DOOR BARONESSE ORCZY Oh I ik denk, dat ze naar Lake Louise is, naar haar moeder misschien heeft ze in Glamisdale een auto gehuurd. Ik geloof, dat fatsoenlijke jonge dames gewoonlijk naar hun moeder vluchten, als een huwelijk niet heelemaal naar hun zin is. In ieder geval is Miss Mazeline vertrokken, dat is alles wat ik er van weet. Meisjesgrillenniet de moeite om je er druk over te maken ze zal wel weer gauw terugkomen," vervolgde Mr. Horfman met een onaangenamen glimlach. „Heeft u zich niet tot de politie gewend, toen....?" vroeg Lance terloops. „Neen," zei Mr. Horfman „ik heb me niet tot de politie gewend natuurlijk hebben Tom en ik de wenschelijkheid daarvan besproken, maar we oordeelden het het beste althans voor de eerste twee dagen de politie er buiten te laten. Nietwaar Dat vond je toch ook het beste, oude jongen Hij keek Tom strak aan. Deze ontweek zijn blik en zag er uit als een hond, die door zijn meester berispt wordt en een pak slaag hoopt te ontkomen. Mr. Horfman haalde luchtig de schou ders op en liet een spottend lachje hooren. Toen keerde hij zich om, en ging zijn glas vullen. Zoodra hij zich had omgedraaid, kwam er een onderdrukte vloek over Tom's lippen hij balde zijn vuisten en maakte een woedende beweging, maar Lance legde vlug een kalmeerende hand op zijn schouder. De telefoon, op een bureau aan de andere zijde van t vertrek, ging rinkelend over. Horiman nam de telefoon op. „Hallo Hallo! Ja 1 Ja I Met wien spreek ik U spreekt met Oskar Horfman. Ja Tom, zonder belangstelling, landerig en stil, schonk geen aandacht aan het gebeurde. Lance, bespiedde Mr. Horfman, hij zag het plotselinge fronsen, de opengespalkte oogen, den heftigen greep om den hoorn, toen de trillende lippen, de bleeke wangen eerst een blik van niet begrijpen, daarna van vrees, van schrik, terwijl zijn gelaatstrekken, die een minuut geleden nog zoo rustig geweest waren, zich verwrongen. Het volgend oogenblik gooide hij den hoorn met een vloek neer, en schreeuwde schor tegen Tom „Bel even, wil je?" Lance belde, terwijl Tom, als gewoonlijk dronken, onsamenhangend mopperde„Wat is er „Wat er is riep Mr. Horfman met een tweeden vloek „De politie zal binnen het uur hier zijn 1 Dèt is er I" „Wat bedoel je „Precies wat ik zeg. Je dierbare zuster moet Er werd geklopteen wild „jó" van Mr. Horfman, en toen de bescheiden butler binnenkwam, een kort „Speelt er iemand „Ongeveer tien twaalf man." „Laat ze dadelijk uitscheiden," zei Horfman op een harden bevelenden toon. „Ruim alles op. Stuur om de auto's. Laat ze allen zoo vlug mogelijk vertrekken. De villa moet binnen de vijf minuten ontruimd zijn. De politie is onderweg." Het volgend oogenblik haalde Mr. Horfman met koortsachtige haast een stapel papieren te voorschijn, keek ze vluchtig in, legde enkele terug in de safe, en stak de andere bij zich. Plotseling keerde hij zich grommend als een wild dier, dat te lang gesard is, naar Tom. „Het zal voor jou erger zijn dan voor mij, dat is zeker." Deze bedreiging ontnuchterde Tom oogenblikke- lijk hij sprong op Horfman toe, greep hem bij de schouders en keek hem woedend aan „Horfman, je zult toch niet Mr. Horfman rukte zich los. „Wèt zal ik niet vroeg hij koel. „Jouw verklaringen niet naar de politie sturen Je weet, dat ik dat doen zal. Heb ik je niet gezegd, dat jij voor den moord op je stiefvader zou moeten hangen, als iemand zich