l
I
r -v
m
No. 29
VRIJDAG 18 DECEMBER 1931
749
Waternerooer i>[> Barbados in kuipen,
die op het hoofd worden gedragen
en in karretjes door ezels getrokken.
suikerplantages hier uit. De stengels van het riet
worden ongeveer twee meter hoog. Groote hoeveel
heden suikerriet worden verbouwd en later in
molens en fabrieken bewerkt tot het bekende witte
goedje, waarmede de menschheid zoet wordt ge
houden. De landelijke bevolking leeft uiterst een
voudig. Haar verdiensten, maar ook haar be
hoeften, zijn gering. Na een korten rit door het
gebergte, vanwaar men een heerlijk uitzicht heeft
op het eiland, keer ik aan boord terug.
„De reis naar het eiland Trinidad, eveneens een
Engelsche bezitting, is een sprookje," vervolgt
de heer van Agtmaal zijn aanteekeningen. Niet
na te vertellen is de schoonheid van een nachte
lijke zeereis, bij sterrenlicht en maneschijn, door
de Caribische zee. Wij waren Tobago voorbij, een
eiland, dat korten tijd in Nederlandsch bezit is
geweest en waarvan, volgens Defoe, Robinson
Crusoe in zijn dagboek zou hebben opgeteekend
,,Hier kwam ik aan wal, 30 Sept. 1659."
De hoofdstad van Trinidad, Port of Spain, die
ik den volgenden dag bezocht, maakt een zeer wel
varenden indruk. Er zijn goede en ruime hotels, veel
wordt tweemaal per jaar geplukt. De
cacao groeit aan struiken. De vruchten,
die op groote, langwerpige peren gelij
ken, zitten aan den stam. De kleur is
zeer verschillend. Men kent ze rood, lila
en groen. Binnenin bevinden zich de
witte pitten, die, in de zon gedroogd,
bruin worden en later tot cacaopoeder
vermalen worden.
Onvermeld wil ik niet laten, dat zich
aan de Zuidkust van het eiland het
z.g.n. „Piek Lake" uitsteekt, een groote
zwarte asphaltvlakte, waar geen spiertje
gras groeien kan. Ieder jaar wordt hier
200.000 ton asphalt vandaan gehaald.
Met moeite neem ik afscheid van dit
heerlijke land.
De reis gaat nu verder naar Venezuela.
Villarvjk te Port of Spain
Weg midden door 'n koffie-
plantage op Trinidad.
winkels, de groote worden door
Engelschen gedreven, de kleine door
Chineezen, en er rijden electrische
trams. De bevolking is zeer gemengd.
De Britsch-Indiërs zijn vrij talrijk
vertegenwoordigd. De vrouwen klee-
den zich voornaam en uitermate
sierlijk is hun gang. Zij dragen zilveren
ringen om hals, armen en beenen en
hullen zich bijvoorkeur in lichtge
kleurde stoffen. Tot de bezienswaar
digheden van de stad behoort de
Botanische tuin, die een zeldzame
collectie tropische planter- en gewassen
omvat. Het geheele eiland is berg
achtig, maar uitstekende wegen ver
gemakkelijken het verkeer.
Trinidad is een der schoonste en
vruchtbaarste eilanden van den West-
Indischen Archipel. Er groeit koffie,
cacao, cocosnoten, en vooral bananen.
De bananentrossen hangen aan sten
gels langs de wegen. Gemiddeld zitten
aan iederen tros tweehonderd tot twee
honderd vijftig vruchten. De kcffie
;.-V