En daar heb je den man me* de harmonica 1
onder haar boerenmuts weggedoken als een vogel
tje, weer ijverig te breien. Rikketikketik gaan
de vlugge naalden. Heele dagen zit ze maar voor
haar raam en breit, breit. Waar gaan toch al die
kousen en panlappen naar toe, zou je zoo zeggen
Een type is ook de oude visscher, die altijd
's avonds in „Het volle glas" komt. Hij zegt nooit
'n woord, stapt naar den toog, maakt 'n bewe
ging van drinken, en 't glas staat voor hem. Hij
drinkt het in één teug uit, betaalt (altijd met losse
centen) en verdwijnt zwijgend als hij is gekonven.
Ook de.oude brigadier is een type. Ik moet hier
opmerken, dat alléén oude menschen typen zijn.
Dat komt, omdat, sommige menschen vastroesten
in een gewoonte of eigenaardigheid, zonder welke
VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1931
Echte typen waarom zouden ze er in Zeeland
niet zijn Ze zijn er overal, de menschen die
opvallen omdat ze karakteristiek zijn in hun
soort. Natuurlijk hoeven ze niet op te vallen, om
dat ze b.v. alleen bijzonder gekleed zijn. Integen
deel, meestal doet de „kop" 't. En in alle rangen en
standen treft men ze aan. Kijk dat oude heertje,
gedoken in zijn astrakankraag, die er uitziet als
een modern profeet, en eiken morgen precies tien
uur zijn krant gaat halen. De,juffrouw van den
bakker op den hoek (óók een type) zet altijd de
klok gelijk, als hij' voorbij komt
N o 24
Zeeuwsche typen langs de Kade.
En daar heb je den man met de
harmonica, die eiken Donderdag de
stad doorkruist. Hij is vermoedelijk
een oud-zeeman, heeft een bruin
verbrand gezicht en draagt een ver
sleten Zuidwester. Hij gaat van huis
tot huis, en zijn weemoedige deuntjes
maken sentimenteel. Wonderlijke be
koring, die harmonica-muziek op
straat. Ze is zoo heel anders als we
ze binnen hooren.
En daar zit het oude vrouwtje,
He* type van den
Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaatnschen landman.