Wat Morrison vergat Elliot Bailey door Jlouemb&t-tymboUek 59(1 VRIJDAG 13 NOVEMBER 1931 No. 24 Arthur Morrison staarde op het getypte briefje, dat hij in de hand had zijn chef, John Hardcastle, had het hem door een jongen van het kantoor laten brengen. Het leek een heel gewoon briefje. niemand anders dan Morrison kon de bedreiging voelen, die verscholen lag achter die enkele woorden ,,Mr. Hardcastle zal gaarne den heer Arthur Morri son 'hedenavond 9 uur op zijn kantoor spreken Dat was alles, maar het schuldig geweten van Morrison maakte er uit op, dat gebeurd was, wat hij allang had gevreesd zijn knoeierijen waren ontdekt. Hardcastle wou hem spreken, om hem den diefstal teverwijtenenhemzijnstraf aan te kondigen. Oppervlakkig gezien was er aan dien oproep niets buitengewoons Hardcastle besprak dikwijls zaken met de leidende personen van zijn bedrijf buiten de zakenuren. En dan kwam de uitnoodi- ging altijd in zoo'n briefje. Maar Morrison voelde het, hij wist'. Hij was dien middag al niet naar 't kantoor gegaan, omdat hij iets aan voelde komen, had ziekte voorgewend, daarom had een jongen dit briefje bij hem thuis moeten bezorgen. Hij stond te peinzen. Hij had al dikwijls nage dacht, wat hij doen zou, als eindelijk de bom barst te. Hij wist wel, wat hij wou. Maar kón het zonder gevaar Hij ging zitten, tuurde op het briefje, als wilde hij in de woorden inspiratie zoeken. Toen kwam er langzaam een glimlach over zijn gezicht. Hij begon zijn weg te onderscheiden. Uit een klein laadje haalde hij een dun fleschje en een fijn penseel. Dat doopte hij in het fleschje, en streek toen de vloeistof over het cijfer 9. Toen hij het penseeltje neerlegde, was de 9 van het papier verdwenen. Toen het papier droog was, ging hij er mee naar zijn eigen schrijfmachine zelfde merk, dat op het kantoor gebruikt werd legde het met zorg in, en sloeg op een paar toetsen. Nu stond er „Mr. Hardcastle zal gaarne den heer Arthur Morrison hedenavond 10 uur op zijn kantoor spreken." Hij bekeek het papier lang; er was niet te zien, dat er iets aan veranderd was. Gelukkig, dat die 9 juist aan 't eind van den regel stond Morrison stak het briefje in zijn portefeuille. Hij keek op zijn horloge half zes. Hij trok hand schoenen aan, borg fleschje en penseel op, haalde uit een grootere la een stuk stok met looden einde, dat met leer overdekt was. Dien stok had hij lang geleden gebroken, maar met de vage gedachte aan inbrekers, had hij 't looden eind bewaard. Niemand wist, dat hij dat had hij was 't zélf bijna vergeten. Om tien over zes kwam hij zijn club binnen, las wat, dineerde om zeven uur, en ging toen naar het kantoor van Hardcastle en Co. Het was ruim acht uur, toen hij daar kwam. Morrison merkte op, toen hij het gebouw be trad, dat de portier niet op zijn post was. Misschien een boodschap. Het lot scheen hem gunstig te zijn Hij liep door, klopte zonder aarzelen op de deur van het privé-kantoor. „Binnen 1" riep Hardcastle. Toen Morrison, twintig minuten later, weer de straat opging, zag hij, dat de portier er nog steeds niet was. Hij nam een kaartje naar South Ken sington, en tien vóór negen belde hij kalm aan het huis van Hardcastle, en vroeg of meneer ook thuis was. Meneer was er niet, zou men mevrouw even vragen Morrison wachtte. Mevrouw Hardcastle kwam, en vertelde, dat haar man niet thuis was geweest om te dineeren. „Dat spijt me," zei Morrison. „Ik had een briefje van meneer, dat ik om tien uur even op 't kantoor moest komen, ziet u maar ik voel me wat moe, ik was niet erg in orde vanmiddag, ik wou vra gen, of 't morgen niet konEnfin „Misschien wilt u even 't kantoor opbellen," zei mevrouw Hardcastle, en Morrison deed dit. Hij keek zeer verbaasd, toen er „geen gehoor" kwam. Hij bleef toen nog even met mevrouw Hardcastle praten, en verliet het huis om half tien. Om vijf voor tien was hij weer aan het kantoor gebouw, de portier was er nu wel. Morrison groette hem opgewekt. Twee minuten later ging hij de kamer binngn, waar alles was, zooals hij het bijna twee uur geleden verlaten had. Snel liep Morrison naar de trap en riep naar be neden „Barker, Barker Kom eens gauw boven Er is iets ontzettends gebeurd De man holde naar boven, en sprong met een kreet van schrik terug, toen hij over den drempel kwam. „Groote God riep hij, „wat is er gebeurd „Moord," zei Morrison. „Blijf jij hier, dan ga ik de politie opbellen." „U hebt zeker nog niets gevonden vroeg Mor- risson

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 14