No. 23 VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931 451 invloed wordt door jaloezie, is lang niet altijd betrouwbaar. Telkens als hij de kans had, om Fay alleen te spreken, begon hij er over, maar dat gebeurde slechts heel zelden. Op zekeren dag kwam zij echter in de omheining, waar Lance zijn eigen methode om paarden te dresseeren op een paar bizonder wilde veulens zou toepassen. Hij had niets op met de wijze, waarop men dat in dit land placht te doen; hij voelde niets voor dat omvergooien, trekken en duwen en half laten stikken, daarom had hij een eigen dresseer-methode bedacht. Mr. van Menter- ghem liet hem zijn gang gaan. „Laat hem maar doen," zeide hij tegen de andere cowboys, „als hij een leelijke tuimeling maakt is het zijn eigen schuld. Maar hij kan uitstekend met paarden overweg. Fay was nieuwsgierig. Gewoonlijk legde zij een soort van verdraagzame verachting voor den nieuwen employé van haar stiefvader aan den dag, maar toen zij hoorde, dat hij de veulens zou gaan dresseeren, begaf zij zich met Tom naar de om heining. Het eerste veulen was erg wild, en het grapje duurde meer dan drie uur. Emma was er ook, om later hulp te bieden, en Mr. Micawber kwam op zijn kromme pootjes achterna gehobbeld, hoewel hij strikte bevelen had gekregen om thuis te blijven. Het hek werd voor zijn neus toegedaan, maar hij vond een plek, waar hij er onderdoor kon kruipen, en zoo kwam hij, dik onder de modder, de omheining toch binnen. Daarna scheen hij er een verwoed genoegen in te vinden om iedereen in den weg te loopen. De beide andere knechten, die tegenwoordig waren voor het geval dat hun hulp gewenscht zou zijn, trachtten hem, voor zijn eigen bestwil, opzij te schoppen, want het veulen rende als krankzinnig in 't rond, en Lance had geen tijd om op hem te letten. Maar hoewel Mr. Micawber verschrikkelijk in den weg liep soms midden op het terrein in een modderpoel ging zitten en dan rondkeek alsof hij de baas van het spul was wist hij altijd aan een schop te ontkomen. Soms rende hij met één wild-flappend oor dwars de omheining over, tot vlak voor den neus van het veulen, zoodat Fay onwillekeurig een gilletje van schrik liet hoo- ren, en de cowboys begonnen te vloeken, niet anders verwachtend, dan dat zij dadelijk het ver morzelde hondenlijk onder de pooten van het paard uit zouden moeten ha len. Maar telkens dook Mr. Micawber 'n paar me ter verder weer op, zoo kalm alsofernietsgebeurd wasvan zijn ooren tot 't uiterste puntje van zijn staart bespat met modder. Als hij dan weer zitten ging, knipte hij 'n oogje, alsof hij zeggen wilde „Waar is al die herrie voor noodig Dacht jullie soms dat ik niet snapte, dat ik naar den anderen kant moest uitwijken Lance, die al zijn aan dacht voor zijn werk noo dig had, 'vond niet veel gelegenheid om naar Fay te kijken alleen wanneer het veulen hem 'n oogen- blik rust gunde, wierp hij een steelschen blik naar haar. Zij zag er snoezig uit in een rijbroek en een blauwe blouse, een leeren riem om haar slank mid del, en hooge rijlaarzen. Zij had een gekleurde shawl om haar hoofd ge bonden, om haar haar op zijn plaats te houden, maar 'n paar blonde krul len waren er onder uit gesprongen en het windje speelde ermee, en de zon deed ze glinsteren als gouden vlammetjes. (Wordt voortgezet) zinnigheid, die jaloezie eigen is, echter dadelijk begrepen, doch het baatte hem niets, dat hij het den jovialen Hollander, die niet verder keek dan zijn eigen neus lang was, mededeelde. „Ik mag Oskar Horfman graag," verklaarde Mr. van Menterghem bij den eersten wenk, dien Lance hieromtrent gaf, „hij heeft altijd eerlijke zaken met mij gedreven. En zoolang als Tom bij hem is, komt hij tenminste niet in contact met de leegloopers, die de hotels en de amusementen van Glamisdale onveilig maken. Mr. Horfman is een