3^ DOOR BARONESSE ORCZY HET DRAMA IN DEN VUURTOREN Is er al iemand naar de politie vroeg Lance. „Ja!" „Wie „Mr. Horfman. Hij kwam gelukkig juist langs...." „Hij was toch niet op den weg, toen..—" Tom, die aldoor had rondgekeken, behalve naar die verschrikkelijke, zwarte massa, keek Madoc plotseling met een vreemden, verschrikten blik aan. „Wat bedoel je Hoe weet je dat De woorden ontvielen hem, als tegen zijn zin. „Niets," zei Lance langzaam. Hij keek op, en wees in de richting van Glamisdale. „De politie met een draagbaar," zei hij. Het handjevol leegloopers was reeds tot een kleine menigte aangegroeid. Auto's uit Glamis dale en Selby kwamen langs en stopten, de in zittenden stapten uit en begonnen onmiddellijk te vragen jongens en werklieden op hun fietsen stapten af en kwamen kijken, enkele vrouwen met marktmandjes, en een schaapherder met zijn hond, welke hond dadelijk het gezelschap van Mr. Micawber zochtde veearts van Glamisdale en Mr. Walsh, de advocaat van Mahoon in zijn schitterende Lincolnen midden tusschen hen Lance Madoc, zwijgend en nadenkend, en Tom, nog steeds met dien versuften, verdwaasden blik in zijn oogen. De politie kwam met de brancard. Het ruimte maken gaf drukte. Sommige mannen probeerden te helpen, maar de meesten keerden zich vol afschuw afde jongens stonden, sprakeloos van ontzetting, met wijdgeopende oogen toe te zien. De politie stelde eenige vragen, maar niemand wist er een antwoord op. Het was onveranderlijk hetzelfde „Ik heb niet gezien, hoe het gebeurd is. Ik kwam hier pas, toen het al voorbij was." Tom deed zijn verhaal met duidelijke stem vertelde overigens hetzelfde, wat hij Madoc reeds verteld had. „Wilt u instappen, Mr. Mazeline vroeg de politiebeambte. „We zouden liefst zoo gauw mo gelijk uw verklaring hebben." De brancard, bedekt met een kleed, bevond zich reeds in den wagentwee agenten zaten voor in, maar naast de brancard was nog een plaats open. Tom zag op en sidderde. Hij leek een opgejaagd dier, en keek onrustig van den een naar den an der, alsof hij steun zocht. „Ik zal u wel meenemen, Mr. Mazeline," zei de veearts van Glamisdale, „wilt u instappen Zoo ging de stoet op weg. De politie-auto met zijn droeven last voorop, dan de wagen van den veearts met den eigenaar en Tom Mazeline, op korten afstand gevolgd door Lance op Emma, terwijl Mr. Micawber veilig zat weggestopt in de jas van zijn baas. De groep nieuwsgierigen ging uiteen, om het vreeselijk nieuws te vertellen aan degenen, die niet zoo gelukkig geweest waren het mee te maken. Het ongeluk zou den babbelaars weer voor vele dagen stof tot kletsen geven. ZESTIENDE HOOFDSTUK. T ance Madoc bracht Emma onder in den stal van Mr. Faraday, den veearts, en begaf zich ver volgens naar Sans Souci. Zijn eerste gedachte was geweest, met Tom naar het politiebureau te gaan, maar toen hij den auto van Mr. Horfman voor het bureau zag staan, achtte hij het beter, dit niet te doen. De politiebeambte had trouwens geen bijzondere aandacht aan hem geschonken, en hem geen enkele vraag gesteld. En Lance dacht er niet aan, vrijwillig inlichtingen te geven. Zijn gedachten, en de herinnering aan wat hij van zijn plateau af had gezien, of niet gezien, waren te vaag om ze nu reeds onder woorden te kunnen brengen. De wagen van Mr. Horfman reed hem op weg naar Sans Souci voorbijMr. Horfman zat achter het stuur. Tom zat naast hem en twee .hoeren, die Lance meer dan eens op Sans-Souci ontmoet had, lagen lui achterin. „Rijdt u mee, Mr. Madoc riep Mr. Horfman hem toe, en hij vertraagde zijn vaart. „Dank u, ik wandel liever," antwoordde Lance. De mannen in den wagen schenen dit een goede mop te vinden, want allen lachten, behalve Tom, die, toen de auto verder reed, Lance een raadsel- achtigen blik toewierp. Toen Lance Madoc Sans Souci had bereikt, deelde de bediende hem mede, dat Mr. Horfman in den rooksalon was en Mr. Madoc verwachtte. Lance volgde den man naar het kleine, geriefelijk gemeubileerde vertrek, waar Mr. Horfman en Tom in nonchalante houding in behaaglijke arm stoelen lagen te rooken en whisky-soda dronken. „Kijk! Daar is onze vriend Madoc," zei Mr. Horfman op hartelijken toon. Ik dacht wel, dat we het genoegen zouden hebben, een bezoek van u te ontvangen. Wilt u iets gebruiken „Neen, dank u." „Een sigaar „Neen, dank u." „Kom, neemt u toch plaats." „Dank u," zei Lance, „ik blijf liever staan." „Zooals u wilt," antwoordde Mr. Horfman met een sierlijk handgebaar. „Tom, help jezelf. Je hebt behoefte aan een hartversterking...." Tom greep de flesch whisky, en wilde zich juist inschenken, toen Lance hem bij den arm greep. „Om Gods wil, Tom, laat datJe moet je nu niet bedrinken." „Me nu nietWat voor den duivel bedoel je Zijn gezicht was vuurrood, zijn haar verward hij probeerde blijkbaar een woedend en uitdagend gezicht te trekken. Mr. Horfman leunde languit in