m Een Open, Eikenhouten Boekenkast, en twaalf geldprijzen van f 2.50 elk. NA DE BUITENGEWONE AANTREKKELIJKHEID VAN HET BOEK ZELF, EEN ATTRACTIE TEMEER!! Kent II de geschiedenis nan het ontstaan der „Orde oan den Kouse band". de h"ogste ridderorde die er in Engeland bestaat Laat ons in korte trekken deze zeer interessante historie enen vertellen. Lang geleden, zeshonderd jaar ongeveer, of, laten we trachten zoo precies mogelijk te zijn om streeks 1344 geschiedde het, dat zijne Genadige Majesteit, Koning Eduard III, eeregast op een schit terend bal, zijn dans met de schoone gravin van Salis bury onderbrak, zich bukte en van den grond opraapte een dames-kouseband Het was een smal stukje donker blauw lint met 'n rand van geel een sierlijk, bevallig voorwerp met een gouden haak en gesp, kunstig bewerkt. De gravin hijgde, bloosde toen gichelde ze. Zelfs schoone vrouwen gichelen bijwijlen 1 Een glimlach plantte zich voort door de zaal en groeide tot gesmoord proesten. „Honi soit qui mal y pertseklonk scherp de stem van den vorst. Er zijn wel een dozijn manieren om deze woorden te vertalen „Slecht verga het hem, die ergdenkend is," of „Schande over het hoofd van degeen, die er kwaad van denkt." Hoe dan ook de jonge pronkers, die ijverig Fransch hadden gestudeerd in het vooruit zicht Eduard II op den troon van Frankrijk te helpen, ontdekten plotseling, dat er niets amusants in het voorval was en het schampere gelach bestierf op hun lippen. De lezer weet wellicht, dat het in die verre tijden niet bevorderlijk was voor de gezondheid om te lachen, indien niet de koning het eerst lachte. Zijne Majesteit boog nogmaals, deed den kouseband om zijn eigen been het linker vlak onder de knie en de dans werd voortgezet. Maar toen deze geëindigd was.... „Mag., mag ik mijn kouseband stamelde de gravin in bekoor lijke verwarring. Ik zal u een paar teruggeven, mijn lieve gravin een paar van goud," antwoordde Zijne Majesteit galant. „Misschien zijn er in de koninklijke schat kamers nog wel enkele juweelen om ze te versieren. Het zal een groote eer voor mij zijn, als u dit kleine geschenk wilt aanvaarden." De gravin maakte een diepe buiging. Zoo romantischer kan het niet ontstond Brit- tannië's hoogste ridderorde de Orde van den Kouse band. Het onderschéidingsteeken ervan is een smal, donkerblauw lint met gelen rand op het lint gouden schilden, waarin de zinspreuk van de orde is gegra veerd „Honi soit qui mal y pense 1" en de hanger stelt St. George voor, gezeten op een wit paard, een groote speer drijvend in de bloedroode keel van een groenen draak met een geschubden staart. Jaren en jaren achtereen lag een dameskouseband tusschen tal van andere kostbare en zeldzame reli- quieën, ergens in een afgelegen hoek van het Britsche Museum weggestopt. Hij verschilde van de algemeen- bekende onderscheidingsteekenen van de Orde van den Kouseband alleen door zijn duidelijk-zichtbaren, hoogen ouderdom, en doordat de zes gouden schilden óm en óm bezet waren met diamanten en robijnen. Dit was een van de origineele kousebanden, door Zijne Majesteit koning Eduard 111 aan de gravin van Salis bury ten geschenke gegeven. Tot op een goeden dag de kouseband verdwenen wasgestolen blijkbaar. Maar nu komt het pas Wat is er met dien kouseband ver der gebeurd In miens of mier handen is hij terechtge komen en melke zijn z'n avon tuurlijke gevallen geweest Welke romantische geschiede nis is ten nauwste aan ditryk met ju weelen bezette, pronkstuk, verbonden ge- meest f Waar en door mien is Ijet kleinood weder teruggevonden en na hoeveel ver wikkelingen, de een nog spannender en romantischer dan de ander, is dit tenslotte geschied Dit zijn allemaal vragen, beste lezeressen en lezers, waarop het nieuwste premieboek getiteld: „DE GESTOLEN KOUSEBAND" U in een allerboeiendsten vorm antwoord geeft. Niemand minder