T ZWEEFVLIEGEN a Een nieuwe Sport: 542 VRIJDAG 30 OCTOBER 1931 No. 22 IX' landing na nolbrachte vlucht lli'l Duilsche vliegveld in ih Khön. maar de eer.tie zweefvluch ten plaats hatlden. Het was in den zomer van 1922, dat de Duitsche geïllustreerde bladen op de frontpagina de lachende koppen vertoonden van Martens en Hentzen, de twee jonge menschen, die met een vlieg tuig zonder motor meerdere uren lang in de lucht gebleven waren. Toen was het voor iedereen bewe zen, dat zweven, deze mooiste soort van vliegen, ook door den mensch te volvoeren was, want er was een tijd geweest, heusch niet lang geleden, dat men met wiskundige zekerheid meende te kunnen bewijzen, dat dit onmogelijk was. Sedert 1922 is de zweefsport in Duitschland geweldig toegenomen, er is bijna geen plaats meer, waar niet eenige enthousiastelingen zich in het zweven oefenen en de „Rhön-Rositten Gesell- schaft" is daar de groote onderneming, welke het centrum voor opleiding, oefening en onderzoekin gen vormt. ledereen, die wel eens gevlogen heeft, weet, dat, hoe rustig het vliegtuig van den grond uitgezien ook door de lucht schuift, er toch plotselinge schom melingen, sprongetjes en valletjes voorkomen. De lucht om ons heen is een oceaan, wélke bijna nooit geheel rustig is. De wind is geen rustig voortglij dende luchtstroom, neen, hij gaat dan weer sneller, dan weer langzamer als met golven voorwaarts, beweegt zich omhoog en omlaag en begint, wan neer men hooger komt, soms heel plotseling uit een andere richting te waaien. Bij duinen, heu vels of bergen gekomen, kan hij er natuurlijk niet doorheen blazen, doch moet omhoog, er over heen. En dan heeft men de eigenaardige lucht- stroomingen, welke men de Hermische noemt en toe te schrijven zijn aan de ongelijkmatige ver warming door de zon van aardbodem en wateroppervlakten. Al deze vroeger onbekende en onbeachte lucht- stróomingen te benutten, zich door opstijgende winden en windstooten te laten verheffen en er in en er mede voorwaarts te glijden, te voelen, wat er in de luchtzee om ons heen gebeurt, zijn machine en zichzelf te beheerschen onder alle omstandigheden, kijk, dat is de zweefvliegsport. We behoeven er wel niet aan te herinneren, wat men tot nu toe al bereikt heeft. Het zweven boven New-York en Berlijn uren lang, de vlucht over het Kanaal heen en terug, de tochten, hon derden kilometers ver, de vluchten duizenden meters hoog, zij bewijzen, dat men het in deze sport ver gebracht heeft. Wel is er heel wat moed en ervaring bij noodig geweest om vele van deze records te bereiken. Stelt u zich alleen maar de tochten van een Groenhoff voor, waarbij hij in den opstijgenden warmen luchtstroom, welke door onweerswolken voortgejaagd wordt, rondvloog en zich zoo met de voortrazende onweersbui mee liet voeren, honderden kilometers ver 1 De opleiding tot zweefvliegen is in zekeren zin moeilijker dan die voor motorvliegen. immers, De instructeur geeft het goede voorbeeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 30