No. 31
VRIJDAG 16 OCTOBER 1931
613
om ze voorloopig te bewaren in haar kleine safe.
Selby Layton kwam van Londen terug met de
inededeeling, dat Kate Transom werkelijk bij
jack Gordon woondehij had beiden toevallig
samen uit hetzelfde huis zien komen.
Esther, overweldigd door het gehoorde, en met
een gevoel alsof alles nu verder onverschillig was,
werd de verloofde van Selby Layton.
Miss Worcester toonde zich zeer ingenomen met
deze verloving, maar Esther bleef tegenover Selby
even koel en gereserveerd als tevoren. Hij ging
gedurende zijn verlovingstijd logeeren op een na
burig landgoed bij Lord en Lady Fanworth.
Esther liet mr. Floss, haar zaakwaarnemer, uit
Londen komen om hem haar geheimzinnige vondst
te toonen. Mr. Floss kwam tot de conclusie, dat
het trommeltje nog niet lang onder de aarde gelegen
had en dus door den laatsten bewoner daarin ge
stopt moest zijn. Die huwelijksacte zou ook wel
van hem wezen, zoodat die man, die dus blijkbaar
Robinson heette, waarschijnlijk een schurk was.
Esther had immers niets van hem geweten, getuig
schriften had hij niet gehad en als hij eerlijk aan
al die bankbiljetten was gekomen, zou hij ze hier
niet verstopt hebben. Mr. Floss raadde Esther aan
het trommeltje voorloopig te bewaren en er met
niemand over te spreken, ook niet met haar ver
loofde.
Selby Layton, die even later verscheen, maakte
een onaangenamen indruk op mr. Floss. Ook
Lord en Lady Fanworth waren niet bizonder met
hem ingenomen, lieten hiervan echter niets blijken
om hun genegenheid voor Esther. Zij kregen on
verwachts nog een tweeden gast, hun neef Harry
Coverdale, die lang in Australië had gewoond.
Harry Coverdale vertelde dat hij daar had kennis
gemaakt met John Vancourt, die zich ginds Arthur
i'.urton noemde, maar wiens waren naam hij door
een toeval was te weten gekomen.
„U Hebt zeker later alle détails van zijn dood
vernomen' van den man die toen bij hem was?"
vroeg hij.
„Neen," zei Selby Layton, „die schijnt onmid
dellijk na den dood van Vancourt te zijn verdwenen
en niemand heeft nog ooit wat van hem gehoord."
In den loop van dien avond kwam een der
bedienden zeggen, dat er iemand was om mr.
Layton te spreken. Layton vond in de vestibule
Dick Reeve, die lichtelijk dronken was en wilde,
dat hij met hem naar buiten ging. Layton wees
hem op hoogen toon terecht, maar Reeve fluisterde
hem iets in het oor Layton werd toen lijkbleek
en volgde den ander naar buiten.
Tot zijn ontzetting hoorde hij nu, dat Dick
Reeve getuige was geweest van den moord op
Denzil. Hij had hen beiden gezien en nieuwsgierig
naar wat zoo'n ongunstig individu had uit te staan
met zoo'n deftig heer, was hij in de buurt gebleven
en hij had alles gehoord wat er gesproken was.
Ten bewijze toonde hij het door Denzil geschreven
stuk en Selby Lay ton's vulpen. Maar Layton gaf
zich nog niet gewonnen.
„Ja," zei hij, „je hebt daar 'n paar dingen die
je niet toebehooren. Dat is verdacht voor je. Stel
dat je mij gehoord had, dan kon jij later dien man
vermoord hebben om hem het geld af te nemen, dat
ik hem gegeven had."
„Je bent 'n schurk, meneer 1" zei Dick Reeve,
„maar je maakt mij niet bang. Ik heb 't geweer
waar je het mee gedaan hebt 1"
„Dat is jouw geweer 1"
„Neen, het is van Gordon IkTieb het gevonden
in den put waar jij het hebt neergegooid."
„Ik heb het niet in den put gegooid!" verzekerde
Layton.„Ik heb 't weer tegen den boom neer
gezet. Wie kan het daar dan weggehaald heb
ben
„Dat kan me niet schelen zei Reeve. „Ik ben
hier gekomen om te hooren waar Kate is. Waar is
ze
„Bij Gordon."
„Dien hond!" riep Dick Reeve met een vloek.
„Dat zal ik hem betaald zetten! Waar woont hij
Selby Layton gaf hem het adres.
„Wil je wraak nemen
„Dat wil ik zeker 1 Al moet ik er voor de gevange
nis in
„Dat zou dom van je wezen," zei Layton. „Waar
om zou je dien Gordon niet liever naar de gevange
nis sturen
„He Ik begrijp je niet."
„Begrijp je dat niet Je hebt dien avond mij niet
gezien, maar Gordon. Hij was in 't bosch, hij ver
dween opeens uit Vancourt; je hebt zijn geweer
in den put gevonden. Je hoorde hem praten met
dien vreemdeling, maar je hebt je mond gehouden
omdat je aan 't stroopen was. Begrijp je? Je zou
je nooit mooier kunnen wreken I"
Dick Reeve's oogen glinsterden.
„Ja, dat is goed! Je bent nog slimmer dan ik
dacht. Ja, het is Gordon geweest! Ik zal zweren,
dat ik hem gezien heb, dat ik 't hem heb zien doen!"
