuchtte en ze lachte eenigszins ongeduldig.
„U bent haast even erg als mr. Floss riep ze uit.
„O, toch niet heelemaal zoo erg, hoop ik
zei hij met z'n lieven glimlach. „Ik wilde alleen
maar zeggen, dat de helft wat veel is misschien
te veel."
„Nou dan, 'n derde deel, of 'n vierde part
wat ik missen kan!" zeiwEsther ongeduldig.
„Ik dacht, dat u me hier wel mee zou willen
helpen, zonder dat mr. Floss er iets van te weten
komt. Ik veronderstel toch, dat ik met m'n geld
doen kan, wat ik wil, als ik het landgoed behoorlijk
onderhoud
„Zeker," zei hij. „En ik zal werkelijk blij zijn, als
ik u van dienst kan wezen. Moet ik nog zeggen, dat
ik trotsch ben op uw vertrouwen in mij, miss
Vancourt
Zijn stem was zacht als fluweel en hij boog zich
voorover met een glimlach beminnelijker dan ooit.
Esther knikte.
„Het is zeer vriendelijk van u. Ik ben bang, dat
u er heel wat last mee zult krijgen ik had daar
eigenlijk nog niet aan gedacht, want het idee is
zooeven pas bij me opgekomen. Maar ik dacht, dat
u wel zou kunnen uitvinden, wie van hen geld
noodig heeft. U kent ze misschien wel, en ik niet,
ziet u."
„Ik moet bekennen, dat ik ze ook niet ken," zei
hij. „Ik heb alleen gewoond, en zij zijn overal ver
spreid Maar ik zal ze wel weten te vinden en
dan zal ik 'n lijst opmaken onder één voorwaar
de, miss Vancourt."
„En die is?" vroeg Esther, vlug opkijkend.
„Dat u één van hen uitsluit."
„Ja zei ze nieuwsgierig. „Wie dan
„Selby Layton," zei hij op zachten toon.
Esther kleurde.
„Wat moet u wel van me denken Het leek wel,
of ik u geld aanbood," zei ze vlug. „Maar ik wist
niet eens, dat u arm was."
Hij lachte, met een prachtige nabootsing van
openhartigheid.
„Zoo arm als de spreekwoordelijke kerkmuis,"
zei hij luchtig. „Ik hoop, dat ik even eerlijk ben,
maar in elk geval ben ik trotsch. Selby Layton
mag dus niet voorkomen op de lijst. Vindt u dat
goed
Esther boog het hoofd. Ze wist niet, wat te zeg
gen. Er was eenige oogenblikken stilte. Toen keek
ze op.
„Dit moet een geheim blijven tusschen ons
beiden, mr. Layton. Ik wil niet, dat iemand hier
iets van te weten komt."
Ze gluurde naar miss Worcester, die over haar
breiwerk zat te knikkebollen en Selby Layton
boog, inwendig juichend.
„Ja, ja, dat begrijp ik," murmelde hij. „U kunt
me vertrouwen, ik geloof, dat ik u precies begrijp
u wil de familieleden, die het noodig hebben, hel
pen zonder hun te laten weten, waar vandaan die
hulp komt."
Esther knikte.
„Juistzei ze vlug en op zachten toon. „Ik ben
u zeer dankbaar, mr. Layton."
„De dankbaarheid is geheel aan mijn kant om
het vertrouwen, dat u in me stelt," zei hij zéér
vriendelijk.
Esther richtte, als verlicht, het hoofd op.
„Houdt u van muziek vroeg ze. „Zoo ja, dan
zal ik iets voor u spelen. Ik ben bang, dat u 't hier
nogal saai zult vinden."
Ze wachtte niet tot hij protesteeren zou, doch
begjn meteen te spelen. Hij ging in 'n stoel zitten
en leunde achterover en later vroeg hij haar om nog
wat te spelen. Ze wilde al beginnen, toen haar op
eens iets inviel en zei
„Misschien speelt of zingt u zelf Wil u niet wat
laten hooren
Hij haalde de schouders op en scheen te aarzelen,
maar ten slotte stond hij op en ging naar de piano.
Er waren vele menschen, die niet van mr. Selby
Layton hielden, zoo ze hem niet haatten, maar
geen hunner rtad ooit durven beweren, dat hij niet
muzikaal wasi) Esther was opgestaan in de ver
wachting een middelmatig spel te zullen hooren,
maar nauwelijks had hij de eerste accoorden aan
geslagen, of ze hief, met plotselinge verbazing en
belangstelling, het hoofd op, en toen hij zong wer
den haar oogen donker, want de man had niet
alleen een prachtige stem, maar hij speelde en
zong tevens als een kunstenaar. En Esther hield
hartstochtelijk veel van muziek.