3n ïïenhum, aan den ytacfeningócfan we§, itaat deze oude boeïdeeif, dateeeend uit fat jaat No. 32 VRIJDAG 8 JANUARI 1932 843 veronderstelling, maar tegelijkertijd kwam het verlangen in hem op, het raad sel van de geheimzinnige stemmen te ontwarren. Hij sprong zijn bed uit en schelde de bewaarders. Tot hun verwondering verzocht no. 24 hun het licht in de cel op te draaien en hoewel zulks eigenlijk tegen het voorschrift was, gaven zij aan zijn wensch gehoor, toen hij verklaarde de stemmen te hebben gehoord. Toen de cel verlicht was, zette Steele zich rustig op zijn bed en vermeed alle gerucht. Plotseling keek hij op weer drong het gefluister tot hem door. Hij stond geruischloos op en verplaatste zich van den eenen hoek van de cel naar den anderen, totdat hij eindelijk verrast bleef stilstaan; op de plaats waar hij nu stond, klonken de stemmen het duidelijkst. Opziende, liet hij zijn blik langs den muur en het plafond dwalen. Zijn oogen bleven rusten op 'n klein rooster, in den hoek van de cel tegen het plafond aan gebracht. Het was het rooster van een koker, waardoor de cel versche lucht kreeg toegevoerd, en met een voldaan hoofdknikje greep hij naar zijn drie- pootig celkrukje. Hij kon het rooster gemakkelijk met de hand bereiken, maar het was zoo stevig bevestigd, dat hij het onmogelijk verwijderen kon. Na eenige vergeefsche pogingen gaf hij het op en na zich te hebben ontkleed, ging Edgar Steele, volkomen gerustgesteld, weer naar bed, stellig overtuigd dat hij het geheim van de spookcel eindelijk had achterhaald. 's Morgens om tien uur stonden dr. Gould en mr. Greer in cel no. 24. „Je hebt ons te spreken gevraagd, no. 24 begon de directeur, in de stel lige verwachting dat de verdachte reeds na één nacht in zijn spookverblijf tot andere gedachten was gekomen. „Ja, directeur, ik verzocht u te mogen spreken. Dezen nacht heb ik hier die geheimzinnige stemmen gehoord, ik weet nu waar ze vandaan komen...." „Waar ze vandaan komen, die stemmen vroeg de dokter verbaasd. „Ben jij ook al aangestoken door dien onzin?" ,,'t Is geen onzin, dokter," verzekerde Steele. ,,'t Zijn wel degelijk fluis terende stemmen, tenminste het gerucht klinkt als zoodanig, 't Is een voort durend lispelen en dat verklaart waarom het alleen in den nacht wordt ge hoord op den dag is er te veel leven in het gebouw. Maar als u wilt moet u daar dien luchtkoker eens even onderzoeken...." „De luchtkoker 1" vielen de directeur en de dokter gelijk uit, terwijl ze elkander verrast aankeken. In de overtuiging verkeerend dat alles maar onzin en inbeelding was, had niemand tot dusverre de moeite genomen het kanaal van den luchttoe voer te onderzoeken. „Verdraaid, je hebt gelijk, de luchtkoker," knikte de dokter. „We zullen hem direct onderzoeken, natuurlijk hebben er zich een paar musschen in ge nesteld." Hij gaf opdracht een ladder te halen en liet een der bewaarders het roos ter afschroeven. De man betastte den binnenwand zoo hoog hij kon en plotse ling trok hij verbaasd zijn hand terug. „Een stuk papier, dokter, anders niets, ziet u maar," viel hij uit. „Anders niets Wel, dat verklaart het heele geheim, beste vriend," ant woordde de dokter. „De tocht veroorzaakte geritsel en dit zwakke gerucht werd in den smallen koker als in een luidspreker tientallen malen versterkt. Dat zijn dus de stemmen „En stemmen die wel terdege iets te zeggen hebben, dokter," viel de be waarder hem plotseling in de rede, terwijl hij haastig de ladder afkwam. „Kijkt u eens, 't is heelemaal beschrevenik geloof dat het een soort bekentenis is Verbaasd keken de directeur en de dokter het papier in en met een schorren uitroep viel mr. Greer plotseling uit„De staatsprocureur, waar schuw onmiddellijk den staatsprocureur, Maclane." Hij wees den dokter op eenige regels onder aan het blad en terwijl zij haastig de cel verlieten, wierpen zij Edgar Steele een vreemden blik toe. Eenige minuten later stonden zij tegenover mr. White. „Het geheim van de spookcel is opgelost," begon mr. Greer haastig. „Het gefluister in de cel werd veroorzaakt door dit papier, dat 'n bekentenis bevat van den Ier Moore, den moordenaar en zelfmoordenaar. Hij schijnt het in den nacht van zijn dood in den luchtkoker te hebben geplakt, hier zijn tenminste nog eenige korrels gort zichtbaar, die hij als kleefstof heeft gebruikt. Zijn be kentenis houdt een heel lijstje misdaden in en kijkt u eens naar wat hier ge schreven staat Verbaasd had de procureur den directeur aangehoord en geschokt las hij met luide stem de aangewezen regels voor „Mijn laatste misdaad betreft den moord op mrs. Hunt, die ik, op den eenzamen weg naar de Twinfalls, overviel teneinde haar te berooven. Het wapen waarmee ik haar doodde, zal men be graven vinden in het hakhout op ongeveer honderd meter van de plaats waar de vrouw werd gevonden. Ik kan het martelend wachten op de electrocutie niet langer meer dragen God zij me genadig, vaarwel. Patrick Moore." „Dat was dus de stem in de spookcel," viel mr. White schor uit, „de be kentenis van een moordenaar, die ons voor een rechterlijke dwaling heeft be hoed en de onschuld van een verdachte aan het licht heeft gebracht. Wel, we behoeven uw besluit niet te betreuren, mr. Greer, Edgar Steele heeft in de spookcel wellicht zijn eigen leven gered..

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 11