dan de beroemde romanschrijver Jacques Tutrelle heeft de geschiedenis van den be roemden kouseband als onderwerp genomen voor een van zijn meesleepende vertellingenLuister hoe hij een der hoofd personen, Helen Hamilton, in het priné-vertrek van haar vader binnenleidt om haar in de gelegenheid te stellen den ouden heer mededeeling te doen van haarverliefdheid. Helen kwam als een wervelwind de kamer binnen ze was een meisje van het wervelwind-type. Haar sterke, jonge spieren waren taai en onvermoeibaar ze kon een golfbal mijlen-ver volgen, en als ze hem een mep gaf, was die róók. Tennissen, paardrijden, chauf- feerenze deed het allemaal even goed, en als er op een eenzamen weg wat te repareeren was aan haar auto stond ze heusch niet met de handen in het haar. Een capabele jongedame, Helen, met een zelfvertrou wen, dat ze van geen vreemde had. Ze zou stom verbaasd zijn geweest bij de veronderstelling, dat zij voor iets wat dan ook hulp zou noodig hebben. „Hallo, paps," begroette ze haar vader weinig eerbiedig. „Heb je het druk?" „Ja, heel druk." Hij keek niet op. „Ik kwam je even vertellen, dat ik een jongen heb." „Zoo, zoo," klonk het verstrooid. „Praat er maar eens met je moeder over." Helen streek neer op haar bevoorrecht plaatsje op een punt van de groote schrijftafel haar eene been liet ze heen-en-weer bungelen en ze vouwde de han den om haar knie. Haar neus wipte allerliefst omhoog een kleine neus, brutaal, 'n tikje eigenwijs, pikant. „Ik zeg, dat ik een jongen hebik ben verliefd." herhaalde ze, met iets uitdagend-commandeerends in haar toon. „Neem alsjeblief notitie van wat ik zeg." Ze leunde voorover en verfrommelde de met cijfers volgekrabbelde blaadjes papier, waarmede haar vader bezig was. „Hoort u, wat ik zeg Ik heb een jongen." „Een jongen herhaalde hij. „Jij Poeh Je bent nog niet veel meer dan een kind 1" „Ik ben een-en-twintig," protesteerde ze. „Wat je maar een kind noemtZeg liever een oude vrijster." Thomas Hamilton's gedachten waren ver weg.... „Waarom vraag je niet, wie het is stoorde de gebiedende stem zijn overpeinzingen. „Wie is het klonk het gehoorzaam. „Hij is een dichter," verklaarde Helen triomfante lijk. „Ik bedoel een échte dichter een, die zijn werk gedrukt krijgt." Ze vouwde een verfomfaaid blad uit een tijdschrift open en streek het glad op haar knie. „Moet je toch eens luisteren, Paps en vergeet vooral nietik ben de Helen, over wie hij het heeft. „Het lijkt een beetje op vloeken," luidde de nuchtere kritiek van haar vader, „ik bedoel met dat telkens herhaalde O, Helen „Maar papsik vind het gewoonweg hemelsch En het gaat 'n heele bladzijde zoo door. Luistert u nu verder. „Het beste, wat ik ooit in dit genre gehoord heb," viel haar vader haar haastig in de rede. „En zoo origi neel Laat het hier maar liggen, dan zal ik het bij gelegenheid nog wel eens op m'n gemak doorkijken. Ik heb het nu heusch erg druk." „Zou je het niet knal vinden om een dichter in de familie te hebben, Paps Hij zou gelukwenschen kun nen dichten voor onze verjaardagen en klaagliederen als de keukenmeid weggaat. En weet je, paps, ik ben gewoon zijn afgod. Dat gaat nu al maanden zoo door die gedichten in de tijdschriften ik bedoel, die alle maal aan mij zijn opgedragen.Toe, mag'ik hem hebben?" Helen nam het gezicht van haar vader in haar sterke, jonge handen en dwong hem haar aan te kijken. „Wie," informeerde haar vader met eindelijk een vleugje belangstelling, „wie is die zeldzame poëet, die zijn gedichten warempel gedrukt krijgt Helen tuitte haar lippen en zwaaide een slanken enkel met hevigheid heen en weer. „Dat is het juist," zuchtte ze. „Moeder zei, dat als ik het je vertelde, je te keer zou gaan als 'n woedende stier." „Heeft ze dat inderdaad zóó gezegd Nu ja, ik bedoel.in elk geval, je zou verschrik kelijk boos zijn, daar kwam het op neer." „Waarom zou ik