No. 27 VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1931 537 waar tunnel op tunnel volgt, ik zat alleen in mijn compartiment en was van dit voortdurende reizen erg vermoeid. Misschien weet je wel, dat de treinen in de tunnels een geweldig lawaai maken, omdat de razende wielen een geluid maken, dat door de tunnelwanden als het ware wordt vast gehouden. Ik was ervan overtuigd alleen te zijn daar werd ik plots gekust! Toen het weer licht werd, was ik alleen 1 Ik sprong op, opende de deur, die naar de gang leidde, maar vond daar ook geen mensch. Ik keek in de coupé's naast den mijnen. Rechts twee dikke heeren, die zaten te kaarten, links drie magere oude dames, die als vreedzame hennen naast elkaar zaten, de hoofden achterover geleund, de neuzen sluimerend in de lucht. Wie had mij gekust? In den tweeden tunnel was ik op mijn hoede. Er kwam niemand.Pas in den vierden werd ik weer gezoend 1 Ik deed een greep in het donker en hield een gestalte vastze probeerde niet te ontsnappen. Toen het licht werd, stond ze voor me en lachte een heel knap jong meisje. Het was een Engelsche, hoogblond, groote oogen, een fijn neusje, blinkend-witte tanden. En weet je wat dit verruk kelijk schepsel mij bekende? Ze reisde me sinds drie maanden naVan den tijd toen ik nog in Engeland reisde 1 Ze had me in een „speisewagen" gezien en was op het eerste gezicht verliefd ge worden 1 Of ik haar niet wilde trouwen, vroeg ze me met de onbewuste onbeschaamdheid van een echte sport-girl. „Neen, ik ben gehuwd!" antwoordde ik. Het kwam me beter voor te doen alsof ik getrouwd was, omdat ze ondanks haar bekoorlijkheid toch geen gepaste vrouw voor me leek. „Dan zal ik uw vrouw dooden 1" zei ze heel eenvoudig, deed de coupédeur open en verdween in de duisternis van een nieuwen tunnel. Twee dagen later beleefde ik door haar een verschrikke lijk schandaal. Ik speelde in den laten namiddag met een jonge Duitsche tennis. Ze was een gast uit het hotel. Plots verscheen mijn Engelsche, hield de jonge dame voor mijn vrouw en trok bliksemsnel een revolver. Ik was nauwelijks in staat haar arm omlaag te drukken. Mijn tennis- partnerin verzocht me geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven en het woedende meisje niet aan de politie over te leveren, daar ze toch dienzelfden avond zou vertrekken en de dolle aanslagen van de jaloersche Engelsche dus niet meer behoefde te vreezen. Ik greep de kleine moordenares en gaf haar een geduchten uitbrander. Ze luisterde geduldig en keek met haar mooie blagwe oogen VUchreiger, loerend op buit. als ik niet Zondag om vijf uur op Engelschen bodem ben 1" Ik weet niet hoe het kwam, maar eensklaps was ze mij lief geworden. Wellicht was het haar openhartig heid Ik zei verlangend„Wil je mijn vrouw worden?" Ze schud de het hoofd „Denk er niet aan I" Maar ik vatte vuur en vlam voor dat jonge blonde kind. „Ik heb je lief, ik reis je na, zooals je het mij gedaan hebtZe lachte me uit. „Je weet niet eens mijn werkelij- ken naam 1" „Dien moet je mij direct zeggen „Niet voor we afscheid nemen. Om drie uur ver trekt mijn trein, om vier uur de jouwe. Breng je me om drie uur naar het station En hier I" Ze wierp me een revolver toe, dezelfde waarmee zc mijn tennispartnerin bedreigd had. „Als herinnering zei ze. Ik bekeek het voorwerp nauwkeuriger het was een alarm pistool. Merkwaardig meisjeVóór drieën was ik al in de hotel-hall, maar ze kwam niet. Ik informeerde bijeen portier. Hij ver telde, dat ze reeds om twee zoo liefdevol naar mij op als was zij een bakvisch, die dweept met een profes sor in de kunstgeschiedenis of slagroom. Ze was ver duiveld lief, dat moet ik zeggenMaar, Issy, waarom ga je zoo ver van de kachel af zitten. Heb je het nu ineens warm Eerst zit je te huiveren en nu zit je met je zakdoek tegen je voorhoofd Issy vroeg„Was ze erg lief?" „Ja, heel lief. Haar groo te liefde had mij tenslotte ontwapend. Ik bekende haar dat ik ongehuwd was en kuste haar. Veertien dagen lang noemde ik haar mijn lief meisje. Toen kreeg ik een telegram van mijn chef, dat ik thuis moest ko men. Ik had twee brieven, die mijn vertrek naar Triest noodzakelijk maakten, eenvoudig in de prullenmand ge deponeerd en het telegram was dan ook alles behalve vriendelijk. Het beteekende vertrekken. Erg naar vond ik het niet. Ik had in mijn veertien- daagschen „verlovingstijd" ondanks de uiterlijke bekoorlijkheden van het meisje toch bemerkt dat ze niet de geschikte vrouw voor me was en zei het haar onomwonden, toen ik afscheid kwam nemen. Ik verwachtte een heftige scène. En wat deed ze Ze ging op haar teenen staan, nam mijn hoofd tus- schen haar handen en lachte heel dicht bij mijn gezicht haar verrukkelijk lachje Ik heb je ver schrikkelijk belogen, lieve Karl 1 Ik houd niet van je 1 Het ging slechts om een weddenschap met mijn vriendin Mary. Mary beweerde namelijk dat ik jou, koude reus, niet verliefd kon maken Ze had je twintig minuten gadegeslagen en vond, dat je zoo langzaam at als menschen die eten geen genot vinden en daaruit maakte ze de gevolgtrekking, dat je ook in de liefde niet erg gemakkelijk ont vlambaar was. Maar ik zeilieve Mary, ik zal je bewijzen, dat deze jonge reus mij hartstochtelijk kussen wil! Zie je, jongen, de schaduw, die gisteren avond tusschen ons viel, toen je me op het terras in je armen sloot, was Mary.... Ik heb de wed denschap gewonnen Ik ben nu vier maanden weg en papa heeft me geschreven, dat hij me verstoot, Moeder en kinderen. uur per auto was afgereisd! Doel onbekend. Haar familienaam Dodd 1 Nu, die was natuurlijk valsch en hoe zou ik haar in het groote Engeland kun nen vinden 1 Ik had verdriet. Nu ze mij niet meer wilde hebben, hield ik van haar. Ze bleef het onvergetelijke avontuur in mijn leven Issy had de plaid van zich afgeworpen. Het dienstmeisje kwam, de schort vol houtblokken voor den haard. „Niet doen! Het is hier om te stikken!" riep Issy. Het meisje ging verwonderd de kamer uit. „Het is maar dertien graden 1" zei Karl. „Het is anders warm 1" zei Issy kort. „Wel schat, zoo'n liefdeshistorie had je nooit bij mij gezocht hè „Een idiote geschiedenis!" „Om warm te worden zijn idiote geschiedenissen onmisbaar, Issy 1 Ik ben blij, dat deze haar doel bereikt heeft; dan ben je tenminste gevrijwaard voor een longontsteking. Want alleen om je te verwarmen heb ik deze geschiedenis verteld en daarom kan ik tot mijn verontschuldiging zeggen, dat het geen fantasie van mij is. Je kunt de heele geschiedenis trouwens lezen in den nieuwen roman, dien ik gisteren toegezonden kreeg I"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 13