DIE ZICH SCHUIL HIELD
uu OR CHARLES GAR VI CE
9e &rfq enaam
Bob vergeet z'n vrienden of z'n weldoeners
nooit,"zei Jack. „Zooiets laat hij over aan
ons, menschen."
Esther hield Bob's neus tusschen haar
blanke handen en toen Jack ernaar keek, dacht hij
aan de maat van den handschoen. Er was een lichte
kleur in haar gezicht en ze was zoo druk bezig
met den hond, dat ze de tegenwoordigheid van
diens meester scheen te hebben vergeten.
„Neemt u me niet kwalijk, miss Vancourt,"
zei Jack na een pauze, „dat ik u gestoord heb
maar ik ben in het huis geweest om u te spreken
te vragen en ze zeiden me, dat u misschien in den
tuin was."
„Wilde u me spreken vroeg Esther koel. „Hoe
gaat het met Martin
„O, dat gaat best, dunkt me."
„Dat doet me genoegen," zei ze op denzelfden
koelen toon. Ze had, onder half neergeslagen oog
leden uit, even naar hem opgekeken; toen streelde
ze Bob weer, met die onverschilligheid voor de
nabijheid van den man, die zelfs een heel jong
meisje meesterlijk weet voor te wenden.
Jack voelde zich er lichtelijk door geïrriteerd
en op tamelijk bruusken toon zei hij
„Hebt u er op tegen, als ik de meeste boomen
op de velden van de boerderij omkap, miss Van
court
Esther keek vlug op.
„De boomen omkappen zei ze verbaasd.
„Waarom? Waarom wil u die weg hebben?"
Jack richtte zich op. Het is zelfs voor een ge-
duldigen man moeilijk om de algemeene regelen
van het landbouwersbedrijf aan 'n
jong meisje uit te leggen en Jack
Oordon was heelemaal niet geduldig.
„Er kunnen geen mangelwortelen
of koren of wat ook groeien in 'n
veld, waar boomen staan," zei hij.
Esther staarde hem aan.
Waarom probeert u 't dan zei
ze. „Boomen zijn toch veel mooier
dan mangelwortelen Wat zijn eigen
lijk mangelwortelen, mr. Zij
aarzelde.
„Oordon. Jack Gordon," zei hij
z'n hoed lichtend.
Zij boog even toen was ze woedend
op zichzelf, omdat ze dat gedaan had
en ze bloosde.
„Mangelwortelen zijn veevoeder
koeien eten ze," zei Jack.
„Kunnen die dan niet ergens anders
groeien vroeg Esther langzaam.
„O zeker maar dit veld is het beste
van de heele boerderij."
„Waarom hebben ze het dan al
niet eerder geprobeerd Hoe oud is
uw hond, mr. Oordon
„Wordt, vier jaar," antwoordde
Jack kortaf. „De idioten hebben 't
wel geprobeerd, maar daar kwant na
tuurlijk niets van terecht."
„Waarom liet Sir Richard die
boomen niet omhakken
„Misschien was hij er erg op ge
steld sommige menschen zijn dol op
boomen."
„Ik ook," zei Esther uit de hoogte.
Jack knikte.
„Goed, dan zullen we de boomen
laten staan en de rest opgeven." Hij
keek naar Bob, alsof hij wilde heen
gaan, maar hij bleef nog even. „Hebt
u er eenig idee van, wat die eigen
boerderij u kost, miss Vancourt
vroeg hij, half tegen zijn zin, als
gehoorzamend aan een innerlijken
drang.
„Absoluut niet. Waarom
„O. omdat enfin, ik denk, nat
kreeg enkel een indruk van de X'T q
ongedwongenheid daarvan. i\| O» O
„Dit landgoed en al het geld
van Sir Richard was eigenlijk bestemd voor
zijn neef, Sir John Vancourt. Maar hij is ge
storven."
Zij zuchtte en keek strak voor zich uit.
„Wel hard voor hem," zei Jack droogjes, „maar
gelukkig
„Voor mij Zeg dat niet riep ze bijna boos.
,.U zou het ook niet zeggen, als u de heele geschie
denis kende. Het is 'n nare geschiedenis afschu
welijk. Hij hij is in Australië vermoord, juist
na den dood van z'n oom In denzelfden nacht, toen
hij den brief ontving, die hem va.. -rfenis be
richtte."