den armstoel en liet een korten, ironischen lach hooren. „Hou je gemak, Tom," zei hij. „We doen in derdaad beter, eens te luisteren naar wat onze bemoeizieke vriend ons te vertellen heeft. Nu dan, Mr. Madoc," ging hij vroolijk voort, „als u niet wilt drinken, niet wilt rooken, en zelfs niet wilt gaan zitten, misschien wilt u dan wel zoo vriende- Getrouw aan onze traditie stellen wij weder om een uiterst boeienden en spannenden roman voor onze lezers beschikbaar tegen den gewonen prijs van slechts 171,'; cent, of in prachtband 70 cents. Dit alleszins be- begeerenswaardige boekwerk is getiteld Het is een der best geslaagde romans van den beroemden schrijver Gordon Volk en het behelst de geschiedenis van een uitvinder die. woonachtig in een bijna ongenaakbaren vuurtoren, door vijanden belaagd wordt, wien het er om te doen is in het bezit te komen van een allerbelangrijkste uitvinding door den bewoner van den vuurtoren gedaan. Vele en velerlei verwikkelingen zijn hiervan het gevolg, terwijl natuurlijk ook het liefdes element er een niet onbelangrijke rol in speelt. Kortom zonder dit werk is uwe verzameling premiebocken niet compleet! lijk zijn, ons te vertellen, waarom r-j u eigenlijk hier bent gekomen." lNO. 1/ „Omdat ik wil, dat Tom met mij meegaat, voordat...." „Voordat wat O, geneer je niet voor mij," zei Mr. Horfman, „ik ben een vriend van de fa milie." „De vloek van de familie, bedoelt u," antwoord de Lance, net zoo kalm sprekend als Mr. Horfman „u hebt nu het ergste gedaan, wat u doen kon, en nu gaat Tom met mij mee." „Met jou mee, ik „Het is het beste, wat je doen kunt, dat weet je zélf ook. Wat vandaag in Glade Wood is ge beurd, zal anders afloopen dan jullie denken. Je gelooft toch zeker niet, dat de politie zóó stom is, om zonder onderzoek dat armzalige sprookje van jou te gelooven „Dat armzalig sprookje? Wil je misschien zeggen „Val hem niet in de rede, Tom," onderbrak Mr. Horfman hem vriendelijk, „ik geloof, dat we iets interessants te hooren krijgen." „U hebt gelijk, Mr. Horfman," antwoordde Lance even vriendelijk. „Ten eerste krijgt u dit van me te hooren, n.l. dat de lafhartige moord op Mr. van Menterghem u niet zal helpen. Hij heeft u bevolen uit de omgeving te verdwijnen, op straffe dat hij u anders bij de politie zou aangeven als den eigenaar van een berucht speelhol. Hij gaf u een maand om uw engagement met Miss Mazeline te verbreken. Nu u hem op deze laag hartige manier echter het zwijgen hebt opgelegd, zal ik er voor zorgen, dat u, als u tenminste niet voor die afschuwelijke daad van vanmorgen zult moeten hangen, van deze villa wordt wegge jaagd. Wat uw engagement betreft, ik zal niet zoo toegevend zijn als Mr. van* Menterghem ik zal niet het engagement laten verbreken, ik zal het zélf doen, en op een manier, die bij Miss Mazeline geen twijfel zal overlaten omtrent het gevaar, waaraan zij ternauwernood ontsnapt is zich bijna, voor haar heele leven, aan 'n schiirk te hebben verbonden." Lance voelde zich uiterst kalm. Hij sprak niet luid en verloor geen oogenblik zijn zelfbeheersching, terwijl hij strak in het effen, ironische gezicht van dien laaghartigen lafaard keek. Mr. Oskar Horfman vertrok geen spier. Hij leunde achterover in zijn stoel, rookte een sigaar, en nam verscheidene teugjes van zijn glas whisky. Toen Lance even zweeg en zich omkeerde om Tom iets te zeggen, begon hij op z'n vleiendsten toon „Wat heb ik je gezegd, Tom Ik wist wel, dat onze vriend buitengewoon interessant zou zijn." „Tom," zei Lance, die den ander nu links liet liggen, „ik heb gehoord, dat je moeder naar Lake Louise is om een poosje bij haar zuster te logeeren. Het eerste, wat je dus doen moet, is, naar haar toegaan om haar het verschrikkelijke nieuws te vertellen. Maar daarna.... zou je daarna niet graag eens op reis gaanver weg gaan Ik zeg je, dat ik deze plaats yoor je vriend Mr. Oskar Horfman tot een hel zal maken." „Laat me met rust," mompelde Tom. „Als jij je er mee bemoeit...." „Ik zeil me er mee bemoeien," klonk het beslist, „wees daar zeker van Als ik je zeg, dat ik het engagement van je zuster met dezen schurk zal verbreken, dan zól ik het ook doen, tenzij.... tenzij jij het doet. Je kunt nu naar Bootham terug gaan en haar alles vertellen, behalve natuurlijk de verschrikkelijke waarheid van vanmorgen. Die wetenschap zou haar hart breken. Maar ze zal het wel begrijpen en daar er waarschijnlijk wel een verschrikkelijk schandaal zal losbreken over.Mr. eh Mr. Horfman en zijn dierbaar Sans Souci, zou ze het beste doen met voor een tijdje hier te verdwijnen. Ze zou voor een poosje naar Lake Louise kunnen gaan. Je kunt er overigens van verzekerd zijn, dat ik bjj het onderhoud met de politie mijn best zal doen, er je naam, terwille van haar, buiten te houden „Als je je mond niet houdt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 6