DOOR BARON ESS E ORCZY Dn faïcn aan éfcfieidincf Diet tDlaUjcbauw deï uk/Ung De prijs bedraagt slechts 60 cents ingenaaid en 1.- in luxe band. DMauwe Fay herinnerde zich plotseling, wat Madoc haar van Blauwoogje verteld had over die engel van een vrouw, die hem bij het spoorweg ongeluk gered had, die hem had verzorgd en hem aan het leven had teruggegeven, die hem den pas van haar verongelukten vriend had ge geven en de kans om een nieuw leven te beginnen. „Wees maarniet bang. Ik zal hem niet verraden." „Ik ook niet." De zuster slaakte een zucht van verlichting, nam haar naaiwerk weer op, en Fay vervolgde het gesprek met haar moeder. Dit voorval had tusschen de twee meisjes een band gelegdzij deelden een geheim, waarvan het levenslot van een man afhing. Zij beloofden elkander stilzwijgend, dat zij hun belofte getrouw zouden blijven, en vroegen zich tegelijk nieuwsgierig af hoeveel de ander wel wist. „Wat bedoel je met dat schrikken, lieveling herhaalde Mrs. van Menterghem. „Die Lance Madoc uit Winnipeg zei u niet, zuster, dat hij uit Winnipeg komt lijkt zoo vreeselijk vee! op iemand, dien u en ik in Engeland hebben leeren kennen later heeft hij hier bij ons in Canada gelogeerd. Herinnert u zich hem niet meer Amos Beyvin." „Amos. „Ja. U herinnert zich zeker nog wel, dat hij bij een spoorwegongeluk om het leven is gekomen. Welnu, die Mr. Madoc is zijn sprekend evenbeeld." „Lieve kind, hoe zonderling Natuurlijk herinner ik me Amos Beyvin. Dat is die ongelukkige jongen... Zuster, dat moet ik u eens vertellen „Vertelt u het de zuster dadelijk maar, moeder, als ik weg ben. Ik dacht er alleen goed aan te doen. u op die gelijkenis voor te bereiden. U zoudt er anders van kunnen schrikken ik heb van m'n leven nog niet zoo'n gelijkenis gezien." Blauwoogje zei niets. Fay keek haar aan en bewonderde de onverstoorbaarheid, waarmede zij bleef zitten naaien. Maar toen Fay, na haar moeder gekust te hebben, zich omkeerde om de kamer te verlaten, stond zuster Browne van haar stoel op om de deur voor haar open te maken. Erg beleefd en vriendelijk maar minder gebruike lijk in deze democratische wereld, waar ieder jong meisje, en dus ook Fay Maze- line, verondersteld wordt zelf in staat te zijn een deur open te maken „Doet u geen moeite, zuster," zei Fay. Een oogenblik stonden de beide jonge vrouwen bij de deur tegenover elkaar en keken elkander in de oogen. „Wat weet jij vroegen zij elkander stilzwijgend. „Ze is natuurlijk verliefd op hem," dacht Fay. „Ze is natuurlijk verliefd op hem geweest," besloot Blauwoogje. „Zuster, kom eens gauw hier," riep Mrs. van Menterghem dadelijk, toen Fay weg was. „Dat moet u toch eens hooren die geschiedenis van dien armen jongeman, Amos Beyvin... En Mrs. van Menterghem besteedde er heel de rest van den dag aan om de zuster alles, wat ze van dien armen jon geman wist, te vertellen ACHTSTE HOOFDSTUK T_J et eenige lid van het huisgezin, dat niet erg ingenomen scheen met de komst van Lance Madoc, was Mr. Oskar Horfman. Hij was geen lid van het huis gezin in den eigenlijken zin des woords, doch hij verkeerde zoo intiem met de bewoners van Bootham, hij was zulk een onafscheidelijke gezel en vriend van Tom Mazeline, dat men hem daar geheel als thuis beschouwde Mr. Oskar Horfman was In Keulen geboren en als jongen van zeventien jaar naar Canada geëmigreerd. Wat zijn eigenlijke afkomst was, wist niemand tot welken stand zijn ouders behoord hadden viel moeilijk te zeggen. Ongetwijfeld moest hij een goede opvoeding genoten hebben, want hij sprak verschillende talen, schreef een keurige hand, kon uitstekend rekenen en boekhouden, en had een buitengewoon goeden dunk van zichzelf. Al spoedig kreeg hij een zeer goede betrekking in een zakenhuis in Calgary. Bij het uitbreken van den oorlog gelukte het hem, het land te verlaten, voordat de Canadeesche regeering het besluit had genomen om vreemde lingen van een vijandige natie te interneeren. Waarheen hij vertrokken was, kon niemand zeg gen. Waarschijnlijk was hij voor zijn eigen vader land gaan vechten dat was tenminste de meest liefderijke oplossing, die de menschen er aan gaven. Wat er ook van zij, in 1920 was hij weer terug in Canada, en vervulde spoedig daarop weer een min of meer voorname positie in de zakenwereld van Calgary hoewel zijn vorige firma hem niet terug nam. Doch Mr. Oskar Horfman bleek een rollende steen te zijn geworden. Hij behield zijn goede be trekking niet lang, zocht een andere, en toen weer een andere. Een tijdlang hield hij een garage, daarna een hotel, meer naar het Westen des lands. Hij had achtereenvolgens een drogisterij en een bureau voor onroerende