met mijn zaken bemoeide Nu, dat is gebeurd. Ik geloof, dat het je zuster is geweest, al had ik niet gedacht, dat zij tot zooiets stoms in staat was." „In ieder gevalHorfman," zei Tom kalmer, „als je dat doet Zijn vuisten waren gebald, en een gemeene, dreigende blik in zijn oogen. Mr. Horfman glim lachte spottend, en haalde de schouders op. „Het zal je niet helpen mij te vermoorden, beste kerel," zei hij, „nu niet meer." „Horfman, ik heb je gezegd Toen kwam Lance tusschen beiden. „Maken jullie nu geen ruzie. Daar is geen tijd voor, en het zal ons alleen maar kunnen schaden, als we onzen kostbaren tijd verliezen. Als die telefonische bood schap juist was, is het beste wat we doen kunnen het veld te ruimenzoo vlug mogelijk I" „Wat bedoel je met het veld te ruimen „Jij, de eigenaar van Sans Souci, bent afwezig, begrijp je zei Lance. „Jij bent niet verantwoor delijk, voor wat je bedienden in je afwezigheid doen." „Ik begrijp je.... maar „Maar wat Het is heel eenvoudig je kunt niet iedereen wegkrijgen en de villa eruit laten zien als een klooster vóór de politie er is „Neen, dat kunnen we zeker niet. Er zijn „Heel veel dingen, dat weet ik. Kom ga mee. Laat Thomas en de rest het gelag betalen. Kom later terug en kijk zoo onschuldig als een lam." „Een goed idee. Ik heb dus ergens mijn witte broodsweken doorgebracht Van mijn afwezig heid is misbruik gemaakt.... Maar „Wat maar?" „Waar kan ik heen „Ik weet een plaatseen verlaten huis niet ver weg.... daar zal ik jou en Tom heen brengen, en jullie voorloopig verborgen houden, totdat Mr. Horfman, hoewel nog steeds besluiteloos, had niettemin aandachtig geluisterd. De gedachte, de politie te ontmoeten, was afschuwelijkzijn instinct ried hem te verdwijnen tot het ergste voorbij was, en op Madoc's plan in te gaan. „Er is geen tijd te verliezen," vervolgde Lance, toen Horfman wat wilde zeggen. Hij zweeg een oogenblik, en enkele seconden keken de beide mannen elkaar recht in de oogen. Kwam toen wellicht het vermoeden bij Oskar Horfman op, dat Madoc misschien niet zoo dwaas was, als hij er uit zag Wie zal het zeggen Mr. Horfman had zich altijd op zijn menschenkennis beroemd het maakte deel uit van zijn broodwin ning, de menschen te doorzien en te gebruiken. De eenige vergissing, die hij ooit in zijn leven gemaakt had en die een heel ernstige zou blijken, was, dat hij geloofde, dat Amos Beyvin, alias Lance Madoc, evenals hij zelf vervuld was met schrik voor de politie, en dat hij, Oskar Horfman, den ontvluchten gevangene door die vrees in zijn macht had. „Ik ga weg," bracht Tom Mazeline er tenslotte uit. Hij was alleen maar bang, ontzettend bang Enkele seconden later klopte Thomas op de deur van den rooksalon. „Heeft u gebeld, mijnheerNet of er niets gebeurd was alsof dit prachtige, rijk inge richte huis geen zinkend schip was, waar de ratten van wegvluchtten. „Ja," antwoordde Mr. Horfman. „Sluit de deur." Voor een oogenblik keken meester en knecht elkaar scherp, onderzoekend in het gezichtals om te achterhalen, wat er achter het nog altijd onbewogen masker omging. God alleen of was het Satan wist, welke schakel van ondeugd of misdaad deze twee te zamen bond wat den eenen man zoo slaafsch en bescheiden maakte, en den ander zoo zeker deed zijn van zijn macht. „Ik ga weg, Thomas," zei Mr. Horfman direct daarop, „voor enkele dagen. Dat is te zeggen, ik ben vanmorgen vroeg