586 VRIJDAG 13 NOVEMBER 1931 No. 24 Zoodra de auto er vandoor ging, stond Wilcox op. Towson was, zoo vlug het hem mogelijk was, bij hem gekomen in doodsangst dat de aviateur gewond of gedood was. Maar Wilcox was den kogel te vlug af geweest. „Ik moet telefoneeren," zei Towson, „die tasch bevat de grootste zending courante fondsen, die ik ooit voor de bank vervoerd heb." „Waarom zouden wij hem niet met de machine achterna zitten stelde Wilcox voor. „Met één propeller vroeg Towson met een gezicht, dat ernstigen twijfel uitdrukte. „Neen," luidde het antwoord. „We hebben een reserve-propeller en die kunnen we in een oogenblik opzetten." Zij spoedden zich terug naar het vliegtuig. De passagiers waren opgetogen over hun ontsnapping aan een groot gevaar en hadden geen woorden genoeg voor de koelbloedigheid en bekwaamheid van den bestuurder. Zoodra hij hun vertelde, wat er gebeurd was, waren ze bereid alles te doen wat van hen ge vraagd werd. Eenigen werden in de cabine geheschen en wierpen alles wat daarvoor in aanmerking kwam, naar buiten, om het vliegtuig lichter te maken. Daarna hielpen allen de machine achteruit te duwen naar een plaats, waar een grootere aanloop mogelijk was. Ondertusschen hadden Wilcox en Harris, met Towson als assistent, de reserve-propeller gemonteerd. Wilcox gaf zijn passagiers aanwijzingen hoe zij het dichtstbijzijnde spoor wegstation konden bereiken en stelde voor, dat enkelen zouden achterblijven om de bagage te bewaken totdat de anderen een auto konden sturen om die op te halen. Ten slotte verzocht hij hun een onkostenrekéhing te maken, dan kon hij die indienen op het kantoor te Miami De passagiers, die revolvers bij zich hadden, gave« hun wapens met hun munitie-voorraad aan de mannen in de machine, die op die manier een klein arsenaal aan boord kregen. Harris maakte de propeller op gang, de motoren ronkten en de „Zwaluw" rolde over het strand. Wilcox cirkelde rond, totdat hij zeker was, dat de nieuwe propeller goed werkte, toen wendde hij het toestel landinwaarts. Het was een stralende zomermiddag en ze zouden een auto op mijlen afstand kunnen ontdekken. Towson verkende alle wegen door den kijker van den piloot hij taxeerde den tijd, die verloopen kon zijn sinds het oogenblik, dat Montinello in den wagen was gestapt en kwam tot de conclusie, dat ze niet meer dan dertig mijl konden afgelegd hebben. De „Zwaluw" zou vermoe delijk tweemaal de snelheid hebben van den auto, want de snelste wagen moet toch af en toe om een of andere reden vaart minderen. Twee keer was het vliegtuig op een valsch spoor. De auto, waar het hen om te doen was, was een Packard en eenmaal volgden zij een Cadillac, een tweeden keer een Rolls-Royce. Die vergissingen deden kostbaren tijd verloren gaan, maar de „Zwaluw" liet geen hoekje van het daarvoor in aanmerking komende gebied ondoorzocht. Towson vermoedde, dat de bandieten koers zouden zetten naar Norfolk of naar Richmond. Het vliegtuig beschreef lange zigzaglijnen vooruit en achter uit langs de hoofdwegen Eindelijk kregen ze hem in de gaten. Towson had door den kijker de oogen gericht op den weg naar Richmond en ontdekte de Packard in een stuk bosch. De wagen had onder de boomen gestopt, de beide passagiers waren uitgestapt en tuurden naar het vliegtuig, dat nog verscheidene mijlen van hen verwijderd was. Towson leunde achterover in zijn zitplaats in den neus van de machine en schreeuwde in Wilcox' oor. De piloot deed het toestel van richting ver anderen Zooals zij verwacht hadden, waagde de auto zich weer buiten zijn schuil plaats, zoodra de twee mannen tot de overtuiging kwamen, dat zij niet gezien waren. Wilcox vloog in een grooten cirkel en kwam hen weer tegemoet in open, vlak terrein. Towson en Montinello wisselden schoten, terwijl de „Zwaluw" op nog geen honderd voet boven den grond voorbijsnorde. Towson verbrijzelde de voorruit van den auto en Montinello schoot een paar gaten in het geraamte van het vliegtuig, maar geen van beiden richtten ze schade van beteekenis aan. Wilcox beschreef wéér een cirkel en naderde den wagen thans van ach teren. Maar toen hij binnen Montinello's schootsveld gekomen was, besefte hij. dat hij een verkeerde taktiek had gevolgd. De Zuiderling had geen beter punt om te schieten dan het open achterraam. Towson had uitstekend zicht, de groote machine lag zoo vast als een mail- stoomer in kalm water, en hij schoot drie kogels in den auto door de achterruit. Maar hij raakte zijn man niet. Montinello van zijn kant nam geen notitie van Towson, maar richtte op den gastoevoer. Hij siaagde er echter alleen in een oliepijp te doorboren Wilcox liet het toestel boven den wagen omhoog schieten en was in een ommezien buiten het bereik van Montinello's revolver. Harris stopte het lek. Toen liet Wilcox zijn machine keeren en naderde den auto thans weer van voren. Hij vloog zoo laag, dat Towson niet kon mis sen Montinello, nog steeds op de achterplaats, had veel minder kans. Towson richtte zijn wapen eerst op den chauffeur, die wegdook om het schot te ontwijken. Vervolgens liet Towson den loop zakken en mikte op den Oft 't $ddeüand U *Ytmandaai

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 10