3k Oude "&ïacAt te ItUecAt aft een ffeètuati-motgen
No. 40
VRIJDAG 4 MAART 1932
1111
Nat viel nijdig tegen hem uit. „Ik ben in conferentie, Jenkins, en kan
niemand ontvangen."
Maar Jenkins wist heel goed, dat er één soort bezoekers was, waarvoor
nimmer belet werd gegeven, hoe druk de gebroeders Barnett het ook mochten
hebben.
„Het is een antiquair, meneer, die u graag wilde spreken over een paar
miniaturen en medaillons. Hij is er speciaal voor uit Londen gekomen en heeft
ze bij zich. Ik moest u zeggen, dat hij er al een anderen liefhebber voor heeft."
„Enfin, dat is jouw afdeeling, Gabriël," besliste Nat. „Je moet hem maar
even te woord staan, anders gaan die dingetjes misschien je neus nog voorbij."
„Dat zou verdraaid jammer zijn," vond de jongere broer. „Ik ben hier op
het oogenblik toch "niet direct noodig en ik kom zóó terug. Dus laat ik maar
even naar den man toegaan."
En hij verliet de kamer.
„Ga maar even met hem mee, Rachel, en let op dat hij niet te veel geld
uitgeeft," hernam Nathaniel, die nooit bijzonder op het gezelschap van zijn
zuster vesteld was, en zeker niet nu deze ongewenschte bezoeker er was.
Stel je voor, dat het eens verkeerd liep..
Rachel, heen en weer geslingerd tusschen twee sterke verlangens angst
en nieuwsgierigheid ten opzichte van hetgeen er met Nat ging gebeuren,
en de begeerte om Gab voor buitensporigheden te behoeden, aarzelde.
„Ik wilde wel graag, dat je ging," drong Nathaniel, meer openhartig
dan beleefd, aan.
„Heel goed hoor," was het snibbige bescheid, „als je dat zoo graag wilt,
zal ik wel gaan. Ik ben niet gewoon ergens te blijven, waar ze niet op mijn
aanwezigheid gesteld zijn. Bovendien ben ik niet gewoon, dat er iemand
van de politie in de kamer is, waar ik ook ben jij blijkbaar wél
En met deze welwillende opmerking stevende ze de kamer uit.
Dat was juist wat de detective wenschte. Een paar minuten alleen te
zijn met dezen man, zonder getuigen, die aan zijn. woorden en methoden
misschien een verkeerde uitlegging zouden geven.
„U zei...." begon Nathaniel, zoodra ze alleen waren, nog steeds op
den beminnelijken toon van daarnet. „Neemt u me niet kwalijk, maar ik ben
vergeten wat u precies vroeg."
„Ik had gevraagd of meneer Shutter weigerde u het Chineesche beeld
te verkoopcn," antwoordde Greenwood met een ongewone schittering in
de oogen. „Maar voor u verder gaat, meneer Barnett, moet ik u waarschuwen,
dat u uw antwoorden later misschien onder eede zult moeten herhalen."
„Waarschuwen Onder eede Wat bedoelt u, jandorie Ik ben niet
bang op welke vraag ook te antwoorden, die u in het hoofd mocht krijgen te
stellen," viel Nathaniel uit, in de sterke overtuiging dat hij voorlooping
volkomen veilig was en zich dus kon permitteeren 'n grooten mond op te zetten.
„Prachtig, maar denkt u er aan, dat ik u heb gewaarschuwd, meneer
Barnett," hield Greenwood onverstoorbaar aan.
„Zeker, dat hèbt u en verduiveld onhebbelijk ook Maar dat doet nu
niet ter zake. Mijn antwoord op uw vraag is, dat meneer Shutter weigerde
het beeld te verkoopen hij weigerde met de meeste beslistheid en verzocht
mij niet weer over het onderwerp te beginnen."
„Dus toen hebt u de gedachte, om ooit nog eens eigenaar van het andere
beeld te worden, direct uit het hoofd gezet vroeg de detective, hem strak
aankijkend.
„Zeker. Volkomen. Hoe verschrikkelijk het me ook speet."
„Als dat zoo is, waarom hebt u dan dien jongeman Redmayne, een
beroepsinbreker, opdracht gegeven het voor u in handen te krijgen
Het was, alsof er een bom in de kamer ontplofte, en Nathaniel Barnett,
die niet gewoon was aan de overrompel-methode van den detective en die
zich een minuut geleden nog zoo kolossaal zeker van zijn zaak had gevoeld,
kreeg een heftigen geestelijken schok.
In negen van de tien gevallen slaagt de ondervrager er langs dezen weg
in den verdachte wanneer hij inderdaad schuldig is in een zoodanigen
toestand van zenuwachtigheid te brengen, dat zijn weerstand spoedig ge
broken is en hij bekent. Maar dit was het tiende, het uitzonderingsgeval en
ofschoon Nathaniel op déze vraag niet voorbereid was hij had gedacht,
dat de detective zou trachten langs zorgvuldig-overdachte omwegen achter
de waarheid te komen had hij toch ernstig een houding overwogen, die hij
tegenover élke verdachtmaking of beschuldiging zou aannemen.
„Maar kerel-nog-aan-toe, Greenwood, wat bedoel je viel hij veront
waardigd uit. „Weet je wel tegen wien je spreekt
„Zéker weet ik dat en ik weet nog een heeleboel meer. Zoo bijvoorbeeld,
dat u vanochtend in de vroegte naar Londen bent gegaan om een kistje met
gouden tafelgerei te verzenden, een kistje dat inmiddels zijn bestemming heeft
bereikt en waarvan de inhoud gestolen is door dien jongeman Redmayne. Dat
gebeurde gisteravond omstreeks elf uur en de buit werd door u in bewaring
genomen, terwijl Redmayne de opdracht kreeg zich van het Chineesche
afgodsbeeld meester te maken. Daar dit vast staat, is er maar één conclusie
mogelijk en daarom is het misschien wel het beste voor u, meneer Barnett,
dat u maar alles bekent."
Nathaniel stond op een toonbeeld van intense, ongehuichelde veront
waardiging.
„Ik heb nooit in mijn leven zoo'n monsterachtige verdachtmaking ge
hoord," riep hij uit. „Heusch, meneer Greenwood, u moet krankzinnig zijn
„Dat ben ik toch werkelijk niet," verklaarde de detective gemoedelijk.
„Wilt u werkelijk ontkennen, dat u het bent geweest, die dat gestolen goed
uit Londen verstuurd hebt
„Ik ontken het absoluut," raasde Nathaniel.
„Kom, kom, meneer Barnett gelooft u nu heusch, dat die pertinente
ontkenning u ook maar iets helpt hield Greenwood, wiens kalmte onver
stoorbaar scheen, aan. „U hebt niet zoo'n gewoon, alledaagsch uiterlijk, dat
iemand, die u gezien heeft, zich licht in uw persoon vergissen zou." De detec
tive vertelde er niet bij, dat zich op Euston-Station een kruier en een loket
beambte bevonden, die gemakkelijk konden worden opgeroepen om hém als
den afzender van het kistje aan te wijzen. Hij hield deze kleine bijzonderheid
vóór zich, om er op het, wat men noemt psychologische, moment mee voor
den dag te komen. „We weten," vervolgde hij rustig, „dat u al vroeg in den
morgen naar uw woning in de stad bent gegaan en dat u uw huisknecht
uitstuurde met een of andere boodschap...." (Wordt voortgezet.)