1 3b %xook Matkt te ^"ioningen op een miótigen Motgen 788 VRIJDAG 25 DECEMBER 1931 No. 30 zat ze alleen en als het ware opgesloten tusschen de dichte struiken, die de wijde vlakte overdekten. Het was zomer in Australië en geweldig heet. In de Oude Wereld kenmerkten sneeuw en hulst, vorst en mistletoe het Kerstfeest. Dat wist ze van platen en uit boeken. Maar in het lage bosch hier verschroeide de hitte haar wangen, hing het ver droogde gras slap tegen den grond en stond de groote witte maan zoo helder aan den diep- blauwen hemel, dat het volop dag scheen te zijn. In haar lichte japonnetje, dat ze vandaag voor het eerst aanhad en waarin ze er bijzonder aardig uitzag, stond ze nu voor de deur naar de dichte struiken te staren, die haar geheel omringden en van de buitenwereld afsloten. Afgesloten van alles wat het leven plezierig maken kon. Er zat wel niet veel anders voor haar op dan naar bed te gaan. Ze ging in huis en grendelde de deur met onge wone zorg. Want opeens had haar erger dan ooit te voren een angstig voorgevoel bevangen, dat er onheil dreigde. Ze sloot zelfs de ramen van de hut, ofschoon het daarbinnen wel een gloeiende oven leek. En al had ze het vertrek dan ook met fleurige tropische bloemen versierd voor het feest, toch leek alles haar even somber toe. Ze had geen zin om piano te spelen, geen zin om te lezen, geen zin om iets te doen en zoo bleef ze zitten denkendenken en haar gedachten kwamen telkens terug naar naar Maxon. Ja, hij was welopgevoed, aardig, knapmaar ja.toch wel te losbandig om met hem te trou wen. Ze hield van hem en hij van haar, maar ze zou er toch nooit toe kunnen besluiten de vrouw te worden van een man, die het dobbelen niet laten kon, evenmin als het drinken. En terwijl ze zoo in donker zat te denken, hoorde ze opeens, dat de kruk van de voordeur zachtjes en voorzichtig werd omgedraaid. Bevend stond ze op en ging naar het venster, om achter het gor dijntje te kunnen kijken, wie het was. En opeens begon ze te lachen. Daar stond de man, over wien ze zoo juist had zitten denken Blij met zijn komst snelde ze naar de deur, om die open te doen. „Nee maar, dat is aardig 1" zei ze opgetogen, „je komt me zeker prettig Kerstfeest wenschen Frank Maxon zag er nu juist niet uit als iemand, die gelukwenschen brengen kwam. En zoodra hij haar dan ook zag, schrok hij merkbaar en gaf on willekeurig een zoo harden ruk aan den teugel van zijn merrie, dat het dier begon te steigeren. „Miss Horseyikikdacht eigenlijk, dat u met uw vader naar Warringdale was ge gaan stotterde hij, verlegen en rood wordend, terwijl hij in zijn zak naar iets scheen te zoeken en eindelijk een kleine revolver te voorschijn haalde, „ziet u..ik had u dit willen brengen." Alice keek al even verward als hijzelf deed. „Waaromdat geschenk?" vroeg ze. „Omdatomdatzei de jonge man, zich de droge lippen met zijn tong bevochtigend, „de menschen het er zoo vaak over hebben, dat uw vader zooveel geld in huis heeft en uzoo dikwijls alleen thuis bent." „Oja, dat is zoo," zei ze, het vreemde Kerst geschenk aannemend. „Ja, dat is heel aardig van je. Nu kan ik me echt veilig voelen. Toe, zet het paard even achter het huis op stal en kom binnen. Het is Kerstavond, niet waar en ik zit hier zoo eenzaam." „Ik vind het toch wel erg, dat uw vader u zoo alleen laat," zei de jonge man, na zijn paard in de schuur gebracht te hebben, die als stal dienst deed. Alice was in haar schik met het geschenk, maar toen ze zag, dat het wapen geladen was, legde ze het toch uit veiligheid maar in een Iade van een kast. Dan zette ze gastvrij kcffie en het duurde niet lang, of de beide jongelui waren in druk gesprek gewikkeld, blij met eikaars