No. 38
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1932
1039
„Ze was toch niet zoo erg groot," beweerde hij.
Hij veegde zich met een zakdoek 't voorhoofd af.
,,'t Is aardig heet, vindt u niet
„Zij had 't ook zoo warm. Ik bedoelde niet
forsch in de lèngte, ik bedoelde forsch in de rondte.
Ik had nooit gedacht, dat uenfin, over smaak
valt niet te twisten, hè
„Misschien is 't een andere Diana Smith
opperde hij.
„O nee Ze had ongelijke voeten, groote acht
rechts, en zeven-drie-kwart links."
„Zeven-drie-kwart kreunde hij. „Kan nooit
dezelfde zijn."
„O jawel Ze kon zich u nog heel goed herinne
ren. Ze zegt, dat 't haar altijd verwonderd heeft,
waarom u haar adres niet gevraagd hebt. Ze voelt
zich erg getroffen door uw trouw en omdat ze
uw herinnering nog liefkoost dat zijn haar
eigen woorden zal ze geen meisjesachtige co-
quetterie toonen dat zijn ook haar eigen woor
den. Ik zou niet gezegd hebben „meisjesachtig",
op haar leeftijd, maar.
„Hoort u eens, juffrouw Clark," trachtte hij haar
te onderbreken, „ik.... eh...."
„Even wachten vroeg ze. „Ik kan me best
indenken, hoe opgewonden blij u bent, maar u moet
probeeren, u niet heelemaal te laten meesleepen.
Ze zei, dat ze u met open armen ontvangen zou
„Ehwat
„Open armen. Laten we hopen, dat 't maar een
manier van spreken was. Open armen en vanavond
nog. Ik heb 't adres in mijn tasch. 't Is hier vlak
bij. U kunt er nu direct naar toe gaan. Ze verwacht
u om zeven uur. Goed nieuws maakt bijna even
zenuwachtig als slecht, vindt u niet U ziet er
tenminste erg zenuwachtig uit."
„Zenuwachtig!" riep hij. „Ik ik ik....
hoort u eens, u hebt me er leelijk tusschen.Er
was geen Diana Smith tenminste niet zoover
ik weet. Ik heb haar verzonnen, als voorwendsel,
om kennis met u te maken. Kunt u haar niet ver
tellen dat ik dood ben? Ik wou.... u hebben,
juffrouw Daisy! Begreep je niet, dat 't dat was?"
„Laten we even in 't park gaan zitten," advi
seerde Daisy vriendelijk, ,,'t Was niet mijn bedoe
ling, u zóó erg van streek te maken. Ik heb 't
natuurlijk van 't begin af begrepen 1 Maak je
maar geen zorg. Er bestaat geen Diana Smith.
Ik heb haar óók maar verzonnen 1"
„Jij kleine...." zei hij. „Kleine.... ongelijke
schoentjes 1"
Zij trok met haar teenen door het grint, en stak
toen beide voeten tegelijk uit.
„Vier," zei ze, „en drie-driekwart."
Hij zette één voet naast de hare.
„Zeven-driekwart," zei hij. „Dat past precies
bij elkaar, hè Daisy?"
Ze knikte.
„Pas op 1" protesteerde ze toen. „De boschwach
ter had 't haast gezien 1.Nu kijkt hij den ande
ren kant op 1"
„Op den schijn kun je niet afgaan,"leerde ze hem.
„N-nee.Ik wil graag zien, dat ik kennis met
haar maak. Misschien kon ik een wederzijdschen
vriend vinden, om ons voor te stellen, als ik haar
vond, ziet u."
„De moeilijkheid is óm haar te vinden," merkte
juffrouw Clark op, „en ik begrijp werkelijk niet,
hoe ik.
„U zoudt misschien kunnen uitkijken naar eene
juffrouw Diana Smith, met ongelijke voeten, die
hier schoenen komt koopen. Als ze geen losse
exemplaren krijgen kan, koopt ze twee paar. Dat
zoudt u toch wel opmerken, is 't niet
„Jawel," gaf zij toe.
„En ik dacht, dat u me dan misschien kon waar
schuwen."
„Ik zou niet weten hoe," zei juffrouw Clark.
„Nu, ti gaat met de bus van den hoek Hyde
Park, is 't niet Om ongeveer kwart voor zeven.
Ik ook heet dikwijls. Als we danehelkaar
troffen
„Ik geloof niet," wierp juffrouw Clark tegen,
„dat ik u 't adres van een klant zou kunnen geven
zonder haar toestemming."
„Geeft u haar dan mijn adres," stelde hij voor,
„G. A. Ross, Cannon Mansions 4a en vraagt u,
of ze even een kaartje schrijft, omdat ik haar iets
belangrijks te zeggen heb."
„En hèbt u dat?" vroeg juffrouw Clark.
