dere 't gouden koren. Oogsttafereeltje in den Wilhelminapol- der, een van Zee- lands jongste aan winsten op de zee. Het stoomge maal Ie Kat- teiidijke voor de bemaling van het bin nenwater der polders aan den voet van de hooge Scheldedijken No. 21 VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1931 Wachtenden bij het Wolfaartsdijksche Veer. Oorspronkelijk had men nergens ■dijken. De bewoners maakten vlucht heuvels, waarvan er enkele in Zeeland bewaard zijn gebleven, en die bij over stroomingen dienst moesten doen. In de 17e eeuw eerst begon de groote landaanwinning. Velen werden er rijk door, o.a. de beroemde dichter Jacob Cats dankte aan inpolderingen zijn groot vermogen. Toch was niet ieder een voor inpoldering te vinden. Ja, zelfs in de 19e eeuw waren er nog menschen, die in het geheel niets van dijken wilden weten, zooals b.v. Bil- derdijk, die in werkelijkheid Gods wa ter over Gods akker wilde laten loo- Pen. Maar deze gedachte was geluk kig geen gemeengoed anders was er 'n Schilderachtig dijk- en pol- dcrland.-chap nabij Kortgene. Waar vroeger het water stroomde, golit thans in onze vele Dol en dat men aan Sloedam kan zien. Zoo kan, wanneer de op pervlakte hoog genoeg is geworden, en deze vol doende uitgestrektheid bezit, nieuw land op de zee worden veroverd. Echter heeft men niet alleen te maken met den buitenlandschen vijand 1 Ook het water in den polder is een vijand, die bestreden moet worden. Door middel van wind molens,leidingen en stoom gemaal, raakt men het overtollige water in den polder kwijt. Te zijner tijd hopen we van verschillende détails wel eens meer te vertellen, speciaal over het stoom gemaal. Nu echter konden we slechts een en ander aanstippen om de aandacht te vestigen op het grootsche werk der inpoldering, dat vooral ook in onze provincie zulke belangrijke afmetingen heeft aangenomen. V. van ons land niets terecht gekomen In het eerst waren de dijken er alleen voor bescherming; ze waren bovendien zeer primitief en braken dus dikwijls door. Eerst laat heeft 't dijkwezen, zooals we dit nu kennen, zich ont wikkeld. Van zeer jongen datum is de beton-versterking die steeds meer wordt doorgevoerd, en die, met het gebruik van zinkstukken en dep aanleg van basaltglooi ingen, de dijken zoo sterk heeft gemaakt, dat wij voor hooge vloeden over 't algemeen niet meer hoeven te vreezen. Dat daarbij echter heel wat kijken komt, spreekt vanzelf. De slib-aanzetting wordt in den laatsten tijd door verschillende middelen bevorderd, o.a. door het planten van een Engelsch gras, dat zeer snel

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 3