5ktifftt Sfwuteweb No. 37 „Manieren volmaakt," verbeterde ik. „Draagt een monoclekan de r niet uitsprekenkan niet tennissen.... weet niets van muziek.... schrijft verzen, die wel „Hoe weet j ij dat," vroeg Betty geërgerd. „Hij heeft ze me laten lezen," antwoordde ik. „Hij vroeg, of ik geen woord wist, dat op Betty rijnde. Ik zei Nettyzoo heet die weduwe, je weet wel." „Ik vind je afschuwelijk," verklaarde zij. Ze fronste en keek weer naar den kersenbloesem. Ik vergat mijn onderwerp door de beschouwing van Betty's blanken hals, toen ze het hoofd ach terover liet leunen tegen het touw. Een paar seconden bleef het stil. „Nou zei Betty scherp. „Nou," ging ik voort, „wat aantrekkelijkheden betreft valt er niet veel te kiezen. Ik geloof, dat Jonson danst.als een engel, zegt mijn zuster. en Smithers danst als een jonge olifant." „Ik ben dol op groote mannen," zei Betty vlug. „Ik ben twee centimeter langer dan Smithers," deelde ik haar mee. „Ik wist niet, dat jij ook meedong," zei Betty ijzig. „Dat doe ik ook niet, verklaarde ik vlug. „Maar ik dacht, dat 't je misschien zou interesseeren." Met wien zou jij me nu raden om te trouwen vroeg ze na een lange stilte, ,,'t Komt er eigenlijk niet zooveel op aan.... ze zijn allebei aardig, en ik zal toch met iémand moeten trouwen...." „Dat doen tenminste de meeste vrouwen, als ze de kans krijgen," zei ik. „Maar ik wil je niet graag adviseeren. Alleen," ging ik voort, me mijn vroegere standpunt herinnerend, „zou ik je niet graag...." „Op den grond terecht zien komen, voltooide zij. „Precies," zei ik. „Nee," peinsde ze hardop, „ik zit liever niet op den grond." „Natuurlijk," ging ik een oogenblik later voort, ,,'t gaat mij natuurlijk niet aan maar ik heb altijd een broederlijke belangstelling voor je ge voeld.. „Ik vind niets zoo afschuwelijk als broederlijke belangstelling," zei Betty scherp. „Dat is gewoon lijk niets .dan nieuwsgierigheid of de zucht om een vinger in een anders pudding te steken." Ik haalde de schouders op. „Je hebt me zooeven om raad gevraagd," zei ik. Ze keek mij aan ik keek haar aan. „Goed, best," zei ze vastberaden. „Als je dan zoo hartelijk belangstelt in mijn toekomst, moet jij er maar over beslissen." „Ik neem geen verantwoordelijkheid," zei ik vlug. Als Betty eenmaal iets besloten heeft, stapt ze er niet makkelijk weer van af. Ze gaf me een minachtend glimlachje. „Mannen hebben een grooten mond," zei ze met een wijs gezicht, maar ik was ervan overtuigd, dat ze een zin uit een boek opzei, „maar als 't op dóén aankomt..,, o nee, verantwoordelijkheid nemen ze niet." „Wat wil je dan, dat ik doe vroeg ik wanhopig. „Heb je sixpence bij je?" vroeg Betty opge wonden. Ik haalde zwijgend zoo'n geldstuk te voorschijn. „Gooi maar op," zei Betty. „Als 't kruis is, trouw ik met meneer Smithers als 't munt is, trouw ik met meneer Jonson en jij mag getuige zijn." Ik ging met plotselinge energie rechtop zitten. „Weet je zeker, dat je mij als getuige wilt heb ben vroeg ik, haar strak aankijkend. Ze kreeg een kleur, maar sloeg de oogen niet neer. „Heel zeker," zei ze beslist. „De getuige kust de bruid," zei ik. „Alleen met broederlijke belangstelling," ant woordde ze aanstonds. „Vermors nu alsjeblieft geen tijd ik wacht." Ik stak kalm het geldstuk weer in den zak. „Ik weet een betere manier," zei ik ijverig. „Ik zal de namen op stukjes papier schrijven, dan kun jij trekken." Ik vouwde een blaadje uit mijn notitie-boekje in drie strooken. „Waar is het derde voor?" vroeg Betty achter dochtig. VRIJDAG 12 FEBRUARI 1932 „Blanco," zei ik, terwijl ik krabbelde. „Als je dat trekt.... enfin, dan blijft alles, zooals 't nu is." Betty klom uit de hangmat en kwam op 't gras naast mij zitten. Het zonlicht, dat door het dak van bloesems boven ons hoofd ziftte, vond wonderbare gouden tinten in haar haar. Ik deed mijn best om niet