\j A iy q
546
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1931
No. 28
van het langzame heeft. Hier geen gevaar, weg
gemaaid te worden door een razend autoverkeer
hier niet de kans de longen vol stof te krijgen.
Maar landelijkheid, paadjes en weggetjes, alleen
betreden door een enkelen arbeider en minnende
paartjes, dat is je ware
En van die paadjes en weggetjes heeft Zeeuwsch-
Vlaanderen veel. Over 't algemeen is overigens
de toestand der wegen in dat deel van ons gewest
niet zoo erg benijdenswaardig. Er valt daar nog
heel wat op te knappen, zoowel wat de kwaliteit
van de wegen als de gevaarlijke bochten betreft
Maar gezellig is het, dat leven op de Zeeuwsch-
Vlaamsche wegen. Het is zoo heel anders dan dat
in overig Zeeland en geheel verschillend van dat
buiten Zeeland.
In Zeeuwsch-Vlaanderen loopt men niet alleen
langs den weg, men leeft
Langs de wegen stroomt het leven. In de
groote steden jaagt het, in de kleinere
gaat het bedaard zijn gang, op het
platteland kruipt het met een slakkengangetje.
Wij zijn maar voor 't laatste Al die drukte,
de herrie van een groote stad, het is wel eens
aardig om het aan te zien, maar om er middenin
te moeten leven, dat is iets heel anders.
Nee, leve het platteland, dat nog de bekoring
In Zeeuwsch-Vlaanderen loopt men niet alleen langs den weg.
men leeft erop den meg. F)it tooneeltje in Philippine bewijst het.
Aardig landschap langs
de wegen in Zeeuwsch-
I Inunderen nabij Hoek.
Schilderijtjes lungs den weg. Dorstige paarden.
*^f)e oude geniet nan de rust langs den weg.