No- 18 - VRIJDAG 17 JULI 1931 351
een Mr. Mazeline uit Quebec. Ken je ze soms?"
Ik geloof.ik weet niet zeker.
l.ance voelde zich belachelijk. Hij wilde, dat hij
mets gevraagd had, en nog liever, dat hij niets ge
weten had Fay hier Nog geen twintig mijl van
Crum's ranch Emma zou eF nog geen twee uur
v er doen. Fay zoo dicht bij I
..ZooJe hebt dus mijn vrouw het leven gered,
jonge man," vervolgde Mr. van Menterghem op
zijn joviale manier. „Nu moet je ook met mijn
familie kennis maken, voor zoover je dat nog niet
gedaan hebt. Fay is een zonderling kind, maar zij
is een bovenste beste en houdt dolveel van haar
moeder, maar Tom dat is mijn stiefzoonKen
je hem misschien
Neen," kon Lance rustig antwoorden hij had
Tom Mazeline ook werkelijk nooit ontmoet, want
de jongen was nog op kostschool toen hij, Lance,
io i anada vertoefde.
n Onhandelbare jongen," vervolgde Mr. van
Menterghem met een misprijzend hoofdschudden.
„Ik kan niets met hem aanvangen. Daarom dacht
ik erover.... Luister eens," onderbrak hij eens
klaps zichzelf, als was hij plotseling besloten niet
langer om de kwestie heen te draaien. „Ik mag je
graag, dat is de waarheid. Je hebt je vanmorgen
verduiveld moedig gedragen, dat is ook waar, en
ik hen je iets verschuldigd. Dat is de derde waar
heid. Nu, zeg me eens, ben je tevreden met je
hetrekking bij Crum
ja, sir," antwoordde Lance. „Ik ben tevreden,
ja. v>oor zoover dat mogelijk is."
Verlang je niet te verbeteren?"
.Dat hangt ervan afMr. Crum is erg vrien
delijk voor me. Ik zou hem niet graag in den steek
laten." jr
Ook niet, als ik je tien dollar per week meer
aanbied dan hij? Hetzelfde werk.... toezicht
np de farm, het vee, de paarden. Daarnaast doe
ik nog zaken. Ik verkoop goederen in commissie.
Ik heb iemand noodig, dien ik kan vertrouwen
Nu, wat zeg je ervan Vijf honderd dollar
per maand het eerste jaar het volgend jaar acht
honderd.
Maar ik kan Mr. Crum niet in den steek laten."
Natuurlijk niet, en dat waardeer ik ook zeer
in je, jongeman maar dat kan ik wel met
Mr. Crum regelen."
„Hoe?"
Ik kan hem voor jou in de plaats een van mijn
mannen geven een, die tien keer meer onder
vinding op het gebied van
veefokkerij heeft dan jij.
Mr. Crum zou ik weet niet
wat geven om hem te heb
ben. Vroeger kon ik hem niet
missen, maar nu ik de vee
fokkerij er zoo goed als aan
gegeven heb, heb ik hem
niet meer zoo dringend noo
dig. Mijn zaken leveren me
meer op ik drijf nog slechts
een kleine farm. Nu, wat
denk je ervan
Ik moet eerst weten, wat
Mr. Crum ervan zegt."
„Ooed, maar laat mij dan
eerst met hem praten."
l.ance voelde zich onzeker,
en gaf dit met een schou
derbeweging te verstaan. Hij
begreep niet goed, wat deze
man met zijn voorstel voor
had. Want ze waren toch
absoluut vreemden voor el
kaar Mr. van Menterghem
scheen zijn aarzeling te be
grijpen en drong nog meer
aan.
„Luister nu eens, jonge
man," zei hij. Ik zat je
'eggen, wat mijn plan was.
Die stiefzoon van me, Tom
Mazeline, is mijn grootste
zorg, en eveneens van zijn
moeder en zuster. De jongen
is niet bepaald slecht
maar zwak, begrijp je, erg
zwak. Als stiefvader heb ik
natuurlijk niet den minsten
invloed op hem geen van
heide kinderen vond het
prettig dat hun moeder hertrouwde Tom is er
razend over geweesthij heeft het me nog steeds
niet vergeven. Nu, ik heb mijn best gedaan, maar
van me houden zal hij nooithij zal altijd tegen
mijn „indringerigheid", zooals hij het noemt, blij
ven wrokken en mokken zijn moeder is ziekelijk,
en waar het Tom betreft, erg toegevend. Tot nu
toe is Fay er nog geweest.maar.
„Tot nu toe?" herhaalde Lance, in een vaag
voorgevoel, dat hem iets dreigends boven het
hoofd hing. Ging Fay weg Nu hij haar pas had
gevonden Ofof wat
„Fay," vervolgde Mr. van Menterghem, „had
wel eenigen invloed op den jongen op zijn manier
houdt hij zelfs van haar, ik geloof zelfs meer van
haar, dan van zijn moeder. Maar ja
Wat Wat Waarom sprak hij niet verder
„Zie je, als ze eenmaal getrouwd is.
