338 VRIJDAG 10 JULI 1931 No. 17 Miss Worcester werd wakker, richtte zich op en fluisterde „O, lieve Esther, wat 'n prachtstem Esther antwoordde niet. De prachtstem hield haar gevangen. Mr. Selby Layton zonder meer en Mr. Selby Layton aan de piano waren twee ver schillende menschen. Esther's wangen kregen kleur, ze sloeg haar oogen neer en met heel haar hart luisterde ze naar de melodie, die nu eens zacht en teeder, dan weer ernstig en droevig door het groote vertrek klonk. Mr. Selby Layton scheen scheenzich geheel onbewust van den indruk, dien hij maakte hij zong met gemak, strak voor zich uitkijkend, als zocht hij naar de woorden van zijn lied, alsof dit iets heel gewoons was. Toen de laatste klanken waren weggestorven, liep Esther dadelijk naar de piano. „Waarom hebt u niet gezegd, dat u zingen kunt als als een Caruso zei ze. Selby Layton keek naar haar op met een lieven glimlach en met 'n lichte verbazing. „Het is maar goed, dat Caruso u niet meer kan hooren, miss Vancourt. Hij zou anders net zoo schrikken als ik, denk ik. Maar ik ben blij, dat het lied naar uw zin was," voegde hij erbij, terwijl hij opstond. „Staat u nou nog niet op zei ze bijna dwingend. „U moest eigenlijk met 'n ketting aan de piano vastzitten 1" „Als 'n aap 1" voegde hij erbij met een vroolijken lach. Maar hij ging weer zitten en zong opnieuw. Ditmaal zong hij een eenvoudige ballade, maar hoeveel wist Selby Layton daarvan te maken De tranen waren niet ver van Esther's oogen, ter wijl ze luisterde. „U zou 'n fortuin kunnen verdienen met uw stem 1" zei ze opgewonden. Hij glimlachte bescheiden. „O neen, vast niet 1 Er zijn duizend betere stemmen." Esther schudde het hoofd. „Ik kan erover meepraten. Ik heb muziek lessen gegeven." Hij zocht tusschen de muziek en hield haar een stuk voor. „Wilt u me 'n groot genoegen doen Maar Esther schudde het hoofd. „Liever niet." Hij zocht weer en vond een duet. „Wilt u dan met mij samen zingen vroeg hij zeer beminnelijk. Esther haalde de schouders op en ging, half tegen haar zin, naar de piano. Het duet klonk heel goed, maar Esther merkte, dat mr. Selby zijn stem ondergeschikt maakte aan de hare. „U meent 't goed met me," zei ze lachend. „Neen, ik zing niet meer ik geloof, dat ik moe ben." Miss Worcester stond op en rolde haar breiwerk bijeen. „U weet, waar uw kamer is, niet mr. Layton. Ik hoop, dat alles in orde zal wezen." Hij boog en begeleidde de beide dames naar de deur en Esther wees naar de deur van de biljart kamer. „U kunt daar allerlei vinden, waar de ziel van 'n man naar haakt, eer hij naar bed gaat," zei ze, toen ze hem goeden nacht wenschte. Mr. Selby Layton hield haar kleine, warme hand in de zijne en hij had ze gaarne willen drukken, maar er was iets in het kalme gezicht, dat hem terug hield. Hij was echter zeer tevreden met zichzelf, toen hij naar de biljartkamer ging en toen hij 'n whis- key-soda klaar maakte en een van de echte Havana's opstak, welke Sir Richard met de rest van zijn goederen aan miss Esther Vancourt had nagelaten, glimlachte hij vergenoegd. „Niet kwaad voor één avond. Ik heb haar ver trouwen gewonnen en heb 'n geheime opdracht gekregen en m'n stem heeft ook al 't hare gedaan. Heusch, niet kwaad Wat is ze mooi 1 Ik heb altijd 'n zwak gehad voor 'n mooie vrouw. Dat meisje bevredigt m'n artistieken smaak." Hij keek cri- tisch om zich heen. „Heel mooi, behalve die fries. Die zou ik veranderen 1" Toen Esther haar tante eindelijk de kamer uitgekregen had, stond ze in een kimono voor den spiegel zachtjes de melodie te neuriën van Selby Layton's ballade, terwijl ze haar plan, om iets te doen voor de arme familieleden van Sir Richard, overdacht. Toen dacht ze opeens weer aan den eigenaardigen jongen man, dien ze dien dag ont moet had. Ze ging naar het venster, schoof de gordijnen ietwat open en keek naar buiten. Ze kon het dak van de boerderij heel duidelijk zien in het maanlicht en droomerig stond ze