v.. 3*8^3 -■- - %en idylle aan de %ngeli>che kuit, een lieftallige MXbb met haat "óatnoyedeu Meotouw Pelikaan houdt bespiegelingen No. 23 VRIJDAG 6 NOVEMBER 1931 559 Gerald kreeg zijn bezinning weer terug en begon in te zien, in welk gevaar ze kwamen, om zich beiden belachelijk aan te stellen. Kom, Helen, laten we ons nu niet zoo druk- maken over zoo'n kleinigheidje Om je de waar heid te zeggen. wat ik tot nu toe met deed, om dat ik het van geen belang vondeemge jaren geleden ben ik van dat meisje weg geweestmaar dat was nog echte kalverenliefde, hoor Dat is de zaak Je gelooft me toch immers, met Als het zoo nog even langer geduurd had, dan zouden deze vragen en antwoorden wel daarop zijn uitgeloopen, dat ze rustig naar het concert waren gegaan, al was het dan ook wat laat. Maar miss Pierce had, denkelijk met opzet, onder over de foto geschreven „Londen, 7 Juni", en dat op schrift op het donkere karton was Helen niet op gevallen, voordat ze het portret toevallig dicht onder het licht hield. „Zoois ze in Europa Gerald zag den komenden vrede weer verdwijnen en er kwam een eigenaardige trek op Helen's ge zichtje. „Komt ze nog hier in stad ook „Nee.... heelemaal niet!" antwoordde Gerald terstond. „Wat aardig van haar, dat ze je haar komst ge meld heeft Helen had nu heelemaal de Negende vergeten en Gerald ook. Hij voelde zich gekrenkt. „Helen," zei hij, „Miss Pierce heeft me gevraagd, of ik haar met haar oude gouvernante in den Haag wilde komen afhalen en haar dan naar Bayreuth begeleiden. Maar ik ben niet van plan het te doen en weet zeker, dat ik haar door een weigering niet beleedigen zal. Ze vroeg me denkelijk, omdat ik haar eenige kennis in Europa ben." Deze openhartigheid had alle twijfelingen moeten wegnemen, maar als iemand door verliefdheid overgevoelig is, dan wordt het humeur gewoonlijk onberekenbaar. Helen was heel erg verliefd en hoeverliefder iemand is, des te hooger stelt hij gewoonlijk zijn eischen. „Gerald," zei ze met al de dramatische gewich tigheid eener jonge geliefde, „je moet niet denken dat ik veel drukte om niets maak. Maar er is iets over me gekomen, dat eerst weg moet, voordat we weer als vroeger met elkaar kunnen omgaan. Niet, dat ik je oprechtheid betwijfel; maar.... ben je wel heelemaal zeker van je zelf „Helen viel hij haar in de rede. „Heb even geduld ver volgde ze. „Ik moet het wetenzeker weten, zon der eenigen twijfel en er is maar één manier om daar achter te komen. Neem die uitnoodiging aanga mee naar Bayreuth." „Onmogelijk 1" onderbrak hij haar, „ik.ik. „Nee, je moet wel gaan en als je op tijd wilt zijn, dan moet je vanavond nog op den trein. Het is maar voor een paar dagen en als je dan terugkomt.." (haar stem sloeg over, maar ze hield zich goed), „dan weet ik, hoe het staatProbeer niet iets aan mijn besluit te veranderen. Het is voor allebei zoo het beste Wie dien avond het ge zichtje van Helen op het concert had kunnen opne men, had zeker bij zichzelf gedacht Wat moet dat meisje verrukt zijn over de muziek Maar toch was dat slechts uiterlijk. Want hare gedachten waren heelemaal niet bij de muziek- Het stormde in haar hoofdje, en slechts nu en dan flitste er 'n verstandelijk straaltje licht door de duisternis. Nu en dan, maar niet dikwijls bra ken de wolken en kwam een "stukje blauwe lucht te voor schijn, maar twijfel en angst voor ontrouw ver duisterden dat dan weer spoedig. De nacht werd iets verschrikkelijks voor haar. En de morgen bracht geen verlichting. Was Gerald al niet reeds mijlen ver weg Den volgenden dag was haar muziekleeraar, die zooveel van zijn begaafde leerlinge verwachtte, beslist bezorgd voor haar gezondheid. Den derden dag ergerde hij zich. Den vierder dag sloeg hij het muziekboek dicht met een uitroep van wanhoop. Den vijfden dag zat Helen alleen op haar kamertje, zonder aan zingen te denken. Was het heusch waar, dat juffrouw Rhoda, die haar een kop chocolade met appelkoekjes brengen kwam, slechts een stom hoofdknikje kreeg ten groet Maar juffrouw Rhoda was een verstandig mensch en begreep het wel. Was die aardige, jonge Amerikaan, die zoo geregeld kwam, nu al niet een paar dagen lang heelemaal weggebleven En dus voelde ze zich niet gekrenkt, maar had slechts een diep medelij den met het arme jonge zangeresje van de andere zijde van den oceaan. Maar na een poosje keek Helen opditmaal niet zoo onverschil lig. Er klonken stappen op de trapin de gangflinke, stevige stappen. Dan werd er ge klopt enGerald trad binnen Onmiddellijk was ze weer onver- schilligmaar het was een moeilijk voorgewende onverschillig heid. Het ging haar niet goed af „Wat Ben je nu al terug vroeg ze. Maar Gerald bleef niet bij de deur staan en hij zei niets, voordat hij haar stevig in zijn armen hield. „Terug?" riep hij onstuimig uit. „Terug Maar kind, ik ben niet weg geweestIk kon niet weg Ik wilde niet weg Een oogenblik hield ze hem dicht tegen zich aan geklemd en de don kere hemel klaarde geheel op en het oude licht straalde weer uit haar oogen. Dan keek ze op, stak dreigend een vinger omhoog, lachte, schreide en snikte tegelijk en riep „O, Gerald Osborne Als je dat toch gedurfd had 1" Enwel, dat is nu eenmaal meisjesmanier

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 15