verstandig man, hij duldt geen vrouw in zijn huis niet eens een vrouwelijke bediende. Niet dat ik een vrouwenhater ben Ik ga heel graag met vrouwen om, als ze goed en fatsoenlijk zijn. Maar voor zoo'n jongen als Tom is mannelijk gezelschap toch maar het beste. Nu, en dat vindt hij op Sans-Souci." „Maar u weet immers niets van Sans-Souci af, Mr. van Menterghem," wierp Lance tegen. „Hoe bedoel je dat Ik ben toch massa's keeren op Sans-Souci geweest, ik heb er gedineerd en ge lyncht. Het is een prachtig landgoed, en Tom mag er trotsch op zijn, dat hij daar steeds zoo'n wel kome gast is." „Maar het is een feit, dat Tom drinkt en speelt, en dat moet hij toch ergens doen." „In een van die afschuwelijke hotels in Glamis dale, niet op Sans-Souci, daar kun je van op aan. Ik heb daar niets anders dan de beste champagne op tafel zien verschijnen, en die werd met mate gedronken. En nog nooit is mij daar een pak kaar ten onder oogen gekomen." „Dat beteekent dan alleen maar, dat Mr. Horf man het verstandiger acht jou zand in de oogen te strooien, vriend," dacht Lance, maar hij zei het niet. „Als Fay eenmaal getrouwd is, en haar intrek op Sans-Souci heeft genomen," vervolgde Mr. van Menterghem tevreden, „dan zal Tom daar wel een aardig meisje leeren kennen, en zoo zijn wilde haren verliezen." Als Fay eenmaal getrouwd is 1 En haar intrek heeft genomen op Sans-SouciGroote hemel 1 lederen keer als er over die naderende gebeurtenis gesproken werd, had Lance een gevoel of hij een moord zou kunnen plegen. Hij haatte Oskar Horf man, hoewel hij niets van hem af wist, behalve wat zijn eigen gevoel hem ingaf, en gevoel, dat be- moeten ondergaan, was iets, dat haar ten eenen- inale koud liet. Als zij 's nachts wakker lag, en over alles nadacht, dan moest Fay zichzelf wel bekennen, dat dat niet waar was, maar zij wilde er niet aan toegeven, zij wilde niets voelen behalve natuurlijk medelijden met zuster Browne, wiens menschlievend plan, om Amos deze kans te geven, dan natuurlijk in duigen zou vallen. Dat haar meeleven met zuster Browne zou dus ook wel de reden zijn, waarom haar hart zoo heftig klopte, nu haar stiefvader de oude map omhooghield met de vraag: „Is het dit?" „Ja, ja, dat is zij," riep Mrs. van Menterghem uit. „Waar lag ze „Waar je ze laatst zelf hebt weggeborgen, moe der. Mag ik er in kijken „Natuurlijk. Ik herinner mij nu ook, dat ik het ding in die la had gelegd, maar ik dacht, dat ik het allang weer mee naar boven had genomen, en ik zei tegen zuster Browne...." Fay sloeg haar stiefvader vol spanning gade. Hij had de map geopend en keek heel aandachtig naar de foto's. Hij nam ze een voor een er uit, en die, welke hij reeds bekeken had, legde hij op de tafel. Hij maakte een of tweemaal een opmerking, als zijn vrouw hem de kans gaf er een woord tus- schen te brengen. „Vreemd, ja, heel vreemd.... Ja, ik begrijp nu wel wat je bedoelt..En „Op deze zie ik niet veel gelijkenis.... Zij zijn allebei wel echt het type van een jongen Engelschman. Ik heb er tientallen gekend, die precies op hen beiden lijken." Mevrouw van Menterghem kon niet zien wat haar man deed, want hij stond achter haar, en zij praatte aldoor. Zij vroeg ook om een tweeden kop thee en een tweede sneetje cake, maar al moest Fay de thee voor haar moeder inschenken en de cake snijden, toch ontging het haar niet, dat haar stief vader een of twee van de uitknipsels in zijn eigen portefeuille legde, die hij toen weer bij zich stak. TIENDE HOOFDSTUK LJet viel niet te betwijfelen dat Mr. Oskar Horf- man er in geslaagd was, zich 't vertrouwen te ver zekeren van Mr. van Menterghem, die niet zag dat het door zijn invloed was, dat Tom zijn ondergang tegemoet ging. Lance Madoc had dit, met de scherp- Ken levendig stadsbeeld te (Inuda.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 7