Versche visch, mooie visch, Die van nacht gevangen is. Hou je emmer maar gereed; Koopjes zijn er bij de vleet. Wat een kanjer, wat een beest! Waar die neerstrijkt is het leest. Daar gaat mijn dichtershart van openl Dit fregat loop dertig knoopcn Met een windje Zuid-Zuid-West, Dan is Zetland op zijn bestl

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 32