Getrouwd Dat was het dus. Lance had het
voelen aankomen. Hij wist, dat dit had moeten
komen en toch was hij er niet op voorbereid
hij voelde zich als iemand, die een slag met een
zak zand op zijn hoofd heeft gekregen. Verdoofd,
verbijsterd. Niet meer in staat te denken. Hij sprak
werktuiglijk, zonder besef van hetgeen hij zei
„Getrouwd, rei u?"
„Tenminste, dat zal er wel gauw van komen.
Ze heeft hem in ieder geval niet geweigerd...."
„Wien niet geweigerd?"
„Mr. Oskar Horfman," antwoordde Mr. van
Menterghem, en hij sprak dien naam zoo rustig
uit alsof het de naam van een gewoon menschelijk
wezen en niet die van een doodsvijand was, van
een duivel, die het waagde aan zijn Fay te raken,
zijn, zijn, zijn eigen Fay. Of neen, niet zijn Fay,
want hij had haar als een gewetenlooze dwaas
verwaarloosd haar. de eene en eenige Fay op deze
ellendige wereld.
Mr. Oskar Horfman
Lance herinnerde zich hem. Eensklaps herinnerde
hij zich hem dat was die vent, die vanmorgen
het erf was komen oprijden en z'n merrie aan
Mr. Crum had verkocht. Lance zag hem zoo duide
lijk, ais stond hij voor hem. Zwart snorretje, glad,
zwart haar dat naar achteren gekamd en geplakt
zat, een litteeken over zijn linkerwang, 'n elegante
rijbroek, keurige kieeren, ring met diamant, hooge
boord, rijzweep, kostbare cigarettenkoker, bevelen
de stem en een Duitsch accent. Lance zag en hoorde
alles weer. De honden blaften. „Houd die smerige
honden uit mijn buurt f" „Een verstandige hond,
Bnkmschjf.
dat mormel van je." Zoo'n vent, een kerel met zulke
hebbelijkheden, kon je ie immers onmogelijk naast
Fay voorstellen. Dat huwelijk zou dan ook nooit
plaats hebben. Niét zoo lang hij leefde
Mr. van Menterghem vervolgde
„Geld genoegeen flinke zakenkerel, keurige
verschijning je zult hem dadelijk wel zien hij
komt bijna iederen dag aan, nu zij practisch zoo
goed als verloofd zijn."
Zoo goed als verloofd I Goeie genade
„En als Fay eenmaal het huis uit is.... Nu,
dan weet ik werkelijk niet, wat er met dien jongen
moet gebeurenGeen mensch heeft eenigen
invloed op hem. De moeder is een en al toegevend
heid.... daarom dacht ik, als jij...
„Ik? Wat denkt u, dat ik....?"
„O I Ik weet, als het er op aankomt, heel wat
meer van je dan je denkt."
„Weet u.Maar was die man krankzinnig
Hij wist.Wat wist hij dan. „En wilt u me dan
toch als.
„Ja. Je zou mijn manager kunnen zijn, mijn
secretaris of hoe je het noemen wilt en intusschen
den jongen nagaan trachten met hem bevriend
te worden invloed op hem uit te oefenen. Ik
had zoo gedachthet buitenleven zal hem góed
doen visschen, jagen, paardrijden jij bent zelf
een uitstekend ruiter paardrijden zou uit Tom
een man maken hij heeft zooiets nooit gedaan."
„Maar waarom kiest u juist mij daarvoor uit?"
„Omdat ik sympathie voor je voel ik mag die
jonge Engelschen wel, die van huis uit gentleman
zijn en toch niet tegen werken opzien."
„Hoe weet u.
„Wat
„Iets over mijn verleden Ik kan., ik kan net zoo
goed 'n ontsnapte gevangene zijn, of iets dergelijks."
„Miss Browne heeft me alles verteld."
Lance fronste zijn wenkbrauwen. Hij begreep
er niets meer van, wist ook zoo gauw niet wie miss
Browne was.
„De verpleegster van mijn vrouw," verklaarde
Mr. van Menterghem. „Zij vertelde me, hoe flink
en moedig je je vanmorgen gedragen hebtmijn
vrouw zei wel hetzelfde, maar zij kende je niet
maar miss Browne schijnt je op de Meren te hebben
ontmoet, en het vorig jaar in Winnipeg zij kende
ook de menschen, bij wie je in de garage hebt ge
werkt ze vertelde me, dat je een Engelschman
bent en een gentleman dat is voldoende voor me.
Meer hoef ik niet te weten." (Wordt voortgezet)
'Acfa)