Toen Selby Layton weer binnen kwam, zei hij
tot zijn gastheer
„Het was iemand uit Vancourt 'n zekere
Dick Reeve. Die arme kerel is heelemaal van streek
omdat zijn meisje weg is die schijnt er vandoor
te zijn met Gordon, den vorigen meesterknecht
van Vancourt. Reeve scheen nog iets anders ook
op zijn hart te hebben hij had 't over een geheim
dat hij alleen wist. Arme kerel. Hij is half gek
van verdriet.
Twee dagen later gingen Lord en Lady Fanworth
met hun gasten op Vancourt Towers dineéren.
Harry Coverdale voelde dadelijk sympathie voor
Esther, die op zoo romantische wijze aan haar
rijkdommen was gekomen en ook hij viel bij haar
in den smaak.
Na het diner vertelde hij haar van zijn reis
avonturen en toen hij over Australië begon,
toonde zij vooral groote belangstelling.
„Van Australië interesseert me alles," zei
Esther. „U weet, dat de neef van Sir Richard,
die dit alles had moeten erven, daar vermoord is,
en ook mijn overleden broer heeft daar gewoond."
Harry Coverdale vertelde haar hoe hij John
Vancourt, die zich in Australië Arthur Burton
noemde, had leeren kennen. Hij had van hem en
zijn vriend 'n claim gekocht en enthousiast sprak
hij over het nobele karakter van Arthur Burton.
Later liet Esther hem foto's zien, die haar broer
uitAustralië had gestuurd en hij herkende bijna alle
plekjes, die hier gefotografeerd waren. Bij de
foto van éen tengeren jongen man in de gewone
uitrusting, van den gouddelver riep hij opeens:
„Wel, dien man ken ik Dat is die vriend van
Arthur Burton dien hij altijd verpleegde als
hij ziek was en hij was dikwijls ziek. Ik kan niet
op zijn naam komen
Esther keek hem zwijgend aan. Haar gezichtje
was heel bleek geworden.
O, nu weet ik het
riep Coverdale opeens,
„Hij heette Jack Gor
don
„U moet u vergissen,"
zei Esther. „Dit is het
portret van mijn broer,
die twee jaar geleden ge
storven is."
Ik vergis mij niet. Als
dit het portret is van uw
broer, dan heb ik hem
vlak na Kerstmis, nog in
leven gezien. Hij was toen
bij zijn kameraad Arthur
Burton, den jongen Van
court. Ik kan me niet
vergissen. Kijkt u eens
naar dien arm met dit ver
grootglas. Die getatou-
eerde teekening heb ik
op den arm van Jack
Gordon gezien
Esther's hart klopte zóó
hevig, dat ze nauwelijks
kon adem halen.
„Kunt u me ook zeggen
waar de jonge Vancourt
die zich Arthur Burton
noemde -op leek
vroeg ze na een pauze.
Harry Coverdale gaf
toen een beschrijving van
hem, welke precies paste
op Jack Gordon, die nu
uit Vancourt vertrokken
was.
„En weet u zeker, dat -
die Arthur Burton de
neef van Sir Richard
was vroeg Esther
bevend.
„Geheel zeker. Ik ont
dekte het bij toeval, toen ik zijn lucifersdoosje
leende en ik daar zijn naam op vond."
Hij haalde het doosje uit zijn zak en liet het haar
zien.
„Zou u het mij een poosje willen leenen vroeg
Esther, waarop Coverdale haar verzocht, het van
hem te willen aannemen.
Toen later de gasten heengingen, voegde Esther
zich even bij Selby Layton om hem het adres te
vragen, waar hij Kate Transom had gezien.
„Chase Street 16 Oost-Londen," zei hij, verbaasd
om die vraag.
Maar Esther keerde zich dadelijk weer van hem
af. Zij was geheel verward door wat Harry
Coverdale haar had verteld en dien geheel en nacht
lag ze wakker in 'n chaos van gedachten, vanwaar
ze geen uitweg wist.
's Morgens aan het ontbijt verraste ze haar tante
met de mededeeling, dat ze dien ochtend nog naar
Londen wilde en ondanks de tegenstribbelingen
van miss Worcester reisden de beide dames 'n paar
uren later naar de groote stad.
Kate Transom was intusschen hersteld van haar
ziekte en zoowel miss Woods als de kattige Mordy
Jane hadden het mooie stille meisje lief gekregen.
Zij trachtte nu werk te vinden, maar haar beide
beschermsters hadden al lang gemerkt dat Kate
verliefd was op haar beschermer en Mordy Jane liet
het aan toespelingen daaromtrent tegenover Jack
niet ontbreken.
Jack begon zich af te vragen, of het niet 't beste
zou wezen als hij trouwde met Kate, die werkelijk
v3n hem scheen te houden, om dan met haar naar
Australië te vertrekken. Misschien zou hij dan
langzamerhand Esther Vancourt kunnen vergeten.
Maar zou het niet slecht van hem wezen, met Kate
te trouwen, terwijl hij Esther lief had Zoo werd
hij, dagen lang, heen en weer geslingerd tusschen
de ingevingen van hart en verstand.
Kate van haar kant spoorde hem voortdurend
aan, toch het land uit te gaan en er was een onrust
in haar die hij niet begrijpen kon. Zij toonde zich
ook doodelijk ongerust toen Jack een kort briefje
ontving uit „Hotel Metropole", van den volgenden
inhoud
„Ik moet u even spreken. Wilt u terstond hier
komen Vraag naar kamer 260.
E. V."
Nijvere meisjes van Zoutelande.