No. 26 VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1931 Waar allien op he! gevoel mordt gemerkt maai enen nauwkeurig en zorgvuldig, ah een ziende hel maar zou kunnen. inrichting. Zoo kan men op een prettige wijze het blindenwerk steunen, waar voor zijn geld krijgen, en tegelijk een goede daad doen. Huygens, de groote dichter, schreef een vers „Oogentroost", dat bedoeld was voor een blinde bloedverwante, en hierin wijst hij er op, dat het beter is, zijn oogen te missen, dan geestelijk blind te zijn. Dit is waar. Want hoevelen onzer zijn niet dagelijks blind voor alles wat we zouden moeten doen en wat wij toch nalaten. Hoevelen willen niet blind zijn en blind verder leven tot aan hun Onder geleide keeren de blin den na hel merk huismaarts. dood, omdat zij te gemakzuchtig zijn, om hun verantwoordelijkheid voor hun daden tegenover zichzelf en hun medemenschen onder oogen te zien Blind en verblind, we zijn het allen. En daarom moeten we dankbaar zijn, dat wij ons gezichtsvermogen bezitten, dat de blinden missen. Dit artikeltje heeft een beetje het karakter van een preek gekregen. We zijn ons daarvan En dan nog: indien men blindheid van nabij heeft mee gemaakt, en men bedenkt, dat de ongelukkigen over wie we schrijven, ook dit niet kunnen lezen, nóch de foto's bekijken, dan past het ons wel om een oogenblik ernstig te zijn en na te denken over het vele leed in deze wereld. Z. V stoelenmatler. ten volle bewust. Maar leven we niét in een tijd, die ziende menschen noodig heeft, en blindheid moet vermijden? Die zonder geleide gaat, is voorzien oan een witten wandelstok. Manden, door de blinden gemaakt worden afgeleverd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 3