vertrokken en jij hebt me sindsdien niet meer gezien, begrepen „Ik begrijp u, mijnheer." (Slot) „Je leeft in de veronderstelling, dat ik vanmorgen getrouwd ben, en dat ik naar een of ander zomerverblijf in het Rotsge bergte onderweg ben, om daar mijn wittebroods weken door te brengen." „Ja, mijnheer." „In mijn afwezigheid hebben jij en je kameraden eenige vrienden uitgenoodigd om wat te drinken en te spelen. Het is niet de eerste keer dat je zoo iets hebt gedaan, en je hebt je veel moeite gegeven, deze slechte praktijken voor me verborgen te houden." „Juist, mijnheer." „Als je me goed begrepen hebt, Thomas," besloot Mr. Horfman nu, „zul je bij mijn terugkeer twee duizend dollar krijgen en de anderen ieder vijf honderd. Heb je alles begrepen „Volkomen, mijnheer." „De boete die je vast en zeker krijgt betaal ik natuurlijk. Laat Katner twee rijcostumes klaar leggen, een voor mij en een voor Mr. Mazeline. We komen dadelijk boven om ons te verkleeden. 'n Oogenblik nog. Zeg aan Roundley, dat hij Stella en Red Robin moet zadelen en moet zien of Mr. Madoc's paard in orde is, maar hij mag de paarden niet buiten brengen we zullen in den stal wel opstappen." „Ja, mijnheer." „Wacht 1 Katner moet ook enkele toilet-benoo- digdheden inpakken in den kleinsten koffer, dien hij vinden kan, en je kunt hem en Roundley laten weten, dat zij, in geval alles goed gaat, elk duizend dollar krijgen." „Dank u, mijnheer." „Je kunt gaan." Zoo bescheiden, zoo eerbiedig als hij gekomen was, ging Thomas weer weg, terwijl hij de deur op een klein kiertje liet staan zijn zachte schuifelende voetstappen stierven spoedig weg. „Dat noem ik goed bediend worden, Mr. Madoc," zei Horfman zelfvoldaan. „Zij zullen wel meer dan enkel boete krijgen, denk ik," merkte Lance op. „O, zij vinden het niet erg een poosje in de gevangenis te zitten. Het zou trouwens niet de eerste keer zijn," besloot Mr. Horfman met een lach. De nieuwste mop fluitend verliet hij het vertrek. Lance volgde hem de gang en de tochtdeur door. Hier ging Mr. Horfman, nadat hij hem had toe geknikt, de trap op, en Lance vervolgde zijn weg naar de stallen. Eenige auto's stonden reeds voor de voordeur te wachten, en de zenuwachtige bezoekers van Sans Souci haastten zich er in, als ratten, die hun hol zochten. VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK T~Awars door de velden achter Mr. Horfman's bezittingen, langs een omweg midden door Glade Wood, dan een kort ritje over den weg, en tenslotte het bergpad.... „Dat was een goed idee van je, Madoc," zei Mr. Horfman, terwijl hij Stella naast Emma bracht. Tot dan toe had hij aldoor naast Tom gereden, terwijl Madoc voorop ging „om den weg te wijzen". Tom had al dien tijd nog geen mond open gedaan, en Mr. Horfman, verveeld door dit zwijgen, wild$, praten. „Het was de eenige uitweg, dunkt u ook niet, Mr. Horfman „Ik heb graag zulk soort menschen om mij heen, Mr. Madoc," zei Mr. Horfman „menschen, die ongelukkig zijn geweest net als u bijvoorbeeld, en Tom. Ik help ze weer op de been, ziet u -Ja." „En dan, begrijp je, help ik hen fortuin te maken. Kijk eens naar Thomas. Die wordt ziender- oogen kapitalist." Mr. Horfman wachtte een oogenblik, toen voegde hij er aan toe „Ik zal ook uw fortuin maken, Mr. Madoc, als u mij trouw blijft." „Als u er geen bezwaar tegen hebt," viel Lance

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 6