„U vindt 't misschien niet belangrijk. Ik wil
haar alleen maar vragen,of ze met me wil trouwen."
„Trouwen En tl kent haar niet eens 1"
„Ja, ziet u," legde hij uit, „een man is anders
dan een vrouw. Hij ziet een artikel in een etalage,
hij vindt 't mooi, hij gaat naar binnen en zegt
dat wil ik hebben 1 Zoo gaat 't ook, als 't artikel
een vrouw is."
„O zoo 1 Maar een vrouw is een artikel, dat nee
kan zeggen, weet u
„Dat is ftatuurlijk waar," gaf hij toe; „maar
dat kun je niet te weten komen, als je haar niet
eerst vindt en vraagt 1"
„Nee.. Enfin, als een juffrouw Diana Smith
hier ongelijke schoenen komt koopen, zal ik haar
uw naam en adres geven, op voorwaarde, dat u
niet meer hier komt. Dat staat te gek, en ik zou
er wezenlijk met den chef over moeten spreken."
„Dan zal ik wegblijven," beloofde hij. „Maar
houdt u me dan op de hoogte
„Mmm," zei Daisy. „Als ze komt stuur ik u mis
schien een kaartje."
„Maar u kunt wel twijfelen, of 't de dame is,"
redeneerde hij. „Ze kan wel zeggen Smith, zon
der voornaam, ofvan alles, 't Kan wel noodig
zijn, dat we er over
spreken en zoo. Als ik
mocht wachten op den
hoek van Hyde Park
eens per week bijvoor
beeld Donderdags
Dat was dan morgen
voor 't eerst. Dan kon u
't me vertellen, als er
iets gebeurd was...."
„Ik kan geen afspraak
maken met een wild
vreemde," zei juffrouw
Clark statig. „Als u wach
ten wilt is 't op uw eigen
risico. En nu kan ik
wezenlijk geen tijd meer
geven.... Goeden mid
dag."
„Tot ziens 1" zei hij.
Ze lachte een lange
poos, toen hij weg was.
„Die man is niet goed
wijs," vertelde ze haar
assistenten. „Hij wil een
zekere juffrouw Diana
Smith opsporen, die on
gelijke voeten heeft. Ik
heb hem gezegd, dat hij
hier niet meer moest ko
men, anders zou ik er met
den chef over spreken."
Wat bewijst, hoe
halve waarheden mis
leiden kunnen 1
Den volgenden avond
stond G. A. Ross op den
hoek van Hyde Park te
wachten. Hij boog en vroeg: „Nog nieuws?"
Juffrouw Clark zei „Geen nieuws." Hij zei, dat
't erg warm was. Zij zei, dat 't nog wel warmer
zou worden. Zij stapte in bus 2a. Hij ook. Hij nam
twee kaartjes, en juffrouw Clark drong er op aan,
dat hij haar penningske aannam. Toen ze uitstap
te, wou hij haar met alle geweld naar haar tram
brengen.
Vrijdagsavonds stond hij weer aan de bushalte.
Hij vroeg: „Nog nieuws Juffrouw Clark wees
er op, dat 't geen Donderdag was. Hij zei, dat hij
't wist. Toen vertelde ze, dat er geen nieuws was,
en hij haalde haar over, bij 't uitstappen een portie
ijs te gebruiken.
Na dat ijs werd hun kennismaking wat minder
koel. Ze ontmoetten elkaar bijna iederen avond.
Er was bijna iederen avond roomijs. Geen enkelen
avond was er „nieuws". Hij begon een eindje met
haar mee te gaan, den kant van Nordwood op
ver genoeg, om te laten uitkomen, dat hij wel den
heelen weg mee zou willen, om kennis te maken
met haar familie. Daisy zei, dat hij meer aan de
juffrouw met de ongelijke voeten moest denken,
en niet zooveel met haar praten.
Hij antwoordde, dat hij de hoop,
om de dame met de ongelijke
voeten te vinden, had opge
geven. Zij nog niet, zei ze. Ze
scheen een grooter ijver voor
het geval gekregen te hebben
dan hij.
Op den derden Donderdag na
hun eerste gesprek was hij er
weer, als gewoonlijk. Hij kwam
naar voren, oni Daisy met de
gewone beleefdheid te groeten,
en vroeg als gewoonlijk „Nog
nieuws
„Daisy knikte.
„Ja," zei ze opgewekt. „Ik
héb nieuws 1 En ik mag u wel
excuus vragen, ik dacht, dat 't
maar een verzinsel was 1 Ze is
er vandaag geweest
„Wie vroeg hij.
„Juffrouw Diana Smith 1 Ze
is een heel stuk ouder dan ik
gedacht hadEn eh
forscher
*Vetgeet bij Uw binnenkomen in de
doofdótad den UtaaUUttuoas niet
%en die zijn Uiit oetdiend