No. 21 VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1931 417 Vanmorgen stond Jack op den gewonen tijd op. Hij had goed gerust en was uitstekend in zijn humeur. Hij ontving vele geschenken van hui ten, onder andere een kist fijne sigaren. Toen de sigaren onderzocht werden, vond men er drie vijlen en vijf fijne zaagjes in. Op de vensterbank van het raampje lag een stuk scheepstouw. Een onderzoek wordt ingesteld. Kwart over tien jack maakt terloops de op merking: „Mijn vrienden zullen me wreken." Tien uur vijfentwintigde weddenschap tus- schen de bankiers William Foggy en Henry Drink water is verhoogd tot twintigduizend dollars." Den derden dag schreef een klein avondblad, dat Jack verdwenen was. In zijn cel had men een vijl gevonden, merk Shoking en Wolf. De sen satie duurde echter slechts een half uur. Het was een reclame-truc van de firma Shoking en Wolf. Jack zat nog steeds in de gevangenis. De betrouwbare Herold gaf een interview met Madame Astarte. Deze zag in een visoen duidelijk, hoe Jack tegen middernacht uitbrak. Hij vluchtte over daken, verborg zich toen in den kelder van een kantoorgebouw. Weervoorspelling luidde stormachtige nacht. Het kon lukken. Tips acht tegen tien. William en Henry plaagden elkaar voortdurend. „Dus je legt 't geld maar klaar, William." „Heb je je cheque ai geschreven, Henry?" Tegen den avond was de spanning koortsachtig. Reporters belegerden het bureau van Sing-Sing. Fotografen en filmmenschen bouwden schijn werpers op daken. Dm acht uur berichtte de late editie: „Jack heeft zijn avondboterham gegeten." Om negen zei de lichtkrant „Het bliksemt en dondert. Jack gaat weer slapen." Half tien „Het licht gaat uit. De wachten patrouilleeren geregeld. Tien uur „De journalisten lossen elkaar af. Om half elf de telefoon „Nou, William „Nou, Henry?" „Zullen we drinken op je nederlaag „Ik heb de twintigduizend maar vast aange broken." „Ik ga naar bed, ik lees 't wel morgenochtend." „Slaap nog maar lekker voor 't laatst De heer William Foggy schrikt wakker. Een verdacht geluid jaagt hem overeind. Hij grijpt in 't laadje van zijn nachtkastje naar de revolver en knipt het licht aan. „Handen omhoog „Legt u dat ding maar weg. Weet u niet, wie ik ben Foggy wrijft zich de oogen uit. „Jack 1 Is 't mogelijk 1 Ben je 't wer kelijk De vreemde wijst op zijn gescheurde gestreepte gevangenispak, zijn ronde muts, op schrammen aan zijn handen en een koord om zijn middel. „Wie anders Jack de Tifilievreter 1" „En nu wou je zeker kleeren hebben, hè Haal maar uit de kast wat je hebben wilt, en maak dan maar gauw, dat je weg komt." „Merci meneer Foggy." „Wou je rooken Ze hebben je sigaren in de gevangenis achtergehou den, heb ik gehoord. Heb je wat geld noodig? Hon derd dollars? Tweehon derd Jack lachte. „Twee honderd dollars U hebt de weddenschap toch ge wonnen Eerlijk deelen, meneer Foggy, dat maakt tienduizend dollars." Foggy ademt snel. „Tienduizend dollar Dat is toch te gek „Als u zoo lang praat, snappen ze ons nog." „Tweeduizend, geen cent meer I" „Tienduizend, geen cent minder." „Waar ga je heen „Terug „Maar dan verlies ik de weddenschap." „U wou toch niet anders?" „Wacht.... Daar ligt mijn chequeboek. Zoo. Maar je gaat niet terug hoor, meneer de Tralie vreter „Morgen William." „Morgen Henry." „Hoe laat betaal je?" V' niewoe annhncp tussclien II exep en (Ie legerplaats (Jlrlebroek. „Jij bedoel jc I" „Wablief „Hij is toch uitgebroken „Staat dat misschien in jóuw krant „Ik heb 't ochtendblad nog niet gelezen. Wacht even, hier staat 'tDe Groote Sensatie van Sing- Sing.... Jack, de Uitbreker, is nog Niet Uit gebroken.... Maar dat is klets! De kerel is er gelukkig uit 1 Kolossaal handig „Zouden de ochtendbladen 't misschien nog niet weten „We wachten iniedergeval tot vanmiddag." „Allright, tot vanmiddag." Tegen den middag kreeg de heer William Foggy een brief en hij las verbaasd de vol gende regels: „Den heer Henry Drinkwater, De cheque, die u mij gaf, heb ik van morgen zonder moeite kunnen innen. De soliditeit van uw firma is boven allen twijfel verheven. Ik geef u gaarne verlof, dezen brief als getuigschrift te gebruiken en even tueel in de bladen te publiceeren. Deze dient tevens als kwitantie voor de tienduizend dollars, die ik van u mocht ontvangen, op voorwaarde, dat ik zoo vlug mogelijk naar mijn cel in Sing-Sing zou terugkeeren. Ik kan echter aan die voorwaarde onmoge lijk voldoen, wijl ik daar momenteel geen domicilie heb. Ik ben namelijk niet Jack de Tralievreter, maar zijn vriend en uw dienaar Dick de chequeverslinder. William Foggy hield vlug een telefoon gesprek met zijn bank, ging toen aan zijn bureau zitten, adresseerde den brief aan den heer Henry Drinkwater en schreef er haas tig een paar regels bij „De schurk heeft klaarblijkelijk de brie ven verwisseld. Stuur mij alsjeblieft het blaadje, dat voor mij bestemd was. Over mijn soliditeit zal de man helaas even gun stig denken. Ik ben alleen benieuwd, wat hij me verder nog schrijft In <1>' omgeotrtg tutu ApcliJo<iri<

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 13