TWEE EN EEN HALVE EEUW LoJL BIJ EEN JUBILEUM Madonna in middeleetuosclient rani gemodelleerd door prof.Richard Lunger immers dezer dagen niet gewagen van de pogingen om goud te maken, van een Poolschen ingenieur Dunowskiook deze werd onder gerechtelijke controle in staat gesteld, in de Technische Hoogeschool te Parijs, aan te toonen, dat zijn werk op zuiver wetenschappelijke gronden berust. Het geval Böttger uit de 18e eeuw zal wel niet veel anders blijken te zijn. Doch in de plaats van goud vond de apothe kersleerling iets anders. In het jaar 17081700 gelukte het hem namelijk, om, in samenwerking met den reeds ge noemden von Tschirnhaus (16571708) het witte Chineesche porcelein, dat toen zeer zeldzaam was, en slechts in het bezit van weinigen, na te maken. Later vond hij ook een roode porceleinsoort uit, Böttger-porcelein genoemd, en dat aanvankelijk alleen in Meissen werd vervaardigd, de stad, waar August de Sterke, naar aanleiding van Böttger's Ram nan prof- Max h'sser. No. 35 MD AG 29 JANUARI 1932 Tijgermasker uit /iöttgerporceleindoor prof. Max Esser. PORCELEIN De man, wiens handteekening we curiositeits- halve hierboven in facsimile afdrukken, Johann Friedrich Böttger, werd den 4en Februari 1682, over enkele dagen dus juist twee en een halve eeuw geleden, te Schleiz, in Duitsch- land geboren, en wordt over het algemeen erkend als de uitvinder der porceleinfabricage. Dit jubileum is ons aanleiding, om aan het porcelein als kunstobject eenige regels te wijden, wijl we in een onzer vorige nummers reeds een uitvoerig geïllustreerde beschrijving gaven van het gevolgde werkproces zelf. Vooraf echter nog enkele bij zonderheden omtrent Böttger zelf, die, zooals het wel meer gaat, zijn uitvindersaureool moet deelen met een vakgenoot, 'n zekeren von Tschirnhaus, met wien hij samen werkte. Het geval Coster-Gutenberg staat, zooals men ziet, niet alleen. Johann Friedrich Böttger dan, die den 13en Maart 1719 het tijdelijke met 't eeuwige verwisselde, kwam in Berlijn als apothekersleerling, waar hij de beroemdheid genoot, goud te kunnen maken. Een kunst, die, blijkens de ervaring, nog altijd beoefenaren vindt, ook in onzen tijd, en menschen, op winst belust, die deze dure onderne ming steunen met hun goede geld. Hoe het zij, men maakte het Böttger in Berlijn zóó lastig, dat hij de Pruisische hoofdstad ontvluchtte, en in Dresden zijn intrek nam. Hier kwam hij echter van den regen in den drop, want de toenmaals daar regeerende vorst August de Sterke, zette hem, zijn naam eer aan doende, in de gevangenis met de opdracht, om goud te maken. Men zietde tijden zijn al heel weinig veranderd. Hoorde men

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 4