„Arme kerel zei Jack. „Maar dat was natuur
lijk niet uw schuld."
„N-nee, dat weet ik wel, maar ik kan er toch
nooit aan denken zonder me 'n beetje schuldig te
voelen."
„Ik zou er maar niet meer over denken," zei
Jack.
„Dat doe ik ook niet opzettelijk I" zei ze met
een naïveteit, die Jack even deed glimlachen.
„En toen toen hij dood was, erfde ik het goed.
Vindt u 't niet treurig vreeselijk treurig?"
„Voor u vroeg Jack.
Zij keek hem met eenige boosheid aan en gaf
haar parasol een nijdig duwtje.
„Och, u begrijpt 't natuurlijk niet," zei ze. „Ja,
ik bedoelde voor mij. Maar 't geeft niets, of ik er
al over praat."
„Absoluut niets," zei hij opgewekt.
„Ik moet die boomen dus niet om
kappen, miss Vancourt
Zij duwde haar parasol achterover,
zoodat hij haar gezicht kon zien. Het
zag er, met een mengeling van boos
heid en meisjesachtig ongeduld,
allerbekoorlijkst uit.
„Kap ze voor mijn part om," zei ze.
,,'t Kan mij niet schelen, ik bedeel, ik
heb er toch geen verstand van."
„Maar ik wel," zei hij koeltjes.
„De boomen moeten weg, miss Van
court mangelwortelen kunnen niet
groeien
„Dat hebt u me al verteld," viel
ze hem in de rede. „En 't schijnt, dat
daar juist mangelwortelen moeten
groeien Hebt u 't naar uw zin
Ik bedoel denkt u, dat uw
uw betrekking u bevalt
Zij aarzelde onwillekeurig eer ze
het woord „betrekking" uitsprak.
De jonge man zag er zoo echt uit
als een heer, zooais hij daar tegen
den boom geleund stond, dat het
haar moeilijk viel zich voor te stel
len, dat hij een ondergeschikte
van haar was een soort boeren
knecht.
„O ja, best. Mrs. Martin is 'n goed
mensch en Nettie en ik zijn al kame
raden geworden. Ik zal 't best uit
houden tot Martin weer beter is
Zij keek omlaag naar Bob.
„En dan wat gaat u dan doen
Hij haalde de schouders op.
.De toekomst ligt in den schoot
der goden," antwoordde hij op onver
schilligen toon.
„War een vreemde uitdrukking,"
zei ze, met een glimlach, die haar
zóó bekoorlijk maakte, dat Jack, die
hem voor 't eerst zag, haar bewonde
rend aanstaarde. Toen verdween de
glimlach en zij fronste de wenk
brauwen.
„ik geloof, dat het een Egyptische
't er niet op aan komt. Het spijt me, dat ik u
heb lastig gevallen. Goeden morgen."
Hij riep Bob en de hond rekte zich uit en kwis
pelde met z'n staart, met een verlangenden blik
op de lieve dame.
„Wacht even," zei Esther met haar air van voor
name dame. Ik begrijp het niet goed. Misschien
weet u, dat ik hier pas ben, dat ik eerst kort gele
den meesteres van Vancourt Towers ben geworden.
En ik ik weet nog niet veel van het goed af."
Zij kleurde en ze vergat haar voornaamheid. „Hoe
kan ik nu wat af weten van mangelwortelen. Die
groeien niet in Islington waar ik vroeger woon
de, eer Sir Richard me dit dit allemaal had
laten erven." Ze keek om zich heen.
Jack voelde zich niet op zijn gemak.
„Ik ik heb zoo iets gehoord," zei hij. „Maar
nu bent u hier, nietwaar, en
„Nu is het tijd om wat te leeren, bedoelt u,"
viel ze in, toen hij aarzelde. „Dat zal ieder:en
waarschijnlijk denken en zeggen. Maar de men
schen verlangen zoo veel. Weet ti, mr. Oordon, 'n
paar maanden geleden dacht ik er nog net zoo min
aan, ooit eigenares van Vancourt Towers te zullen
worden, als dat ik verwachtte de de koningin
van Engeland te zullen worden."
Haar oogen glinsterden, haar lippen waren half
geopend, en ze keek hem aan met afwezigen blik.
Jack leunde tegen den boom met zijn handen in
de zakken en ze was zoo verdiept in haar eigen
gedachten, dat zijn houding haar niet opviel ze
Ut-1 imdf i'.mril.