HET SNELVERKEER
552 VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1931
wemelt het van de Fords,
de Chevrolets, de Buicks,
enz. in ons goede landje.
Daarbij zijn nog de
bussen gekomen. Knusse
bussen, grootere rammel
kasten en logge monster
gevaarten.
Voeg daarbij de mo
torfietsen, dikwijls door
'j
„Stop!"
Voor de veiligheid en orde. liet bedienen
der verkeerssignalen op den Coolxingel.
Voorwaarts gaat het, als in stoet.''
hen druk moment op tien ('ooisingel. Mei
een richtige verkeersleiding gaat alles goed.
Alle wegen in stad en land, waarlangs het snel
verkeer raast zijn eigenlijk voor dat verkeer
ongeschikt, behalve dan de nieuwste, spe
ciaal voor dit doel aangelegde.
Dit moge wat vreemd klinken, tóch is het zoo.
De meeste straten en wegen zijn aangelegd lang
voor de onwelriekende „koning" benzine heerschte
en ons leven ongezellig maakte, 't Is nog niet zoo
héél lang geleden, dat de eerste
auto, die vreemde wagen zonder
paard, in ons land de menschen
benieuwde, evenals dit nu de
vliegmachines doen.
Tijdens de mobilisatie waren
de auto's, vanwege 't benzine-
gebrek, sporadisch, maar thans
Fietsers, die niet
vooruit kunnen komen. Het mach
ten is op het teeken van den verkeersagent