No. 17
VRIJDAG 10 JULI 1931
Dan rijst in de verte de luchtige
bouw op van de Towerbridge
dingen, brengt ons in hooger
sferen, maar dan is de groote
pier te Hoek van Holland
bereikt en komen we in de
eenigszins woelige wateren
van de wijde zee, waarvan
de dichter zong
„De zee, de zee klotst
voort in eindelooze deining,
De zee, waarin mijn ziel
zichzelf weerspiegelt ziet.
En dan blijft het uren en
- 'I-
De rivier de Theems leverde
aardige aanblikken op, met
de vele typische zeilbooten.
uren zee, lucht en water en
wat wind. Een ongewoon
schouwspelDoch er is ook
de gezelligheid ep intimiteit
van de keurig ingerichte
boot, met haar helder kunst
licht, haar gerieflijke stoelen,
haar aangename zalen en
kamers en we geven den
passagier gelijk, die 't heel
„knus" vond in die kleine,
veilige gemeenschap op de
groote, donkerende zee.
Langzamerhand gaat men
ter rust, alleen het perso
neel, onder leiding van den
Eep eerste gezicht op Engeland: Gravesend, waar de Batavier-passagiers landen.
kalmen, vertrouwen-wekkenden kapitein,
waakt en werkt.
De marconist met zijn oolijken „kop"
blijft luisteren in zijn fel-verlicht appar
tement, de eerste „stuur", die goedige,
glimlachende reus, is op zijn post, evenals
de stoere machinist en alle anderen. Men
voelt zich veilig en wel en kruipt tevreden
ter kooi. Dit is eigenlijk niet het goede
woord voor het zeer comfortabele nacht
verblijf, waar alles tip-top in orde is.
Gerust en rustig brengt men den nacht
door boven den diepen afgrond der zee
Dan vroegtijdig de klop op de deur. Allen
worden gewekt, want we naderen Graves
end. De Engelsche loods komt aan boord
en het genoemde plaatsje met den vrien
delijken toren is in zicht.
Als de passagiers in Gravesend van boord zijn
gegaan, om met den trein Londen te bereiken,
Ook zagen we de groote
plezierbooten van Lon
den naar Margate, zoo-
alsdie bij ons van Rotter
dam naarden Hoek gaan.
De gezagvoerder van de
Batavier op de brug
stoomen wij verder de Theems op en bekijken met
alle aandacht de beweging op de rivier en het
aspect der oevers.
Soms doen die oevers, met hun techniek en be
drijven, denken aan Rotterdam, maar het land
schap erachter is geheel anders dan in Nederland;
't is licht heuvelend, met gekalkte huisjes en vele
groene boompjes bekroond. De kapitein veroor
looft ons, even een kijkje op de brug te nemen,
daar hooren we hem zijn korte bevelen geven,
door loods en roerman herhaald, 't Geeft een hech
ten indruk van ernst, van plicht.
De Hollandsche loods, die aan boord was ge
bleven en met wien we ook een prettig gesprek
hadden, zag hier, op de Theems, zijn taak over
genomen door den Engelschen collega.
De rivier de Theems leverde aardige aanblikken
op, met de vele typische zeilbooten, waarvan we
enkele op de gevoelige plaat brachten. Ook zagen
we de groote plezierbooten varen van Londen naar
Margate, zooals die bij ons van Rotterdam naar
den Hoek gaan. We passeerden Greenwich, waar
voor den zeeman de wereld begint, verder de ge
weldige Fordfabrieken aan de andere zijde, een
groot aantal zeer leelijke, oude pakhuizen en dan
rijst in de verte de luchtige bouw op van de
Tower-bridge (Toren-brug), waarvan juist, wat
zelden gebeurt, één deel open was om een sleep
te laten passeeren (Zie foto).
Tusschen Tower- en Londonbridge wordt de
aanlegplaats der Batavier
bereikt en na eenigen
tijd zetten we voet aan
wal in de grootste en in
vele opzichten merkwaar
digste stad van de we
reld Londen, met haar
enorm aantal inwoners,
zóó velen als heel Neder
land bevolkenVan die
markante stad, met haar
pleinen en standbeelden,
haar, met hooge, rood ge
kleurde bussen overvolle,
drukke straten, haar
sprookjesachtige onder-
grondsche treinen, haar
Hydepark, paleizen enge-
bouwen, als Parlements
gebouwen, Scotland Yard,
enz. vertellen we in een
interessant geillustreerd
slotartikeltje verder.
K. de H.
We passeerden Greenwich, waar
voor den zeeman de wereld begint.