as - 852 VRIJDAG 8 JANUARI 1932 No. 32 Kinderjurk oan wil met groen geruite stof, met garneering nan Valencienne-kant. Voor kinderen en jonge meisjes De kinderkleeding wordt steeds in meer of mindere mate aangepast aan de mode voor volwassenen. Er is zelfs een tijd geweest, dat er tusschen de jurken van moeder en dochtertje nauwelijks meer verschil was dan dat der grootte van het kleedingstuk. De kinderjurken waren toen trouwens niet een navolging van de japonnen der moeders, maar de damesmode eigende zich de gladde korte jurken toe, welke tot dusver het pri vilege van de kinderen waren geweest. Nadat we, na deze afwijking, weer een heele evolutie in de mode hebben meegemaakt, nu we in allerlei mode-détails een verjonging en vernieu wing zien van wat in vroegere jaren doorging voor élégant, nu is er toch ook weer een eigen mode voor onze kinderen. In de verte volgt ze de algemeene mode-voorschriften de meeste jurkjes hebben, bijvoorbeeld, een hoog ceintuurtje maar ze heeft toch iets eigens, iets speciaal kinderlijks. Een der eerste voorwaarden bij de kleeding van onze kinderen is weldoelmatigheid en eenvoud. Het bekoorlijke onschuldige van een kind komt in eenvoudige goed gekozen kleertjes het beste tot zijn recht, terwijl dit door overdreven opschik, welke maar al te vaak samengaat met behaag- zuchtige airtjes, soms geheel kan worden te niet gedaan. Er is met dit feit blijkbaar ook wel degelijk rekening gehouden door diegenen die zich speciaal toeleggen op het ontwerpen van kinderkleeding. En bij geen der nieuwe Parijsehe ontwerpen zijn nu de kinderjurken overdreven kort ze reiken alle tot aan of tot héél even boven de knie. Verschillende modellen voor kleine kinderen hebben een glad schouderstuk, dat bijna tot aan de taille reikt. Daaronder een cioche-rokje of vaker nog 'n plooirokje. Het bovenstuk is dan, voor de jurk van alledag, versierd met 'n paar rijen knoo- pen en 'n plat kraagje, en voor 'n meer feestelijke jurk met borduursel. Ook is er de geplooide jurk bij de schouders beginnend, aan weerskanten drie plooien zoodat een breede stolpplooi in het midden komt. De plooien zijn ingestikt tot even onder de taille, welke door 'n leeren ceintuurtje wordt omsloten 'n rond kraagje en pofmouwtjes voltooien het geheel. Ook wordt zoo'n plooienjurk, zonder mouwtjes en iets lager aan den hals, zonder kraagje, wel als overgooier gedragen, in donker fluweel, bijvoorbeeld, over een lichte jurk. Nu nog even de beschrijving van een bizonder aardig Parijsch feestjurkje van geel crêpe de chine, met garneering van zwart met geel bedrukte crêpe de chine. De eigenlijke jurk hangt los neer in fijne plooien. Van gebloemde zijde zijn het schouderstuk en de lange mouwtjes, terwijl van het schouderstuk, dat slechts halverwege voor- en achterpand bedekt, twee bonte reepen neer hangen over het effen geel. Van eenvoudiger allure zijn de kinderjurken van onze afbeeldingen beide ontworpen door het mode huis Olga. De eerste jurk, 'n groen met witte Schotsche ruit heeft 'n cloche-rokje onder het gladde lijfje. Een breede leeren ceintuur omsluit de taille en smalle valencienne-kant vormt een sierlijke garneering tevens practisch omdat ze goed waschbaar is van hals en mouwtjes. Jongemeisjesjurk nan crêpe martjeain mei garneering oan smalle slrnoken. Kinderjurk pan geruite muilen slof mei garneering van leer en koperen knopjes. De tweede jurk van geruite wollen stof heeft een garneering van leer. Kraagje, das, manchetten en de zakjes, die zoo aardig op het geploooide rokje zijn neergezet, het is alles van soepel leer, versierd met kleine koperen knopjes. Ik stel me voor, dat deze garneering ook in fluweel of zijde of effen wollen stof in plaats van leder een zeer goed effect zou maken. 'n Breede leeren ceintuur omsluit ook hier de taille. Onze derde afbeelding vertoont een bekoorlijke jongemeisjesjurk van crêpe marocain met gar neering van smalle volants, die iets echt jeugdigs geven aan het geheel. Voor de aardige garneering van den hals is een lichtere tint marocain genomen. Kleine pelerines bij avondjaponnen V^eet ge dat de Parijsehe avondtoiletten alle de begeleiding hebben van de een of andere schouderbedekking Er zijn eenvoudige rond- geknipte pélerines van fluweel, van zijde of van kantstof. Er zijn pélerines met bont omzoomd er zijn er die van voren met een gesp worden ge sloten er zijn er ook die van voren verlengstukken hebben, welke daar kruiselings over elkaar geslagen worden. Er zijn gladde kleine capes van fluweel of zware zijde, omzoomd met bont en bij den schou der solide gesloten met 'n paar knoopen er zijn ook frêle doorzichtige dingetjes van kant of geor gette, aan den hals bijeengerimpeld, of met ruim aangezetten strook. Er zijn ook bolero's zonder mouwen, welke over de avondjapon gedragen worden. Er is, kortom, een zoo groote verscheidenheid in deze élegante mode-attributen, dat het de uit gaande vrouw mogelijk is, met een en dezelfde japon telkens weer een ander beeld te vertoonen mits zij er verschillende schouderbedekkingen op na houdt. PAULA DEROSE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 20