naar haar te kijken 't was een van de moeilijk ste dingen, die ik ooit geprobeerd heb. Ik vouwde de drie papiertjes allemaal op de zelfde manier op en gooide ze in den bol van mijn strooien hoed. „Trek nu maar," zei ik. Betty deinsde terug, alsof ik haar gevraagd had de hand in het vuur te steken. „O!" zei ze. ,,'t Is zoo.... zoo.... griezelig. Als ik nu eens 't verkeerde trek „Wat je ook trekt, je zult altijd wenschen, dat je 't andere genomen had, denk ik. Zoo doen vrouwen altijd," Langzaam stak ze haar hand uit. „Als je er eenmaal een gepakt hebt, moog je niet meer terugkrabbelen," waarschuwde ik. Betty keek me verontwaardigd aan. „Ik krabbel nooit terug," zei ze. „Dus je trouwt in ieder geval dengene, dien je trekt vroeg ik. Ik hoopte, dat ze mijn zenuw achtigheid niet aan mijn stem hoorde, of zien zou hoe de hand beefde, waarin ik den hoed hield. „Ik trouw in ieder geval met dengene, dien ik trek," zei Betty vastberaden. Onze oogen ont moetten elkaar. „Als.als je me aan mijn woord wilt houden, Bob," ging ze zacht voort. „Dat doe ik natuurlijk," zei ik met brutale opgewektheid. „En ik weet zeker, dat je gelukkig zult zijn.. 't is een verbazend geschikte kerel." „Wie vroeg ze argwanend. „Alle twee," vdrklaarde ik. „-Maak 't nu maar kort. Betty trok strak de oogleden neer en bracht langzaam een klein gebruind handje naar voren. Dichterbijdichterbijnaar mijn hoed kwam hetik hield den adem in. „Ik kón 't niet," zei ze opeens. Ze deed haar oogen open en keek me smeekend aan. „Betty," zei ik streng, „als je nog langer aarzelt, zal ik denken, dat er iemand anders is waar je meer van houdt." Betty werd vuurrood. „Echt iets voor jou," zei ze. „Maar je hebt 't leelijk mis.... ik zal met heel veel.... heel tevreden met meneer Smithers of meneer Jonson trouwen.." Het kostte mij groote moeite om niet te lachen. Het was een allerbespottelijkste situatie. Dat een vrouw bereid zou zijn „op te gooien" om te zien, met wien van de twee mannen ze trou wen zou, om wie ze geen steek gaf en dat de man, die den grond onder haar grillige voetjes aanbad, daar tevreden bij zou helpen.... 't was wezenlijk al te gek.... „Vooruit dan maar, ik zal 't doen," zei ze. Mijn hart gaf plotseling een schok, en Betty's hand schoot uit en greep stevig een van de pa piertjes. Ze hield het stevig vast, en maakte geen aan stalten om het open te doen, en ze keek mij aan met beslisten angst in haar oogen. „Nu zei ik. Ze slaakte een diepen zucht, en langzaam, heel langzaam ontvouwde ze het papiertje. Er was een ademlooze stilte toen sprong Betty overeind en ik ook. We stonden elkaar aan te kijken en haar oogen fonkelden. „Hoe durf jehoe durf je1" zei ze hef tig. „Mij voor den gek houden.hoe durf je. terwijl je weet, dat je alleenalleenbr-broe- derlijke belangstelling.... voor me voelt.... Ik kan je niet uitstaanik Ik weet niet hoe 't gegaan is dat weet waar schijnlijk nooit iemand maar haar armen kwamen om me heen en haar gezicht raakte verborgen tegen mijn jasje, en ik hoorde een stem zeggen, die niet anders dan mijn eigen stem geweest kan zijn „Betty! Betty! Ik heb je lief je weet 't Ik heb altijd van je gehoudendenk je, dat je mij óók ooit Het was misschien niet erg welsprekend, maar 't was voldoende, want Betty zei..ik zal maar niet vertellen wat ze zei, want 't was enkel voor mijn ooren bestemd. Een poosje later eigenlijk een heele póós later ('t is haast niet te gelooven, hoeveel tijd er voor noodig is om iemand te verzekeren, dat je „echt, echt van haar houdt", en dat je „nooit" nooit iemand anders hebt liefgehad", dacht ik aan de andere twee papiertjes in mijn hoed, en met een schuldige hand greep ik ze en scheurde ze in snippers. Want ook bij mij had liefde list ge zocht': ik had op alle drie de papiertjes mijn eigen naam geschreven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 15