*Gje6ciiiedem* Ui lie
S
Het gelaat is de spiegel der ziel" is een oud ada
gium, dat veel waarheid bevat. Men moet 't
althans in de kunst van tooneelspelen al heel
ver hebben gebracht, of een geboren politicus zijn,
om met z'n gezicht niet te verraden, wat er in
z'n binnenste om gaat. Want 's menschen phy-
sionomie is toch altijd in mindere of meerdere
mate de weerspiegeling van zijn karakter.
Niet alleen echter is het menschelijk gezicht
vaak de spiegel der ziel, maar ook het leven en
zijn lotgevallen groeven er op den duur hun sporen
in, en hoe ouder een mensch wordt, hoe sterker
meestal zijn trekken spreken, 't Is met den mensch
al juist als in de natuur. De jonge boom is glad
en gaaf, doch naarmate hij grooter en ouder wordt,
en de jaargetijden in wisseling van zonnig weer en
stormvlagen langs hem heen trekken, krijgt zijn
Truls, onbuigzaamheid en geestigheid spreken uil i
forschen kop, in miens toegeknepen oogjes de oro<
lichtjes tintelen nan een blijmoedige en schalksche le
opvalling. 'n Oude schip/ier die nog best z'n mannetje i
Een oud Limburgsch moedertje, dat het lenen nog altijd
van den zonnigen kant beziet. Al hebben de zorgen
ook haar niet gespaard, toch mas het voornamelijk
haar eeuwige, optimistische glimlach, die de lacli-
plooien vastlegde in haar /.ongebrande, rim/ielige huid.
Van niilskiucht en lenensc
nog de bijna tandelooze m
voorhoofd van dezen negi
mat zmare tjjden in
'n fijne, sprekende kop heeft deze oude
boer, vergrijsd inden zmaren strijd van hel
leven, iloch hij is tevreden met mat het hem
bracht en geniet van een welverdiende rust
na lange jaren van ingespannen arbeid.
foelui,
Hes lu
tftarig
i inge bes
schors diepere voren, treedt zijn aar
men zijn geschiedenis op z'n stam.
Zoo ook het menschelijk gelaat,
verraden, zoo duidt ook het gelaat ni
maar tevens wat er aan strijd en leve:
levensgenot of aan zorgen en kommeriover 's
En zoo wordt het menschelijk gelaat al:
allerlei bijzonderheden staan opgeteekend, c
al te oppervlakkigen toeschouwer, veelal ni
Wel is daarbij de keuze als bijna vanzelfs]
voudige lieden. Want juist eenvoulige zit
sprekende gelaats-expressie, en het fneest i
gegroeide gezicht, omdat ze nooit gele
hebben gevoeld, om hun aandoenin
van onverschilligheid of verwaten Z'
Verder heeft ook zoo goed als iedi
type, en onderscheidt men zonder veel
van den werkman, den schipper va
Een leven van gestagen arbeid
voor een karige broodwinning
spreekt uit de trekken van
dezen ouden arbeider, die een en al gelatenheid uit
drukken en tevreilenheid met een leven, waarin eerlijkheid,
rechtschapenheid en plichtsgevoel hem voor alles gingen.
Nooit h
op has
zooneel
Nn genii
alleen of
beurt in