er even naar te kijken. Toen liet ze, met een gebaar van ongeduld, het gordijn weer vallen en keerde zich om, alsof ze boos was op zichzelve, omdat ze aan hem dacht. ZESDE HOOFDSTUK. "poen Esther en miss Worcester waren weggere- den, stond Jack bij de poort, haar na te kijken, met een alles behalve tevreden uitdrukking op 't gezicht. Want al had hij nu 'n betrekking ge vonden, het was toch wel de laatste, 'die hij zou hebben uitgekozen. Het was allemaal goed en wel, z'n bezittingen aan een jonge dame over te doen, maar hij had er niet op gerekend, dat hij 'n poos lang zou moeten aanzien, hoe die jonge dame zijn land beheerde en zijn geld opmaakte. „Maar 't hoort er nu eenmaal bij," zei hij bij zichzelf. „Het is allemaal voor haar broer die zijn leven voor me heeft opgeofferd. Het was van daag anders 'n mooie vertooning. Ik ben benieuwd of er ook 'n bedrijf komt met 'n diner erin, want ik heb honger als 'n paard." Op dat oogenblik kwam mrs. Martin, alsof ze zijn gedachten geraden had, bij de deur om hem binnen te roepen en daar stond een stevig maal op hem te wachten. Ik dacht dat u misschien honger had," zei ze, als verontschuldigend. „Mrs. Martin, u redt me het leven, en nog maar net op 't nippertjeverklaarde Jack, terwijl hij zitten ging en aanviel. „Eigenlijk moest ik aan hongerlijden gewend zijn, want er zijn in m'n leven dagen genoeg geweest, dat ik van alles wat kreeg, behalve eten. U vindt 't immers goed dat ik dat been aan Bob geef Hij gedraagt zich altijd keurig hij gaat er mee naar de mat." Mrs.Martin knik te. Ik ben blij, dat u hier blijft, me neer Zij aar zelde. „GordonJack Gordon," zei Jack, een plak ham nemend. „Ik weet niet, wat we hadden moeten aanvangen als u niet gekomen was. De Voor zienigheid heeft ons geholpen. Onze vorige meester knecht zorgde bijna voor al het werk op de boerderij, want Martin Ze zweeg even, en Jack begreep haar. „Ik zal m'n best doen, mrs. Martin," zei hij. „Ik mag wel zeggen, dat ik op de hoogte ben van 't boerenwerk. Maar Martin zal toch 'n beetje ge duld met me moe ten hebben. Het was heel vriende lijk van miss Van court om me aan te bevelen na zoo'n korte kennis making. Ik vind, dat u allemaal goed van vertrouwen bent. Want hoe kan u nou weten, of ik u niet alle- Ezeltje rijden' in Drift's stralen. maal zal vermoorden in uw bed en er vandoor te gaan met de de lepels Mrs. Martin glimlachte en scheen het niet noodig te vinden, hierop te antwoorden. „Ze is een echt vriendelijke jonge dame," zei ze. „Arm^ding!" Jack keek op van z'n bord. „Arm ding „Ja," zei mrs. Martin met een zucht. „Ze is nog zoo jong voor zooveel geld en verantwoorde lijkheid." „O, ze zal het er best mee klaar spelen, dat zult u zien zei Jack, bedenkend hoe gemakkelijk hij het gewicht van Vancourt Towers en Sir Richard's duizenden zou hebben kunnen dragen. „En nou 't spijt me wel, maar ik kan heusch niet meer eten nou zal ik eerst maar eens 'n kijkje gaan nemen over de boerderij als ik mag." „Ik zal Georgie roepen, dan kan hij met u mee gaan," zei mrs. Martin. „Hij zal u 't huisje van den meesterknecht wijzen. U kunt daar slapen hier hebben we geen plaats maar u kunt hier komen eten, voorloopig in elk geval. Ik hoop, dat alles naar uw zin is.." Jack lachte vroolijk. „Ik heb te dikwijls in de open lucht geslapen en niet altijd bij best weer, om kieskeurig te wezen en ik verwachtte nou eigenlijk niets meer dan 'n hooizolder Bob en ik hebben vaak genoeg in 't hooi geslapen, en als ossen, hoor I" Hij stak z'n pijp aan na mrs. Martin eerst om toestemming te hebben gevraagd en ging naar buiten, gevolgd door Bob. Toen zijn ferme stap op den vloer klonk, riep Nettie's zwakke stemmetje „Kom je terug?" „Ja hoor 1" riep hij. „Je bent me nog niet kwijt. En nou gaan slapen, hoor." Met den verbaasden Georgie naast zich inspec teerde Jack een deel van de boerderij. (Wordt voortgezet)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 16