gezelschap op den feest avond. Maxon vertelde haar over de oude kerst gebruiken in Engeland, over sneeuw en ijs vol schaatsenrijders, over plumpudding en hulst en gebraden kalkoen en alles, wat bij een echt vader- landsch Kerstfeest hoorde. „Wat moet dat heerlijk zijn riep Alice uit, „wat zou ik dat graag eens meemaken „En dan de Kerstliederen...." riep Maxon in vervoering gerakend, „zingende kinderen langs de huizen en het luiden van de kerkklokken en „Hier kennen we heelemaal geen klokken," zei Alice, „maar ik kan wel enkele kerstliedjes spelen." Maxon, die nu heelemaal weer op streek scheen gekomen, lag behaaglijk in een rieten stoel en keek naar het knappe meisje, dat zich aan de piano had gezet en een oud-Engelsch Kerstliedje zong. Jeugd herinneringen kwamen bij hem boven en ontroerd kwam hij bij haar staan. Hij begon mee te zingen. Hij kwam dichter bij haar staan en toen ze bij het eind van het lied naar hem opkeek, boog hij zich over haar heen en drukte een kus op haar voor hoofd. „Maar..." begon Alice, blozend hem afwerend. „Ochneem me niet kwalijkdie muziek ookEn ik... heusch! ik mag u zoo graag lij denIk houd van je, AliceWil je me trou wen „Maar," begon Alice weer, zich op haar krukje omdraaiend en hem ern stig aanziende, „kijk eens, we kennen elkaar nog maar zoo weinig en enwat ik zoo al van je gehoord heb, is nu juist niet heel erg aanmoedi gend om...." „Ja, dat weet ik wel," onderbrak hij haar met gebogen hoofd, „ik ben een prul. Maar ik heb ook niemand, die zich iets van me aantrekt. Heusch, ik ben zoo slecht niet... als er maar iemand was, die „Nee, maar je hebt geen fut genoeg, dat weet ik," zuchtte Alice, „je weet toch ook wel, dat een vrouw graag een man ziet, die sterk is?" „Ja.... maar zou je me dan niet willen helpen, Alice „Ik ben nu eenmaal een vrouw. Ik heb behoefte aan leidingaan een sterkeGroote hemel. luister dan tochwat is dat „Handen omhoog In de deur stonden twee mannen met getrokken revolver. Alice herkende Black Dave, maar wie de kleine, roodharige man naast hem was, wist ze niet. Ze begreep echter terstond, dat het om het goud van haar vader te doen was. Gelukkig, dat Maxon nu bij haar was Ze keek vol vertrouwen naar hem op, maar haar hart bleef stilstaan, toen ze zag, hoe angstig en verschrikt hij keek. „Zoo.zaten jullie zoo gezellig bij elkaar Jammer, dat ik jullie Kerstviering storen moet Houd ze onder schot, Sammy I" zei Dave, zich in een stoel zettend, „zeg, juffie, je begrijpt zeker wel, waar het ons om te doen is „Ikneeantwoordde Alice, zich goed houdend, al trilde ze van top tot teen, „ik weet alleen, dat vader jullie wel zal aanklagen wegens huisvredebreuk." „Ochdie zit zich op het oogenblik zat te drinken," zei Dave grijnzend, „en wij komen om zijn goud, snap je het nou „Er is hier geen goud I" antwoordde Alice, zich aan Maxon vastklemmend. „Toch niet spotte Dave, „nou, dan weet ik wel anders, liefje Je vader heeft het me zelf in een dronken bui verteld." „Ik zal de politie „Voordat je die waarschuwt, zijn wij al ver ge noeg er vandoor. Je hebt geen paard en moet die tien mijl dus loopen. Ons plan zit goed in elkaar, reken maar „Je zult het goud niet krijgen zei Maxon opeens. „Niet Weet jij dan soms óók, waar het ver stopt zit, lafbek „Ja. Horsey heeft het me in vertrouwen ver teld." Een kreet van wanhoop ontsnapte aan Alice. „Nou, mij goedals zij ons het dan niet vertellen wil, doe jij het dan." „Enals ik het je vertel, willen jullie dat meisje dan vrij heen laten gaan „Och ja, waarom niet! Laat die maar naar Warringdale wandelen." „O jou lafaardgilde Alice, „maar ik Iaat me

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1931 | | pagina 20