boos zijn vroeg hij nieuwsgierig, „wie is je dichter, die in de uitzonderlijke positie ver keert zijn werk gedrukt te krijgen „Zul je niet opspelen als een dolleman „Wie is het?" „Sam Gaunt." Thomas Hamilton zat roerloos en keek haar een seconde aan met een uitdrukking, alsof alles in hem zich spande. Toen kwam hij uit zijn stoel, zijn handen saamgeknepen in verbeten woede, zijn mond bewe gend in ongearticuleerd gemompel, dat geen uiting vond in woorden. Helen sloeg hem gade met een han gende pruillip en diepe teleurstelling in haar saffier blauwe oogen. „Daar heb je het al," verbrak ze eindelijk het be klemmende zwijgen, „moeder zei, dat het zoo zou zijn." Toen barstte de bui los. „Neen," donderde Thomas Hamilton, „neen en duizendmaal neen Die bleeke garnaal met zijn lange haren en afgezakte schouders de zoon van John Gaunt Neen Helen glipte van het schrijfbureau en sloeg de armen om haar doldriftigen vaderzachte, ronde, bruine armen, maar onweerstaanbaar als een sterke staal kabel. Ze hield hem omvat tot hij ophield tegen te stribbelen toen keken haar oogen met iets ondeu- gends-smeekends in de zijne en er was een vleiende, liefkoozende klank in haar stem. „Toe, paps I" - „Neen." - „Hè, toe nu 1" - „Neen." „Ik wil het zoo vreeselijk graag toe dan toch dan krijg je een kusje." „Neen." Heien schudde haar geëerbiedigden vader hard handig door elkaar, toen liet ze hem los en liep, een gevaarlijk vuur smeulend in haar oogen, naar de deur. Daar bleef ze staan en stampte kwaadaardig met haar elegant voetje. „Ik wil hem hebben riep ze woest. „Ik wil Ik wil 1 Ik wil I En ik vind jou een ake- ligen, ouden man...." Na aldus aan haar gevoelens lucht te hebben ge geven, ging ze de kamer uit, sloeg de deur met een smak achter zich dicht, en bracht het uur dat volgde door met te keer te gaan tegen een der dienstboden. Het meisje verdroeg het met een berustenden glim lach ze was het gewoon. De verboden vruchten smaken het zoetst en worden het vurigst begeerd. Als Thomas Hamilton en John Gaunt even schrander en deskundig waren geweest op het gebied der menschelijke ziel als respectievelijk op dat van spoorwegen- en steenkolenexploitatie, zouden zij hebben beseft, dat ouderlijk verzet het onfeilbare middel is om twijfelende harten naar elkaar te drijven.... Want het onvermijdelijke geschiedde. Acht-en-veertig uur ploeteren met een rijmwoorden boek gaven Samuel Gaunt volop gelegenheid zijn geest en gemoed te ledigen op papier. Vel na vel vulde hij met de aandoenlijke getuigenissen van zijn harteleed hij rijde de woorden aaneen tot een eindelooze, grimmige woestenij van bitterheid. Toen met plot seling ontwakendèn zin voor de practische dingen des levens, stuurde hij een telegram aan Helen Hevig verzet van mijn vader. Sam." Het antwoord kwam onmiddellijk. „Van den mijnen ook. Helen." Na een uur bereikte Helen Hamilton een tweede dépêche: „Laten we samen wegloopen Sam." Het antwoord „Ik doe mee. Helen." Tien minuten later „Ontmoet me morgen voor lunch bij Sr. Regis. Kunnen dan bijzonderheden afspreken. Sam." En als antwoord hierop: „Ik zal er zijn. Helen." Zooals gezegd, dit alles was onvermijdelijk dui zenden en duizenden malen, sinds er menschen op aarde wonen, heeft hetzelfde plaats gehad. Het was dus niet slechts onvermijdelijk, maar ook vrij alle- daagsch. Evenwel en dót is het bijzondere het vormde de inleiding tot de voorvallen, volgend op het eerste contact tusschen de levensdraden van Samuel Gaunt, dichter, en den Havik, gentleman-avonturier. 2.oo»Vs ot»*c "eWoo»V^Jeba* TEN SLOTTE NOG DIT. TE BEGINNEN MET DEZEN ROMAN PUBLICEEREN WIJ. ZOOALS REEDS EERDER IS AANGEKONDIGD. HERHAALDELIJK IN ONZE PREMIEBOEKEN PRIJSVRAGEN AAN WELKER GOEDE OPLOSSINGEN WAARDEVOLLE PRIJZEN VERBONDEN ZIJN. IN DIT BOEK WORDEN UITGELOOFD

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 8