goederen op een gegeven oogenblik was hij boekhouder op een assurantie kantoor, en daarna secretaris van een godsdien stige vereeniging in de stad. Hij reisde voor een schoenfabriek, voor een grooten graanhandel, voor de vervaardigers van een waterdichte verf stof. Overal was men tevreden over hem. Niemand had klachten, geen noemenswaardige klachten tenminste, maar toch bleef hij nooit lang in één betrekking. Nadat hij Mr. van Menterghem had leeren kennen, en zaken voor hem had gedreven eerst door voor hem te onderhandelen over den koop van Bootham toen door het verkoopen van Wij vestigen er de aandacht van onze lezers op, dat van een tweetal boeken, die in onze keur-boekerij onlangs zijn verschenen, n.l. van het meesterwerk een spannenden roman uit de Russische groote wereld, spelend, vóór. na en tijdens de omwenteling, van de hand van den gevierden auteur FARQUHAR SLOAN, en van het uitstekende verhaal door JOHN HUNTER, nog een BEPERKT aantal exemplaren te verkrijgen zijn. Wie zich deze uitstekende ontspanningslectuur nog niet mocht hebben aangeschaft, kan zich de boeken één, of beide nog aanschaffen bij onze bezorgers, agenten of aan het Hoofdkantoor De keur-serie boeken zijn uitsluitend voor onze abonné's. landbouwproducten en vee, op provisie-voorwaarden - kwam hij lNO. 1U voorgoed in Glamisdale wonen. Hij zat daar nu al twee jaar en men hield hem over het algemeen voor een commissionnair zonder bepaald omschreven terrein. Een paar farmers en fabrikanten hadden zaken met hem gedreven, steeds tot hun groote tevredenheid. Er kleefde niet de minste smet op zijn reputatie als zakenman. Hij had een flink conto op de plaatselijke bank, iedere winkelier in het district zou hem zonder aarzelen crediet geven, voor zoolang als hij maar wilde. Alleen de ultra-wantrouwigen en meest ver slaafde kletsmeiers merkten op, dat Mr. Oskar Horfman een grooter bankconto had, en een luxu euzer huis er op na hield, dan zijn zaken hem schenen te veroorloven. Schenen, natuurlijk, want niemand wist wat voor zaken Mr. Oskar Horfman nog buiten Glamisdale dreef. Het was zeker waar, dat hij zich prachtig ge ïnstalleerd had. Zijn landgoed werd door velen het mooiste van den heelen omtrek genoemd. Hij had een groot huis hoewel hij vrijgezel was en alleen vrienden ontving. Hij had ook een prachtig park, dat op Zondagmiddagen voor het publiek werd opengesteld. Toeristen of reizigers uit de Vereenigde Staten hadden er wel een rit van vijftig kilometer voor over, om zijn tuinen te bezichtigen Dan brachten zij hun eigen picnic-manden mee, en de bedienden van Mr. Oskar Horfman serveer een de thee in het fraaie, met rozen begroeide prieel. Mr. Horfman bezat drie auto's, waarmee de vrienden, die hij te lunchen of te dineeren vroeg, werden afgehaald en thuisgebracht. Enkele be gunstigden, die op eenigen afstand van Glamisdale woonden, kwamen vaak de weekends op Sans-Souci zoo heette het huis van Mr. Oskar Horfman doorbrengen. Tom «Mazeline was een van hen, die heel vaak op Sans-Souci logeerden. Ook reed hij veel in den auto van Mr. Oskar Horfman, en ging bijna dagelijks op Sans-Souci dineeren, waarna hij dan pas Iaat in den nacht huiswaarts keerde Men leefde in de algemeene veronderstelling, dat er reeds een geheime verstandhouding bestond tusschen Fay Mazeline en Mr. Horfman, en dat het engagement wel spoedig pu bliek zou worden. Daarna zou hij na tuurlijk nog meer deel van de familie uitmaken. En nu wilde hij er niets van weten dat die vent Madoc, of hoe hij dan ook mocht heeten tusschen hem en Tom zou komen, en hij zei dat heel duidelijk tegen Mr. van Menterghem. „Tom en ik zijn altijd zulke goede vrienden geweest „Dat weet ik wel, mijn beste man," zei Mr. van Menterghem, zijn best dipend om toegeeflijk te zijn, hoewel hij vast besloten was zijn eigen zin door te drijven. „Maar als je eenmaal getrouwd bent „Maar Tom is immers Fay's broer!" antwoordde Mr. Horfman. „Als wij ge trouwd zijn, Fay en ik, zal Tom bij ons komen inwonen „Daar zal zijn moeder niets van willen hooren, beste kerel. En ik wil ook, dat Tom mij helpt op de farm. Kantoorwerk is niets voor hem „Neen, maar boerenarbeid evenmin Tom is veel te fijn om mest te kruien „Als hij maar met Madoc eenmaal vriendschap heeft gesloten niet meer Madoc zal hem allemachtig veel goed doen." „Ik dus niet, wilt u daarmee zeggen „Dat zeg ik niet, Horfman. Maar Tom heeft neiging tot drinken en spelen Waar hij dat vandaan heeft mag de hemel weten. Misschien dat zijn vader „O, Tom is geen kwaaie jongen. Een spelletje af en toe. „Ja ja. dat is goed en wel. Maar Tom

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 6