BlixLdeninrichf!ii&
IN EEN
i
506
VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1931
No. 26
De werkplaats (Ier blinden in de
inrichting te Middelburgwaai
ieder zijn eigen ambacht uitoefent.
met onder d'r oogen traangeulen, die de
winden
in d'r dood gezicht hebben getrokken.
Blind zijn niets te zien van alles wat rondom
ons is, en toch te moeten leven. Eenzaam te zijn,
omdat men buiten het leven staat, en zich er toch
niet aan kan onttrekken. Altijd is een beangstigende
IIrt mnkon nan hezents.
duisternis rondom, altijd staart men in een
afgrond.
Men mag alleen dankbaar zijn, dat de
tijd van bedelende blinden vrijwel voorbij
is. Men heeft voor de blinden werk gezocht
en gevonden, zoodat zij tóch hun leven
kunnen vullen, en niet meer de gedachte
behoeven te hebben, een ieder tot last,
en niemand tot nut te zijn.
De werkinrichtingen voor blinden, waar
van de illustraties een beeld geven, hebben
dan ook veel ellende en verdriet verzacht.
Allerlei werk kunnen de blinden leeren
maken. Dit werk, dat in kwaliteit voor
ander werk niet onderdoet, wordt veelal
langs de deur verkocht, ten bate van de
Of lie mnflrni'lfclilrnj
het zandpad weten ze
niet meer te vinden.
Over de sneeuw de bede
lende blinden sjokken
gebroken dag-gang. De
drie ouwe blinden
E' r zijn in het leven veel dingen, die we anders
j zouden wenschen. Feitelijk zijn wij nooit te
vreden, ja, wel over ons zelf, maar niet over
anderen en de voorbijgaande kansen van het
lot. We vinden eigenlijk allemaal, dat het leven
ons een beetje te kort doet, véél soms, en dat
we toch wel beter hadden verdiend
Zoo zijn wij, menschen,
en toch, wanneer werke
lijk een groot verdriet
komt in een menschen-
leven en aan wien gaat
dit voorbij dan mer
ken wij eerst, hoe on
dankbaar we altijd zijn
geweest, en hoe we dik
wijls hebben gemopperd
en gesputterd bij kleine
tegenslagen, in plaats van
dankbaar te zijn, dat de
groote ons voorbijgingen.
Men mag dit wel eens
overwegen, en zich dan
afvragen, wat het betee-
kent, blind te zijn.
De dichter Van Duin
kerken gaf daarvan een
beeld
Over besneeuwde hei de
bedelende blinden
betasten den grond voor
d'r uit met d'r stokken