Een Familie-theemuts 500 VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1931 No. 25 <g®P* Me dunkt, dat de teekening van dit land huisje wel bij niemand moeilijkheden zal opleveren. Deur en blinden worden eerst met behulp van een liniaal geteekend op de groene stof, het ronde venstertje trekt men om 'n gulden heen. Daarna wordt de stof op voor- en achtergevel van het huisje geregen om ze te appliqueeren. Het teveel wordt na het appliqueeren weggeknipt en dan kan men de rest teekenen. Voor het teekenen van de vensterruiten komt 'n liniaal weer goed te pas en de bloemen teekent men volgens eigen fantasie. Het is volstrekt niet noodig, zelfs niet eens wenschelijk, dat de bloemen op voor- en achterkant en op de beide zijkanten van het huisje precies eender staan. Theemuts in den vorm van een landhuisie. Het dak wordt, met een gewonen naad, aan voor- en achtergevel genaaid, waarna de van het dak schuin toeloopende zijgevels worden ingezet. De schoorsteen, welke, verstevigd met gaas, als vasthouder dient, wordt tusschen den bovennaad van het dak vastgezet. Men denke eraan, de stof niet krap te nemen voor het rafelen. Precies op maat van de verschillende deelen van het landhuisje knipt men stevig gaas, dat netjes in elkaar wordt genaaid en waarop aan den binnen kant, de watten worden vastgehecht voor de vulling der theemuts. De voering neme men liefst in de kleur van het huisje. De buitenkant wordt strak over het gewatteerde gaas gehaaid en daar na wordt de voering ingezet. Voor het gemak der abonnées, die de hierbij afgebeelde theemuts willen namaken, zal ik nog even de maten opgeven. Voor- en achtergevel van het huisje zijn 25 c.M. breed en 17 c.M. hoog. Het dak is 11 c.M. hoog. De zijgevels zijn 11 c.M. breed en tot aan den nok van het dak 28 c.M. hoog. De deur is 5 c.M. breed en tot aan den boog 9 c.M. hoog. De vensters zijn, met de blinden 71/, c.M. breed, zoo dat de blinden en de helft van teder raam iets minder dan 2 c.M. breed moeten wezen. De onderste ramen zijn 5 c.M. hoog, de bovenste 4V2 c.M. THÉRÈSE. !>e zijkant van het .landhuis". p\e hierbij afgebeelde theemuts lijkt me echt geschikt voor 'n groot gezin, een gezin met veel kinderen, die zeker schik zullen hebben in het vriendelijke land huisje, dat den theepot warm houdt. Het huisje is ook berekend op een gróóten theepot. Wil men een kleineren theewarmer hebben, dan zou ik aanraden de bovenverdieping van het huisje te laten vervallen en dan boven de deur eenige ruimte te laten, welke door klimrozen kan worden aangevuld. Ik heb voor het landhuisje onverschietbare katoen genomen, geelbruin voor het eigenlijke huis en blauw voor het dak, omdat ik er in rood geen geschikte kleur voor kon vinden. Deur en vensterblinden zijn groen. Voor het bewerken heb ik D.M.C.-garen genomen beige voor het appliqueeren van deur en vensterblin den, bruin voor paneelen en vensters, waarvoor ik rond om een kettingsteek heb genemen, en verder steelsteken. De bloempotten, aan weerskanten van de deur, zijn bruinrood geborduurd, de bloemen, die we hortensia's zullen noemen, zijn rose, in de rondte gewerkt met lusjes en met 'n goudgeel Fransch knoopje in 't midden de bladeren groen. Onder de vensters bloeit ridder spoor Fransche knoopjes van twee of drie tinten blauw, naar boven toe donkerder wordend, aan weers zijden van een groenen stengel. De klimroos is rood. De bloemen bestaan weer uit eenvoudige lusjes, zooals men die maakt bij een ket tingsteek en bloeien links en rechts van den groenen stam, die hier en daar wat groene bladeren krijgt, ook alweer door een enkel lusje gevormd. Het dak krijgt eenige teekening door 'n rijtje festonneersteken hier en daar van groen D.M.C.-garen. Bij den schoor steen, in de kleur van het huisje, worden op dezelfde wijze de steenen aangegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 12