No. 22
VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1931
431
dat men haar wilde dooden, om levensbehoud
wilde smeeken, werd zij zoozeer door emotie over
mand dat zij zich verslikte in haar gebit en den
verstikkingsdood nabij was.
De worsteling van het doodsbcangstc slachtoffer
hood een verschrikkelijken aanblik, maar eindelijk
gelukte het haar het gebit uit haar keel te krijgen
en adem te halen, waarna zij met verstikte stem
om genade riep.
De misdadigers traden op haar toe en reeds
Teil 'iiKull (iessler met ren pijlschot en nerklaurt 'l land orij.
geloofde mrs. X. dat haar laatste uur geslagen
was, toen zij zich plotseling voelde beetgegrepen
en op het bed geworpen. Zonder moed of kracht
om zich te verweren, liet het slachtoffer zich bin
den, waarna een der schurken haar onder bedrei
ging met den dood preste de plaats te verraden
waar het geld en de kostbaarheden geborgen waren.
Na eenig verzet
„Wacht even, Dawson, maak er wanhopig verzet
van en voeg er nog bij „waarbij de bandieten zich
niet ontzagen de arme mrs. X. te martelen om hun
dreigementen kracht bij te zetten." Oa door,
Dawson."
„kracht bij te zetten," herhaalde Dawson,
„wees zij de kluis aan, die, zooals in de meeste
moderne woningen, in de slaapkamermuur gemet
seld is. Vervolgens werd zij gedwongen om
„En gemarteld, Dawson, ga door," gebood
Crowdon.
„en gemarteld om den sleutel van de kluis af te
geven, waarna de bandieten deze openden en zich
van den inhoud meester maakten. Volgens be
trouwbare opgaven is den misdadigers een buit
in handen gevallen van meer dan negenduizend
dollars in banknoten en een aantal juweelen, waar
van de waarde nog niet bekend is.
Een typische bijzonderheid is nog, dat het slacht
offer, dat bij het vertrek van de bandieten gebonden
werd achtergelaten, uit haar vreeselijken toestand
is verlost door onzen nachtredacteur, die om onge
veer drie uur van den gepleegden overval kennis
kreeg."
Mr. Crowdon sprong verbijsterd op.
„Dus de vrouw, mrs. X,, ligt er nog, Dawson
„Dit bericht zegt het, mr. Crowdon, en er is
helaas geen reden om er aan te twijfelen," ant
woordde Dawson. „Wc kunnen voorloopig ook
niets doen om het slachtoffer te helpen, 't is voor
de politic ook hopeloos zoeken zonder nadere
aanwijzing."
„Oecn politie erin, Dawson, niet voor wij alle
bijzonderheden kennen," gebood Crowdon, „we
zullen de zaak tot het laatste oogenblik in handen
houden. Allemachtig, wat een reclame, Dawson I
Noteer even, laat boven het bericht plaatsen
„Brutale nachtelijke roofoverval in West-End."
En daaronder „Alleenwonende dame in haar slaap
verrast door gemaskerde en gewapende bandieten
de waakhond afgemaakt, mrs. X. na urenlang
gemarteld en gebonden te zijn uit haar vreeselijken
toestand verlost door mr. Crowdon. een der
redactieleden van de „Chicago World I imes
Heb je 't Dawson Ja, vlug naar de zetterij dan,
over drie kwartier zuilen wc de rest wel hooren
Mr. Crowdon bracht het volgende uur in hoogst
opgewonden toestand door en was op het punt
zijn laatste restje geduld te verliezen, toen Dawson
binnenstormde met een briefje.
„Zooeven bezorgd, mr. Crowdon, en aan u ge
adresseerd," hijgde hij.
Met een ruk opende de redacteur het couvert
en vouwde het briefje open en onmiddellijk zag
Dawson zijn chef wankelen en naar adem happen.
Met een kreet viel hij als vernietigd in zijn stoel
terug, veerde direct weer op en stormde de deur
uit.
Verbijsterd keek Dawson hem na en toen zijn
blik op het briefje viel dat Crowdon had laten
vallen, greep hij ernaar en las het volgende
„Geachte heer Redacteur. In mijn hoedanigheid
van bijzonder correspondent van de „Chicago
World Times", bericht ik u, dat de roofoverval,
waarvan in mijn verslag sprake was, gepleegd is
in een woning, gelegen Dorringtonstreet no. 14.
Ik twijfel er niet aan of u zult zich willen haasten
het arme slachtoffer uit haar benarde positie te
verlossen en verzoek u haar mijn verontschuldi
gingen aan te bicden voor de ietwat hardhandige
wijze waarop wij met haar moesten omgaan.
Waar ik nooit anders dan de aangenaamste
herinneringen heb behouden aan uw bijzondere
activiteit van twintig jaar geleden, welke prijzens
waardige eigenschap me op tien jaar gevangenis
straf is komen te staan, vertrouw ik dat mijn kort
stondige medewerking aan uw geacht blad ook bij
u niet anders dan prettige herinneringen zal achter
laten.
Met vriendelijke groeten aan mijn ex-collega-
Dawson, teekent, Jim Burley."
Hoofdschuddend las Dawson den brief nog eens
over en met een flauw vermoeden van een onheil
greep hij naar het adresboek.
„D-aD-eD-iD-o," mompelde hij,
„Dorringtonstreet 8-10.. 12.. 14Hier is
het
Met een kreet van ontsteltenis sloeg Dawson
het bock dicht en viel verschrikt in een stoel
Dorringtonstreet no. 14 was bewoond door mr. en
mrs. Crowdon en de eerste was nachtredacteur
aan de „Chicago World Times"
te stoot en.
Tril ontsnapt door aan land te springen en