No. 29 VRIJDAG Het Hollandsche landschap heeft eigenaardig heden, die er staan als mijlpalen in de ge schiedenis van ons volk. Deze eigenaardig heden zijn bewaard gebleven, ondanks de steeds verder gaande ontwikkeling van den menschelijken geest. Dit vindt wellicht zijn oorzaak in het feit, dat wij over het algemeen zeer traditie-getrouw zijn, en gehecht aan alles wat ons volksverleden betreft. Probeer maar eens het oude kabinet te koopen van de boerin ze laat het niet los, al wilde men er het gewicht in goud voor betalen. Zoo blijft er veel gespaard mede dank zij de talrijke vereenigingen die zich de bescherming van natuurschoon en bouwwerken ten doel hebben „/te mil te molen" nan Tholen, die om xjn slanken norm nonral de aandacht trekt. Vroeger had bijna ieder dorp xn molens. Thans morden ze steeds schaarsclier. hr blijnen eoenmel nog heel mat fraaie molens in hel Zeewnsche landschap bestaan, omdat het den echten molenaar, wiens molen teeds nele geslachten nun nader op zoon onerging, aan het hatl gaat, dezen op te ruimen. Maar het groote genuat noot molens is te zoeken in het feitdut er geen molenmakers weer zijn. die de bounmallige molens willen opkalefateren voor redelyken prijs, Zoo b.t*. ook bij dit aardige molentje te Sasput, dat reeds JOO jaar owl is. De molen op de Middel- burgsche grachtenthe al lang niet meer draait, maar toch behouden blijft ter verfraaiing van de omgeving. gesteld. Deze vereenigingen dragen niet weinig bij tot de ontwikkeling en bestendiging van de lief de voor het volksverleden. Maar ondanks dat, zijn er nog altijd menschen, die van meening zijn, dat alle oude rommel, zooals ze het plegen te noe men, dient te worden opgeruimd. Ze willen vooral met hun tijd meegaan, maar vergeten daarbij, dat men daarvoor toch het oude niet behoeft te vernietigen. Vooral geldt dit voor den Hol- landschen molen. Ons land neemt op dit ge bied wel een uitzonderingspositie in. Onze molens zijn fraai van vorm, en zij geven een bijzondere bekoring aan ons vlakke land schap, dat juist dergelijke onderbrekingen noodig heeft. Vooral in De molenaar te Dreischor. die Zeeland komen zij zeer nan x'n molen houdt, ook tot hun recht. Echter om de schoonheid er nan in hel landschap. zijn er maar weinig

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 4