1004 VRIJDAG 12 FEBRUARI 1932 No. 37 Waterdrager in de buurt oan Siloach. Wanneer we in Je rusalem, den wes- telijkenstadsmuur langs, naar buiten trek ken, wordt onze weg plotseling afgesneden door een diepe dal kloof. Smalle paadjes leiden naar 't dal over schaars begroeide rotsen en ver hoogingen. Aan den an deren kant van de kloof ziet met rustige fierheid 'n klein Arabisch dorp op naar de heilige stad. Het heet Siloach, doch is klaar blijkelijk niet de Bijbel- sche stad, waar de profeet Ahia geboren is en waar Siloach, het Palestijnsche dorp, maaroan sprake is in ons artikel. de profeet Samuel leefde. De geographen meenen dat het werkelijke Siloach 18 K-M. verder op gele gen is. Het stadje telt 'n paar duizend zielen en is een typisch Arabisch dorp de huizen hebben er de bekende platte daken, de muren zijn venster loos, de straten hoekig en van ongeregelde lijn. Er wonen enkele Yemenieten-Joodsche families, maar geen Europeesche, z.g. witte of blanke Joden. De Arabieren van Siloach zouden het niet duiden. Waarom ze het dan wel de Yemenieten doen In de eerste plaats omdat ze opvallend veel gelijkenis met de Arabieren vertoonen. Er is tusschen beide Een Arabisch huis. De joodsche leeraar, rustig in een „hoeksken met een boecksken" en zijn nargileh. Het jonge Yemenietische huishouden dat in ons artikel mordt vernoemd. stammen bijna geen onder scheid. Hun huid is donker bruin, hun haar pikzwart, hun tanden zijn opvallend wit. Blonden of blauw-oogigen kent men er niet. Ze leiden, evenals de Arabieren, hetzelfde pri mitieve, van elke behoefte aan beschaving gespeende levens wijze. Natuurlijk echter slechts in schijn. Want het werkelijke onderscheid is desondanks tame- lijkgroot. Immers,'tgrootsteper centage der Arabieren is analpha- beet. De Yemenietische Joden Arabier en Yemenietische Jood samen op mandeling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 12