m» de He**9} 526 VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1931 No. 27 H p hebben (lezen herfst oeel mooie plekjes gezocht, stille plekjes met oeel hoornen, met prachtige kleurcontrasten en geheimzinnige spiegelingen in het mater tonder Souburg). Ze hangen weer in de lucht, de zilveren herfst draden. Je kunt geen smal weggetje meer door- loopen, of je voelt een naargeestig gekriebel in je gezicht, alsof er'een spin over je huid trippelt. Voorteeke nen van den herfst. De zo.mer is voorbij. Reeds lang begonnen de bladeren van kleur te ver schieten enkele onrustige elementen vielen al af en dvirrelden neer op den vochtigen grond. Nóg bloeien de zonnebloemen en de herfstasters, maar het zal niet lang meer duren of de tuinen zijn leeg, en de hoo rnen kaal. En dan te denken, dat het ditmaal een herfst is, waaraan geen zomer voor afging Want een zomer, een tijd van warmte en bloemenweelde, hebben, we dit jaar niet gehad, 't Was zelfs zoo ernstig, dat de boeren niet meer mopperden, en als ze daarmee ophouden, dan beteekent dat niet veel goeds Op den akker, een treken nan naderenden herfst De aardappelen morden reeds ingekuild. ISouburg Herfstmeeldede volgeladen takken nan den perenboom (nabij Abeele). Een zomer van regen en Novemberstormen we hoe ven hem niet terug te wen- schen. En wellicht komen er nu nog dagen van veel zon en bonte kleurenpracht. Ze zijn dan wel wat korter, maar we zullen met weinig tevre den zijn. In de stad merkt men niet veel van de herfst- stemniing. Daarvoor moet je naar buiten, het land in. Overal waar boomen zijn, is herfststemming.Een aankon diging van overrijpheid, van vergaan, dat weemoedig

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 2