Ik vvDii ei o 5 >6 VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1931 No- 26 <T>oor J. F. BALJE Wij bieden onzen lezers ditmaal een serie belangwekkende foto's uit de landen aan Afrika's Noordkust, Marokko, Algiers en Tunis. Hoewel slechts door een zeelengte van Europa gescheiden, verschillen land, volk, zeden en gewoonten in hooge mate van die in het avondland. Onze kieken bewijzen dit reeds voldoende. Foto hiernaast: Marktplein te Fez, de hoofdstad van Fransch-Marokko. lag naast hemeen stapel kranten met ellenlange artikelen over zijn kranig spel en tientallen foto's Hij rekte zich uit en geeuwde eens. Vandaag, dat stond was, ontving hij niemand. Hij moest nu eens uitrusten, eens in zijn eentje genieten van z'n triomf. Doch hij had dat besluit nog niet genomen, of er werd op zijn deur ge klopt en zijn hospita kondigde hem een bezoeker aan. „Van de krantvoegde ze er aan toe. Raoul Durand fronste de wenkbrauwen. „Vandaag ontvang ik nietzei hij kortaf. „Ik wil rusten!" Zijn hospita slofte weg, maar kwam twee minuten later weer terug. Met een verlegen trekje om haar mond ze was bang afgesnauwd te worden, maar ze riskeerde het, want het fooitje was te mooi geweest 1 zei ze, dat de bezoeker bleef aandringen, 't Was van 't grootste belang, had-ie gezegd en meneer zou er zeker geen spijt van hebben, want het beteekende voor meneer 'n buitenkansje. Besluiteloos beet Raoul zich op de nagels. Dan zuchtte hij en onverschillig antwoordde hij „Laat den- kerel dan maar binnen." Het was 'n klein, beweeglijk mannetje, K et een vermoeid gebaar 1 legde Raoul Durand de vijfentwintigste krant, die hij dien morgen gelezen had, op het stapeltje anaere aan zijn rechter hand en keek er eens naar met een vergenoegd en zelfgenoegzaam glimlachje. Alle dagbladen waren unaniem in hun lof. De ééne verslaggever mocht het dan eens met mooiere, vleiender woor den zeggen dan de ander, allemaal waren ze het er over eens, dat de nieuwe tenniskampioen, Raoul Durand, zijn titel dubbel en dwars verdiende, dat hij den oud-kampioen Lambert op overtuigende wijze geklopt had, en zijn formidabele forehand een wapen was, te machtig voor welken anderen tennis ser ter wereld ook. Eindelijk, na geduldige, intensieve training, na vele teleurstellingen ook, was het dan bereikt, waar hij met hartstocht voor gestreden had het internationale tenniskampioenschap de Wimble- don-titel 1 Gisteren was de dag van de finale, en niet zoodra was de strijd door hem ge wonnen, of hij werd bestormd door fo tografen, reporters en alles wat pers muskiet was. De deur van zijn wo ning werd platge- loopen, en met engelengeduld had hij de verslagge vers te woord ge staan het was im mers een deel van zijn roem. Het resul taat van dat alles Arabische straatjongen, zooals er duizenden rond zwerven in de nauwe straten van Algiers.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 12