J
7
$adt dc ®YtfidqïacfA tc Amsterdam verdwijnen
%mnmokn bij '£untcïer\ ofi dc Grcluwc.
lilplij
Mo. 24
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1931
587
linker voorhang. Wolkjes stof bij iedere wenteling van het wiel toonden dui
delijk, dat hij den band doorboord had.
De „Zwaluw" vloog over den auto heen en gedurende enkele seconden
belemmerden de vleugels Towson's uitzicht. Wilcox keerde juist bijtijds om te
kunnen zien, hoe Montinello's wagen in een greppel plofte, over een heg sloeg
en in brand sloeg.
Gelukkig was er een vlak terreintje in de onmiddellijke nabijheid, waar
Wilcox kon dalen. Zoodra het toestel op den grond stond, sprongen de drie
mannen eruit en snelden naar het wrak van den auto. Ze hielden hun revolvers
gereed, maar merkten weldra, dat deze voorzorg overbodig was.
Tusschen de hoog-oplaaiende vlammen van de benzine zagen ze een in
eengezakte, onherkenbaar-verkoolde massahet stoffelijk overschot van den
chauffeur. Het raam, dat thans onder de naar boven-gekeerde wielen lag, ver
toonde duidelijke sporen van dc worsteling van een wanhopig man om zich uit
den brandenden wagen te bevrijden. Een zwart voorwerp was door het ven
ster naar buiten geschoven Towson herkende dadelijk zijn vermiste tasch.
Hij beschermde zijn gezicht, stak zijn voet uit en
schopte de tasch buiten het bereik van het vuur.
Op de plaats, waar de tasch had gelegen, werd nu
een gelaat zichtbaarvol sneden en schrammen, ver
wrongen in doodsangst, verzengd haar rookte tusschen
zwnrt-geworden bloed. Wilcox was vervuld van diepen
afschuw het leek hem ongelooflijk toe, dat een mensch
zich zóó kon vastklampen aan gestolen goed, terwijl
zijn leven aan een zijden draad hing.
De piloot kroop onder de vlammen, juist zooals
hij dien ochtend na de ramp van de „Flamingo" had
gedaan. Hij schoof en wurmde zoover over den grond,
dat hij zijn handen door het raam kon steken en
Montinello bij de schouders grijpen. Harris en Towson
kregen den stank van-brandend vle:sch in den neus.
Ze pakten beiden een been van Wilcox en trokken uit
allemacht. De aviateur stikte bijna en hapte naar adem,
toen ze hem weer buiten den auto hadden. In iedere
vuist hield hij een vurige toorts geklemd: losgescheurde
overblijfselen van Montinello's kleeren. Een oogenblik
later verpletterde het zware ^chassis de laatste resten
van de door het vuur verteerde carrosserie.
Den volgenden morgen zette Wilcox zijn „kist"
veilig op het vliegveld van Miami neer. Hij had zijn
passagiers opgepikt, nog eer ze een trein konden nemen
en ze waren allemaal aan boord, met hun bagage.
Toen ze langs de ladder neergedaald waren,
zwermden ze achter Wilcox naar de wachtkamer en putten zich uit in
loftuitingen en betuigingen van bewondering voor zijn stuurmanskunst.
Twee beambten van de voornaamste bank in Miami namen onmiddellijk
Towson en zijn tasch onder hun hoede, om beide naar hun directie te
expedieeren, die reeds met ongeduld op den koerier uit New-York zat te
wachten.
F.en klein groepje verslaggevers, persfotografen en filmoperateurs, die
de lucht hadden gekregen van telegrammen, verzonden door passagiers van
de „Zwaluw", terwijl ze aan een verlaten stationnetje ergens in Virginia op een
trein hadden staan wachten, had zich aan het eindpunt van de luchtlijn ver
zameld om naar de binnenkomende machines te kijken. Een agent van de
maatschappij, de beheerder van de vlieghaven, stond apart en begroette Wil
cox met de vraag
„Wat is er aan de hand, piloot? Je bent laat."
„Ja, 'n beetje laat is het wel vandaag," gaf Wilcox toe. „Noodlanding.