T 572 VRIJDAG 2 OCTOBER 1931 No. 29 Toen wij de zaal in de .Witte" binnentraden, was de repetitie van het Rot- terdanisch Philharmonisch Orkest in vollen gang. ..Snikken, niets clan snikken," zegtEd. Flipse. De drie fluitis- len, die dc nu lodiecu doen dartelen, hun lied is zéér verlokkelijk, als een tooverij. OH En dit is concert meester M. Dado, die deze belangrijke en eervolle functie juist twaalf en een half jaar uitstekend vervult. JLoi Loen wij de groote zaal van de „Witte" te Rot terdam binnentraden,was de repetitie van het Rotterdamsch Philhar monisch Orkest in vollen gang. Daar zaten de musici rond hun dirigent in felle en klinkende actie. De dirigent zelf, Eduard Flipse, type van den modernen en hard wer kenden leider, stond bo ven zijn orkest uit, in z'n hemdsmouwen, na drukkelijk en breed ge barend Hij had direct geen oog --Schallende hoorns, schaterende trompetten Praeses Ootlib is ook zeer vaardig op de contrabas. voor de binnenkomenden en krachtig klonken telkens zijn bevelen tusschen de luide schetteringen van het koper, de dansende klanken van het hout en 't zingen der strijkinstrumenten in. Als echter de voorbereidende uit voering der ultra-moderne Fran- sche compositie was beëindigd, kwam deze een en ai vriendelijke, ja beminnelijke dirigent op ons toe en we waren verzekerd van zijn spontane medewerking, evenals van de gewaardeerde hulp van voorzitter Gotlib. „Even poseeren voor Groot Rotterdam?" „Wel, natuurlijk, met alle ge noegen. Als 't maar niet dl te lang duurt, want er moet voor de serie uitvoeringen nog hard gewerkt worden." Weldra zijn wij druk in actie. Onze kieken mogen daarvan ge tuigen. 't Duurde misschien iets langer dan verwacht werd, maar de musici offer den gaarne van hun kostbaren tijd, voor het goede doel. Intusschen hadden we een kort onderhoud met den dirigent. Na even genoeglijk gediscussi eerd te hebben over drieklanken, natuurlijke harmonieën, vroegere

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 8