822
VRIJDAG 1 JANUARI 1932
No. 31
ïïuüy wm bwen fat "ónackci Mm
lieden had gehooid, toe, maar hij wist zoo direct niet wat hij
anders moest zeggen. H"t was schandelijk, deze goedhartige
mensrhen op die manier t< bedriegen, maar hij kon nu niet
meer terug.
„Wat allerleukst!" hernam de dame, nog steeds in de wolken
over haar vermeende ontdekking. „In geen eeuwen heb ik iets
van de Leslie- gehoord of gezien. Och, dat gaat zoo, als je zoo
ver van elkaar woont. U moet de jongste zoon zijn van Robert,
ilen broer van den Leslie, dien ik goed gekend heb. Heb ik het
bij het rechte eind?"
„Ja zeker," antwoordde Bobby, die zich de vraag stelde of
zijn vermeende vader dood was of nog in leven en hoeveel
broers en zusters hij geacht werd te bezitten. Maar moeilijk
heden op dit punt werden hem gespaard.
„En ik dacht, dat Bob Leslie in den oorlog gesneuveld was,
op denzelfden dag als zijn vader," mengde Simon zich in het
gesprek. „Eigenlijk gezegd was ik er zeker van," voegde hij er
lachend bij, „maar die zekerheid heeft nu een gevoeligen schok
gekregen."
„Neen jongen, je bent in de war met Wilfried, is het niet,
meneer Leslie?" verklaarde Simon's moeder.
„Ja, arme kerel, h ij was het," gat Bobby onbeschaamd toe,
in angstige spanning over wat er verder nog zou kunnen komen.
„Ja, het is wel vreeselijk droevig," vervolgde de dame. „Maar
de meeste families hebben dergelijke offers moeten brengen. I>e
onze bijvoorbeeld.... maar ik vergeet heelemaal te vertellen,
dat ik Lady Santley ben en mijn zoon hier is Lord Santley, mijn
man is enkele jaren geleden gestorven. En dat lieve meisje daar
is juffrouw Petres, de verloofde van mijn zoon. We waren op
weg om den dag in de bosschen van Sunningdale door te bren
gen; we gaan picknicken. Hebt u geen lust ons gezelschap te
houden, als u niets beters te doen hebt? Het is heelemaal niet
goed voor u veel te loopen: 'n beetje tiiets-doen onder de
Schaduw van de toornen is nèt wat u uoodig hebt.daar zult
u verbazend van opknappen. Bovendien beschouw ik het als
mijn plicht een beetje zorg aan u te besteden als den zoon, ik
bedoel den neef van uiijn ouden vriend."
Het werd met een allerliefsten glimlach gezegd en Bobby
kreeg een kleur als vuur. Maar voor hij iets kon antwoorden,
stond de spraakzame Simon al w eer met een opmerking ge
reed.
,,'u Reuzenidee, moeder! Natuurlijk hebt u niets bijzonders
omhanden, meneer Leslie. Dus waarom zou u niet aan onze
picnic meedoen? Het zal 'n ongelooflijke weidaad zijn voor uw
mishandeld hoofd."
Bobby dacht even na eer hij antwoord gaf. Waarom eigenlijk
niet? Het beteekende veiligheid voor den heelen dag en wat
voor kwaad deed hij ermee? Hij had hen nu toch al bedrogen
omtrent zijn identiteit; dat maakte hij niet erger door in hun
gezelschap te blijven, en als ze er niet achter kwamen wie en
wat hij in werkelijkheid was, zou zijn aanwezigheid hen niet
hinderen. Hij wist zich behoorlijk te gedragen en aan oprechte
dankbaarheid jegens de familie Santley ontbrak het hem
waarlijk niet.
„Ik stel uw uitnoodigiug buitengewoon op prijs," zei hij,
„maar ik ben een volkomen vreemde voor u."
„Het blijkt, (lat u dat niet bent," verbeterde de jonge Lord
Santlev „En tenslotte, de eene dienst is de andere waard; als u
bij ons blijft, hebben we een vierden man, gezelschap voor
moeder, zoodat de kust voor ons, jongelui, vrij is. Puur egoïsme
zooals u ziet."
„Werkelijk, Simon, je bent onverbeterlijk," bestrafte Lady
Santley.
„Als u bij ons blijft, zal ik geen woorden hebben om uiting
te neven aan mijn dankbaarheid," ging Simon voort, de opmer
king van zijn moeder tiegeereml.
Een half uur later, nadat ze Sunningdale doorgereden waien,
minderde Simon Santley weer vaart. Een eindweegs voor zich
uit zagen zij een groot inrijhek; het meisje keerde zich om en
wendde zich tot lady Santlev.
„Wat zou u ervan zeggen, als we even bij tante .Vlary aan
gingen. Ze zullen het ons nooit vergeven, als ze hooren dat we
hun hek voorbijgereden zijn."
„Ja, daar heb ik ook al over gedacht, maar ik wilde haar
niet derangeeren, "was het antwoord. „Maar we kunnen het wel
doen; we zijn eigenlijk verplicht ze even op de hoogte te bren
gen van die vreeselijke misdaad. Daar weten ze aarschijnlijk
nog niets van. Bovendien kan Dick ons advies geven of we. een
bezoek behooren te brengen bij mevrouw Shutter. Hij heeft
altijd zoo'n goeden kijk op dergelijke dingen."
„Het lijkt vel of in dit deel van de wereld iederen dag een