ecMpaat ^tuUs-^ogal acMei de halite.
No. 27
VRIJDAG 4 DECEMBER 1931
695
niet weer zag, en even later kwam Manning naar buiten en
vertelde dat Shutter vermoord was."
„Alle menschen!" riep Nathaniël nog eens.
„Ja, wat zeg je ervan? Kom maar zoo gauw mogelijk terug
De rest zal ik je wel mondeling vertellen."
„Maar wiebegon Nathaniël weer, en zijn broer snauwde
terug:
„Schei uit alsjeblieft. Ik ben niet van plan bijzonderheden
door de telefoon te vertellen. Ik heb je alleen maar de hoofd
zaken meegedeeld, zoo dat je zult beseffen, hoe noodig het is
dat je onmiddellijk terugkomt. Hoe eerder je hier bent, hoe
eerder je de rest hoort."
„Maar je kon me toch nog wel vertellen, wie
Gabriël's antwoord leent zich niet voor herhaling en hij belde
af, het aan zijn broer overlatend, zelf de leemten in zijn verhaal
zoo goed mogelijk aan te vullen. Een taak, die ten slotte niet
overmatig moeilijk was voor iemand met gezond verstand,
vooral wanneer hij zoo "goed met de details op de hoogte was
als Nathaniël.
Het kon niet anders of Robert Redmayne moest ook dit
misdrijf hebben gepleegd, concludeerde hij. Hij had natuurlijk
voor den tweeden keer den two-seater gestolen om sneller op
de Hall te zijn en hij had Shutter gedood, terwijl hij met het
beeld bezig was. Een mooie boel voor Gabriël en hemzelf, als
de vork zóó in den steel bleek te zitten. Maar hij zou de juiste
toedracht wel vernemen als hij terug was; het drong nu pas tot
hem door wat wel eerder zou zijn gebeurd als het schokkende
nieuws hem niet zoo verbijsterd had dat het heel verkeerd
zou zijn geweest als Gabriël meer gezegd had. Je kon immers
nooit weten wie meeluisterde en de autoriteiten zouden wel
naar alle kanten hun ooren wijd open zetten. Gabriël had hem
vooral willen duidelijk maken, dat hij direct moest terugkomen
en ongetwijfeld was dit doel bereikt.
Het was middag, toen Nathaniël's auto voor Barnes stilhield.
Gabriël, die zijn broer bij den ingang stond op te wachten, trok
hem dadelijk mee naar binnen en toen ze in hun heiligdom
de bibliotheek waren, sloot hij de deur vóór hij begon te
spreken.
„Dat is een verwenschte geschiedenis," zei hij. Hij zag bleek
en er was een onrustige uitdrukking in zijn oogen. „Redmayne
heeft het natuurlijk gedaan en als er iets uitlekt van onze
relatie met hem, zijn wij er leedijk bij. Maar er is nog niemand
hier geweest. De politie niet en Redmayne niet. Dat heerschap
lijkt wel door de aarde verzwolgen te zijn. Ze hebben den
diefstal op de Grange natuurlijk ook ontdekt; óók dien van den
two-seater. Sir Anthony is een half uur geleden teruggekomen,
meer kan ik je op het oogenblik niet vertellen. En nu moet je
maar eens een flinken slok nemen, je ziet er uit, alsof je wel
een hartversterking noodig hebt."
.Jij zeker niet," gromde Nathaniël. „Het is overigens zoo
klaar als de dag, dat die Redmayne er met het beeldje vandoor
is, die schoelje, dus ik kan wel op mijn vingers narekenen, dat
ik het nooit weer zie."
„Zeg, je moet toch wel stapel dol zijn!" viel Gabriël woedend
uit. „Wat kan mij dat smerige vod schelen. Dringt het dan niet
tot je suffe hersens door, dat er een moord gepleegd is en dat je
wel zeker kunt aannemen, dat wij er in verwikkeld zullen
worden
Nathaniël Barnett laafde zich met een fiksche teug whiskey,
en de hand, die het glas vasthield, beefde.
VII. HET TIENDE UUR.
Evangeline Shutter kwam beneden om te ontbijten als
iemand, die volkomen onder den ban van een vreeselijke
nachtmerrie ligt en vergeefs zich inspant de normale werkelijk
heid te bevatten. Met moeite kreeg ze een kop koffie naar
binnen, maar ze kon niets eten, ofschoon Manning, die zijn
jonge meesteres een diepe vereering toedroeg, haast niet van
haar stoel week en zijn uiterste best deed haar te bewegen wat
voedsel te nemen.
„U moet toch heusch wat eten, mevrouw," drong hij aan, „ik"
zeg het voor uzelf en terwille van ons allemaal; er zal heel wat
van uw krachten gevergd wordenu moet nu voor alles
zorgen en u hebt een zwaren dag voor den boeg."
„Je bent heel vriendelijk, Manning," antwoordde Evangeline
met een vermoeiden glimlach. „Maar ik kè.n eenvoudig niet. Is
de politie nog steeds hier?" Ze wachtte even en verbeterde toen
haar laatste woorden: „Wat dom van menatuurlijk zijn ze
nog hier!"
„Ja, mevrouw; en niemand mag het huis verlaten. Aan de
voordeur en aan den achteringang staan agenten op post en er
wordt over het heele landgoed gepatrouilleerd; ze zijn op zoek
naar dien jongeman."
„O!" kwam het over Evangeline's lippen. „Denk je.dat ze
hem zullen vinden?"
„Ik zou haast zeggen van niet, mevrouw. Die vent is veel te
sluw. Wat 'n gladde vogel om den veldwachter daar op den
uitkijk te laten staan naar een zoogenaamden inbreker en er
zelf met dat beeld vandoor te gaan. Ik vraag me af, hoe hij wist
dat dat hier was."
„Ja," was het eenige dat Evangeline hierop zei.
„Ik veronderstel," zette de butler zijn beschouwingen voort,
„dat meneer beneden is gekomen, terwijl hij er mee bezig
was, en hem met zijn pistool gedreigd heeft enenziet
u, dat begrijp ik niet, hoe hij dicht genoeg bij heeft kunnen
komen om meneer aan te vallen."
„Neen, daar heb je gelijk in," erkende Evangeline. „Maar doe
me 'n genoegen, Manning, en praat daar verder niet over.
ik kan het niet verdragen."
„Neemt u me niet kwalijk, mevrouw. Ik zal met uw wensch
rekening houden. Wilt u liever dat ik heelemaal zwijg?"
„Neen, Manning; ik vind het prettig als je praat. Och, het kan
me tenslotte niet schelen of je erover spreekt.ga maar
voort."
„Nu dan, nadat hij meneer met den dolk gestoken had (de
woorden kwamen aarzelend na Evangeline's verzoek van zoo
even) ofschoon ik, zooals ik zei, niet begrijp hoe dat kón, heeft
hij iets heel ongewoons voor een misdadiger het wapen
weer teruggelegd op de tafel waar hij het vond, met de.
sporen.er nog op; u herinnert zich, dat de inspecteur vast
gesteld heeft, dat dehet misdrijf gepleegd is met den met
zilver en ivoor ingelegden dolk, waar meneer zoo op gesteld
was."
„Ja, ik weet het. Inspecteur Renfrew heeft hem vannacht
weggenomen."
„Om te trachten vingerafdrukken te vinden."
„Janatuurlijk," meende Evangeline mat.
„Hij kan overigens wel handschoenen hebben gedragen,"
opperde Mannings.
Wordt voortgezet