WAAR WINTER GEEN GENADE KENT Wij mogen nu reeds twee seizoenen lang gespaard ge bleven zijn voor de gestrengheid van den winter, die een enkelen nacht steelsgewijs wat sneeuw of ijzelover onze weiden en parken strooide in het hooge Noorden, binnen en rondom den Poolcirkel regeert de winterkoning als in zijn eigen, onbetwiste rijk en hult bergen, landen en zeeën in de ongerepte blinkende wade van deels eeuwige sneeuw. Spitsbergen, ongeveer op den tachtigsten breedtegraad in de Noordelijke IJszee gelegen, is eene provincie uit dit rijk van den stuggen wintervorst, en de vele Europeanen, die hier werkzaam zijn aan de diverse exploitaties van dezen uithoek der aarde, leiden er steeds, maar vooral in deze maanden, een hard leven van koude en onbeschrijfelijke ongemak ken. Eenige sprekende illustraties, die ons daarvan bereikten, mogen daarvan een belangwekkend beeld geven. Wie de woesteonherbergzame kusten ziet van dit koude landzal niet licht vermoeden, dat zich op Spits bergen reeds zeshonderd Europeanen gevestigd hebben. Een succes op de berenjacht. Een moeizame tocht over het pakijs dat zich in de fjorden en langs de kusten ophoopt. Als het schip is aangeland in de IJsbaai. Met hondensleden wordt de tocht landwaarts ondernomen .'RIJDAG 4 MAART 1932 Mo. 40 De postbode van hei fjordengebied. g ÊÊk n dt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1932 | | pagina 29