mm
812
VRIJDAG 1 JANUARI 1932
No. 31
IPMg
bM§
Het stadhuis te Willemstad, dat ook dienst doet als gerechtsgebouwMen lette op de nrijmel bladerlooze hoornen
Thans brengt de „Co
lombia" ons weder
om op Nederlandsch
grondgebied. Door 'n Ne-
derlandsche loods worden
wij naar Curasao ge
bracht. Om zes uur in
den morgen loopen wij
te Willemstad binnen. De
woningen, die ik zien kan
van het schip, onderschei
den zich van de andere,
die ik hier in de tropen
heb leeren kennen. De
roode en grijze pannen
daken zijn met witkalk
aangestreken. Zulke da
ken ziet men ook te Zou-
telande en op Terschel
ling. Nederlanders ko
men aan boord voor de
gewone formaliteiten, Ne
derlanders begroeten hun
verwanten en vrienden,
die zijn meegekomen.
Maar eenmaal aan land
hoort men geen vader-
landsche klanken meer.
De bevolking spreekt het
Papiamento, alleen de
meer ontwikkelden het
Nederlandsch. Weldra
ben ik in het hartje
van Willemstad en bezie
nieuwsgierig 't goeverne-
mentsgebouw, dat door
Urbina werd overvallen,
en waarvoor nu de schild
wachten stram heen en
weer loonen. De woningen
en winkels zijn geheel
anders gebouwd dan op
Barbados, Trinidad of
Venezuela. De Europee-
sche bouwtrant bleef hier
gehandhaafd. Aangezien
de regenval op Curasao
gering is, maakt het ge-
heele eiland een eenigszins
verdorden indruk. De bon-
men langs de wegen en
in de tuinen zijn kaai en
plantengroei is er weinig.
Ik krijg een auto te
mijner beschikking en een
Nederlatidschen onder
daan als chauffeur. Maar
hij verstaat geen woord
van hetgeen ik zeg. 't ls
een vreemd taaltje dat hij
spreekteen mengelmoe
van de talen, die de tal
rijke gekleurde rassen,
die hier wonen, spreken.
De opschriften in de win
kels zijn evenmin in bet
Nederlandsch gesteld; uit
de openstaande deuren
klinken de geluiden van
Papiamento en Ameri-
kaansche gramophoon
platen lustig door elkan
der. De beteekenis van
Willemstad is vooral toe
genomen na 1916, toen de
Marktdag te Willemstad, ken
groepje kleurlingen hij el-
kanoer. 1 oor „fjoopieplaekti"
is iedereen bereid te /mseereii