VROUWENLEVEN W Voorjaarshoeden ^De cJ^Cieuwste Hoeden Win tertoiletten Ensembles 'n EHjieuwe manier van Kousen stoppen 692 VRIJDAG 4 DECEMBER 1931 No. 27 We leven snel. Nauwelijks heeft de winter zijn intrede gedaan nog niet eens eigen lijk of de nieuwe modellen voor den volgenden zomer zijn al ontworpen. Daarmee wordt dan eerst geparadeerd aan de Rivièra en Iaat in den winter, tegen 't vroege voorjaar, zien wij ze in de uitstalkasten van onze modewinkels. Intusschen kunnen we vast 'n tipje oplichten van den sluier die het allernieuwste nog voor ons verborgen houdt. Daar zijn de nieuwe voorjaars hoeden met hun geheel aparte lijn, waarbij de nek vrij wordt gehouden. De rand wordt hoog op geslagen, soms precies aan den achterkant, soms weer opzij. Evenafs de modellen van dezen winter zullen ook die van het komende voorjaar zeer schuin worden gedragen. We beelden hierbij af 'n paar nieuwe modellen van het modehuis Jeanne Loew. Het eerste model, van Japansch kastanjebruin papierstroo met den van achteren hoog opgeslagen rand, heeft als garneering een fantasie-vogel van groen galalith. De tweede hoed, van fantasie- stroo, heeft 'n garneering van ribslint, dat 't effect maakt van 'n paar opstaande veeren. Deze hoed wordt zeer schuin gedragen, evenals het derde model. Deze elegante hoed bestaat uit een vlechtsel van stroo met fluweel band, wat een bizonder aardig effect maakt. Voor garneering enkel een veer van galalith. Als vierde hoofddeksel geven we hierbij een bruidskapsel van het modehuis Fugarel. De bruids tooi bestaat uit een met paarlen bezet kapje waaroverheen de sluier wordt gedragen. De Parijsche modehuizen hebben ditmaal weinig rekening gehouden met een kouden winter. Ze ontwierpen korte fluweelen man teltjes bij de avondtoiletten en mantelcos- tuums voor overdag. De mantels zijn dan wel gegarneerd met bont, maar op 'n wijze welke niet bizonder veel warmte geeft. De kragen laten den hals halverwege onbedekt, al hebben sommige modellen dan ook weer 'n schouderpelerientje dat voor extra be dekking zorgt en al reikt de bontgarneering van de mouwen meestal tot aan den elle boog. Ter completeering hebben deze man- telcostuums een klein mofje van het zelfde bont als dat waarmede de mantel is gegarneerd. Hoed nan fantasie-slroo met nagemaakte neeren oan libslint. Voorjaarshoed nan kastanjebruin Japansch papierstroo. met hoog opges (Foto's Europresse.) We krijgen hoe langer hoe meer ensembles. Ensembles voor den ochtend, voor den middag en voor den avond, ensembles voor regenweer, voor sport, voor diner en voor schouwburg of concertzaal. Daar zijn, bij elkaar behoo- rendhoed met paraplu, tasch en handschoenen, en 'n dito stelle tje minus de paraplu, voor sport, 'n Elegante hoed met bijpassende tasch en handschoenen voor het diner en bij elkaar passende lange geborduurde handschoenen, avond- taschje en coiffure voor den laten avond. PAULA DEROSE. Marine-blauwe hoed, bestaande uit een olechtmerk nan stroo met flumeelband. ie niet houdt van kousen- stoppen op de gewone manier kan nu gehol pen worden door Listru, dat in verschillende soorten wordt verkocht, voor flor, zijden en wollen kousen. In plaats van de kousen te stoppen legt men aan den linkerkant 'n stukje Listru op de te dichten opening, strijkt erover met 'n heet ijzer de kous wordt tevoren op den maasbal geschoven en klaar is Kees. Kous en Listru zijn dan met elkaar verbonden en de kous is weer heel. De aldus gerepareerde kousen kunnen ook gewasschen worden, echter niet in heet water, wat trouwens nooit goed is voor het wasschen van kousen. Hruidskapsel met paarlen mutsje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 20